De zwaan
Langzaam glijd ik tusschen andre zwanen
altijd om hetzelfde eiland heen,
maar meest zit ik boven halfvergane
planten, in het oeverriet, alleen.
Wreede dingen teisteren het eiland:
broedermoord en twist en handgemeen;
soms duikt het gerucht op van een heiland,
maar de wolven huilen als voorheen.
Achter de gevangenenverblijven
breek ik, als de maan schijnt, uit het riet,
en ik laat mij naar een plek toedrijven,
waar men niets meer van de wereld ziet,
en dan lees ik wat de sterren schrijven,
en dan schrijf ik wat mijn ziel gebiedt.
Ed. Hoornik (1910-1970)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter