
De wetten is de debuutroman van Connie Palmen uit 1991. Het is een Bildungsroman over de filosofiestudente Marie Deniet, die in zeven jaar tijd zeven mannen ontmoet. De mannen vertegenwoordigen elk verschillende perspectieven op de wereld: de astroloog, de epilepticus, de filosoof, de priester, de fysicus, de kunstenaar en de psychiater. Zo ontstaat in zeven hoofdstukken een geheel van visies op het leven, ofwel ‘wetten’.
De roman was behoorlijk succesvol. Ik heb de drieëndertigste druk uit 1999 gebruikt. De middelste zin komt uit het hoofdstuk over de filosoof. Marie gaat na elk college van professor De Waeterlinck op woensdagmiddag ergens wat drinken met een groepje oudere medestudenten, onder wie de vluchtelingen Aäron en Ilda. Als Aäron bij zo’n gelegenheid zijn hand vertrouwelijk op de arm van Ilda legt, volgt de reactie van Marie in deze zin:
Het moment was plechtig en ik wist zeker dat hun snelle uitwisseling verder reikte dan mij en raakte aan een verbond tussen henzelf, een gedeeld verleden, een geschiedenis, een tijd waarin ik ongeboren was.
Grammaticaal gezien een opmerkelijke zin. In feite gaat het om drie nevengeschikte zinnen. In de tweede trekt de voorwerpsvorm van het voornaamwoord in dan mij meteen de aandacht. Maar de verwachte constructie dan ik met onderwerpsvorm is hier onmogelijk. Bedoeld is hier verder reikte dan voor mij gold of dan die van mij. In dat geval staat er een voorzetsel voor mij en geen voegwoord als dan. Er is dus iets weggelaten, zodat mij in eerste instantie vreemd klinkt. Denk maar eens aan Hij sprong verder dan ik (sprong). Een elliptische constructie noemen we dat. Er volgt er nog een. De derde nevengeschikte zin begint met een samentrekking: en (die snelle uitwisseling) raakte aan een verbond. Het werkwoord raken aan wordt niet zo veel meer gebruikt en betekent zoiets als ‘in relatie staan tot’ of ‘verband houden met’.
Verder is bijzonder de manier waarop het verbond nader wordt gespecificeerd, namelijk niet door een dubbele punt na henzelf, maar door drie nevengeschikte naamwoordgroepen (nominale constituenten) die qua inhoud steeds persoonlijker worden. De dubbele punt had louter een opsomming aangekondigd, de komma’s geven pauzes aan met een soort climaxwerking in dit (ook weer elliptische) meerledige voorzetselvoorwerp, afhankelijk van raakte aan. Interpunctie doet ertoe. Je zou kunnen spreken van bondigheid (brevitas) als stijlkwaliteit.
Om Peter-Arno te citeren: ‘met iedere zin is wel iets bijzonders aan de hand’. Een mooi uitgangspunt voor elke vorm van inductief grammaticaonderwijs!
Laat een reactie achter