De onstuimige opkomst van de elektronische post

De middelste zin van We mailen! van Jaap de Jong en Peter-Arno Coppen heeft een lengte die in overeenstemming is met het ellenlange artikel dat beide redacteuren van het Maandblad Onze Taal in die gelukkige dagen van 2000 nog konden schrijven. 3106 woorden schoon aan de haak. Tegenwoordig kan zo’n stuk in het zich steeds weer vernieuwende populaire taalmagazine wel toe met de helft van het aantal woorden. En de columnisten – zelfs de meest gelauwerde schrijvers van het genootschap – worden geacht (en slagen daar glansrijk in) hun slotpunt al na zo’n 350 woorden te plaatsen.
Het artikel We mailen! was een van de eerste die PA schreef als verse redacteur. Met wel direct een van de kortste titels uit zijn oeuvre. En wat voor oeuvre! Kenners van PA wisten waarschijnlijk al dat hij een even ijverige als trouwe man is: trouw aan zijn vakantiebestemming Oostende, aan de boekenmarkt in Deventer, aan zijn bijdragen aan Neerlandistiek.nl. En ja, aan zijn taalrubriek in een landelijke kwaliteitskrant. Maar wie had vermoed dat hij zo lang zo trouw zo veel artikelen en columns zou bijdragen aan Onze Taal. Dit artikel was een startteken van de onstuimige opkomst van een scherpe, geestige en geleerde populaire taalschrijver.In een zin van 41 woorden gebruiken de schrijvers (PA had deze keer een co-auteur) maar liefst twee dubbele punten. Interpunctietechnisch een zeldzaamheid. Voeg daarbij het gegeven dat we op dezelfde bladzijde ook een veel beschamperde puntkomma en twee halve kastlijntjes zien prijken en we realiseren ons: deze auteur kent het klappen van de zweep. Waar we elke dag weer met slechts een schamel leestekenaantal de taaloorlog moeten zien te winnen, weten de meeste schrijvers slechts een beperkt deel van het repertoire in te benutten. PA aarzelt niet om de hele rijkdom van leestekens in te zetten. Opvallend is ook de publieksgerichtheid van de tekst. Twee keer uw en een keer u. Als een ware schoolmeester houdt PA zijn lezers in de gaten: bent u daar nog? Het gaat om u en om uw e-mailgedrag. En die wat formele u? Het is 2000: het Ikea-je voelde nog als een ongewenste intimiteit aan. Nog een observatie. De nuchtere en praktische kijk van de auteur op taal toont zich in de aangetroffen zin: mailen is efficiënt. Dat scheelt ten opzichte van ouderwets brieven schrijven geld en vooral ook tijd. Tijd die je goed kunt gebruiken om snel een nieuw mooi artikel voor Onze Taal te gebruiken.
Een bijzonder kostenaspect van e-mail is de mogelijkheid om delen van uw ontvangen correspondentie te hergebruiken: uw binnengekomen e-mails worden veelal automatisch opgeslagen en blijven dus digitaal beschikbaar: u kunt knippen en plakken zonder dat het extra papier of tijd kost.
Ten slotte leen ik nog enkele zinnen uit het begin van dit artikel om het mijne te beëindigen:
Waarde Vriend!
Op het gevaar af, dat gij mij een man van den ouderwetschen stempel zult noemen, wil ik, bij de verwisseling van het oude met het nieuwe, het vaderlandsch gebruik toch volgen en u mijne hartelijkste zegenwenschen aanbieden. Lang leven, ongestoorde gezondheid, veel voorspoed en onze nimmer verflauwende vriendschap – ziedaar de weinige items, die ik u uit den grond van mijn hart toewensch.
Al zien wij elkander bij gelegenheid van dit feest niet persoonlijk, drink een glas wijn op mijne gezondheid, zooals ik het op de uwe hoop te doen, en geloof mij steeds,Uw oprechten Vriend,
Jaap de Jong
Laat een reactie achter