Vier jaar geleden begon het allemaal met een oproep van de Taalunie: het ondersteunen van vertalen en tolken binnen de extramurale neerlandistiek. Vandaag spreken we met Marketa Štefková (Comenius Universiteit Bratislava) en Pavlína Knap-Dlouhá (Palacký Universiteit Olomouc), de oprichters van het Netwerk vakvertalen en tolken (NVVT-NEM). Ze vertellen over het ontstaan van het netwerk, hun ambities, de uitdagingen, en de toekomst van het juridisch vertalen in Europa.
Hoe is het idee voor NVVTNEM ontstaan?
Marketa: Vier jaar geleden kreeg de Taalunie extra budget voor de extramurale neerlandistiek. Er was al steun voor literair vertalen, maar er was nog niets voor vertalen en tolken in bredere zin. Vanuit de Taalunie kwam de oproep om een netwerk op te richten voor vertalers en tolken Nederlands in Midden- en Oost-Europa. Zo ontstond het idee.
Pavlína: Marketa benaderde mij als eerste partner. We werkten al jaren samen Toen hebben we enkele collega’s aangesproken die nu mee in het bestuur zitten. Dat zijn allemaal collega’s die zelf als vertalers of tolken actief zijn of die dat het vak doceren. We zijn dus een bestuur van vijf personen uit vijf landen. Zo organiseerden we samen de kick-off-bijeenkomst op het IVN-colloquium in 2022 in Nijmegen. Er waren meer dan 80 deelnemers – de interesse was duidelijk aanwezig.
Wat zijn de belangrijkste activiteiten van het netwerk?
Marketa: In eerste instantie wilden we het veld in kaart brengen. We hebben een breed veldonderzoek gedaan met vragenlijsten en interviews in Tsjechië, Slowakije, Italië, Polen en Hongarije. Daarnaast organiseren we studiedagen, themasessies op conferenties om Nederlanders meer te betrekken bij onderzoek binnen de vertaalwetenschap en organiseren we sessies voor studenten rond CAT-tools.
Pavlína: Ook hebben we twee studiedagen voor docenten Nederlands georganiseerd die vertalen en tolken in hun curriculum willen opnemen.
Waarom is zo’n veldonderzoek nodig?
Marketa: Het geeft inzicht in de werkelijke situatie van vertalers en tolken Nederlands in elk land. Uit de resultaten blijkt bijvoorbeeld dat juridisch vertalen vrijwel overal het enige stabiele werkveld is. Juridische vertalers en tolken zijn eigenlijk de enigen die in principe in elk land nodig zijn En daarom zullen we onze activiteiten verder richten op nascholing op dat gebied. We ontdekten ook dat de gemiddelde leeftijd van beëdigde tolken erg hoog is. Dat is zorgwekkend – het beroep is aan het uitsterven.
Wat willen jullie daaraan doen?
Pavlína: We willen jonge mensen motiveren om in het vak te stappen, bijvoorbeeld via zomerscholen en nascholingsactiviteiten. Maar ook via een community of practice waarin studenten en professionals kennis delen. Ze zijn toch niet zozeer geïnteresseerd in een netwerk. Ze zijn al lid van meerdere organisaties, en lidgeld is vaak een drempel.
Marketa: Daarom pleiten we voor de oprichting van een expertisecentrum, vergelijkbaar met het Expertisecentrum Literair Vertalen. Dit centrum zou echter gericht zijn op vakvertalen, dat wil zeggen het vertalen van gespecialiseerde, niet-literaire teksten (zoals juridische, technische, medische, economische, enz.). Dat zou structurele ondersteuning kunnen bieden, met een vaste medewerker, jaarlijkse activiteiten, en vooral ruimte voor nascholing. Vorig jaar hebben we een grote haalbaarheidsstudie uitgevoerd rond de mogelijkheden voor het oprichten van een expertisecentrum. Binnen deze studie hebben zich vijf andere landen bereid verklaard om het veldonderzoek voort te zetten en met ons verder samen te werken. We hopen nu dat de Taalunie het idee van het expertisecentrum ondersteunt. Het draagvlak is er. Maar zonder structurele steun kunnen wij dit niet blijven trekken – we hebben immers allemaal ook onze eigen banen. Eigenlijk is dat na de verkenning van het beroep van vertalers en tolken ons belangrijkste doel.
Zijn er activiteiten specifiek gericht op studenten?
Marketa: Ja, zeker. We hebben studiedagen georganiseerd voor studenten, onder meer rond CAT-tools en juridische vertaling. En in de toekomst willen we dat uitbreiden naar workshops, blended programma’s en zelfs cursussen over hoe je offertes opstelt, prijzen bepaalt, enzovoort. We zijn van plan om een zomerschool te organiseren om studenten te motiveren om in het juridisch vertalen en tolken te stappen.
AI is overal in opkomst. Wat voor impact heeft dat volgens jullie op juridisch vertalen en tolken?
Marketa: Dat is een van de grote zorgen. Veel jonge vertalers zijn terughoudend om zich te laten beëdigen. De opleiding is duur, de certificatie complex, en niemand weet of het beroep over tien jaar nog bestaat.
Pavlína: Tijdens onze thematische sessie op het komende Colloquium Neerlandicum gaan we die impact bespreken. We hebben sprekers uitgenodigd zoals Frieda Steurs, die daar een boek over heeft geschreven, en Gys-Walt van Egdom van de Universiteit Utrecht die gaat spreken over AI en de arbeidsmarkt.
Denk je dat AI het juridisch vertalen echt gaat vervangen?
Marketa: Op korte termijn niet. Juridisch vertalen is wettelijk beschermd – denk aan Europese richtlijnen rond strafzaken. Maar er is een tekort aan professionals. Als dat zo blijft, zullen overheden alternatieve oplossingen zoeken, en dat kan het beroep wel veranderen.
Tot slot: wat kunnen geïnteresseerden binnenkort verwachten?
Marketa: De resultaten van het veldonderzoek uit de vijf landen worden deze zomer gepresenteerd tijdens het Colloquium Neerlandicum. We nodigen iedereen van harte uit om onze sessie “Nederlands vertalen wereldwijd: Het beroepsprofiel van de professionele vertaler Nederlands in een meertalige en technologisch gedreven context” bij te wonen.
Pavlína: Het wordt een belangrijk moment om inzichten te delen, feedback te verzamelen, en samen te bouwen aan een betere toekomst voor het juridisch vertalen.
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten of meedoen? Kom naar het IVN-colloquium en volg NVVT-NEM op Instagram!
Lid worden van het netwerk kan gratis via onze website.

Laat een reactie achter