• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

De middelste zin van… Zin dat het heeft

26 september 2025 door Ad Foolen Reageer

Van promoties en pensioenen

De neerlandistische planken van mijn boekenkast afspeurend, blijf ik hangen bij Zin dat het heeft, een voor deze gelegenheid wel heel passende titel, zowel qua inhoud als interessante syntactische constructie, iets waar je Peter-Arno altijd voor wakker kunt maken. Zin dat het heeft is de titel van Een liber amicorum voor Jan van Bakel, zoals de ondertitel aangeeft. Dertien opstellen, onder redactie van Bas van Bakel, Peter-Arno Coppen en Piet Rolf, geschreven “ter gelegenheid van het afscheid van Jan van Bakel als buitengewoon hoogleraar Computerlinguïstiek” zo vermeldt de eerste zin van het voorwoord. Maar in welk jaar was dat? Nergens in het boek een jaar van publicatie te bekennen, maar de acht bladzijden tellende “Bibliografie Jan van Bakel” achterin de bundel heeft als laatste item Historische syntaxis en computerlinguïstiek, afscheidsrede KU Nijmegen, 12 februari 1993. Misschien toch opzet van de redactie, de lezer zelf een beetje te laten puzzelen? 

Nu nog de puzzel van de middelste zin oplossen volgens het stappenplan van Peter-Arno De eerste genummerde bladzijde van Zin dat het heeft is 11, de laatste 192. Stap 2: (192-11) +1 = 182, een even getal, dus ik moet de laatste zin van pagina 91 hebben, toch? Die zin luidt:

Vele blijven tot in onze dagen verbijsteren.

Die zin is wel erg kort, maar Peter-Arno zou er zeker brood in zien om uitvoerig in te gaan op de aspectuele relatie tussen blijven en verbijsteren (vgl. blijven verbazen en blijven verwonderen, met dank aan Marc van Oostendorp voor een eerste gedachtewisseling hierover, maar het vervolg laten we graag aan Peter-Arno over). Laat ik kijken of ik verder kom als ik de voorafgaande zin erbij betrek: 

Maar, let wel, niet alle godsdienstige woorden verliezen hun blasfemisch karakter in de vloekformules. Vele blijven tot in onze dagen verbijsteren.

De laatste korte zin eindigt overigens met een verwijzing naar een voetnoot waarin Alle Jezus en Grote goden als voorbeelden gegeven worden, in de NRC gebezigde vloeken waar een lezer van de krant zich volgens zijn ingezonden brief flink aan gestoord had.

Het artikel waarin de door mij hopelijk juist bepaalde middelste zin voorkomt, is van de hand van Piet van Sterkenburg, net als Van Bakel in Nijmegen gepromoveerd bij Weijnen (in 1975), en ook nog een tijdje als docent bij Nederlands in Nijmegen collega van Van Bakel geweest (ik heb van beiden college gehad), in 1977 naar Leiden vertrokken om daar directeur van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (nu INT) te worden. In zijn bijdrage aan het liber amicorum voor zijn vroegere collega Van Bakel bespreekt Van Sterkenburg Veranderingen in de lexicale onderwereld van het Nederlands: ‘vloeken’, zoals de titel luidt. Vloeken, vloekformules, blasfemie, niet bepaald een thematiek waar ik veel mee kan in verband met de collega die nu pensioen gaat. Ik heb met Peter-Arno de nodige vergaderingen meegemaakt, colleges generatieve grammatica gegeven, in de Refter geluncht, maar ik kan me niet herinneren dat er ooit een vloek over zijn lippen kwam. Het waren altijd argumenten, argumenten waarom het zus of zo zat, waarom dit of dat niet in orde was, waarom het zo en zo verder moest, maar een vloek, nee.

Met vloeken kom dus ik niet verder, terwijl ik toch wel graag de gelegenheid te baat neem om nog wat meer te schrijven. Dan maar het historiografische lijntje oppakken? Er zijn hierboven al de nodige Nijmeegse namen gevallen: Weijnen, Van Bakel, Van Sterkenburg, Coppen. En ook die van de mederedacteuren van de bundel, Bas van Bakel, zoon van, nog ooit bij mij afgestudeerd op de vraag welke werkwoorden zijn en welke hebben als hulpwerkwoord van tijd nemen. En Piet Rolf, medewerker computerlinguïstiek bij Jan van Bakel. Waarmee we terug zijn bij de context waarin Peter-Arno in de jaren 80 z’n wetenschappelijke carrière begon als uitvoerder van het NWO-project Syntaxis en semantiek van de NP in het Nederlands. Op 12 september 1991 promoveerde hij op de uitkomsten van dat project, de computerlinguïstische studie Specifying the Noun Phrase, met Jan van Bakel als promotor. Als we het historiografisch-promotionele lijntje verder in de tijd terug bekijken, zien we dat Van Bakel in 1958 zijn proefschrift over De vaktaal van de Nederlandse klompenmakers verdedigde, met Weijnen als promotor. Weijnen op zijn beurt was in 1937 bij Van Ginneken gepromoveerd op Onderzoek naar de dialectgrenzen in Noord-Brabant, in aansluiting aan geographie, geschiedenis en volksleven. En de lijn in de andere richting doortrekkend kunnen we noteren dat Jimmy van Rijt, een van de promovendi van professor Coppen, in 2021 promoveerde op Understanding grammar: The impact of linguistic metaconcepts on L1 grammar education.

Als we de onderzoekslijn van Van Ginneken via Weijnen, Van Bakel, Coppen en Van Rijt bekijken, zien we inhoudelijk vooral variatie, van taalpsychologie en taalsociologie bij Van Ginneken, via dialectologie naar op syntaxis gerichte computerlinguïstiek en vakdidactiek. Variatie zien we zelfs binnen het werk van elk van de hoogleraren, waarbij opvalt dat ze ook altijd wel aandacht hadden voor het moedertaalonderwijs. Van Ginneken was een omnivoor en beterweter, die dus ook z’n uitgesproken mening had over het moedertaalonderwijs (1917), zie ook hier. Weijnen was standvastig dialectoloog, maar hij dacht ook na over de vraag hoe men op de lagere school zou moeten omgaan met dialectsprekende kinderen (1948), zie hier bijvoorbeeld. Van Bakel ontwikkelde zich van dialectoloog naar computerlinguïst maar was ook altijd bereid om met studenten over andere zaken in debat te gaan, inclusief de inrichting van de studie Nederlands. In mijn eerste studiejaar (1968) gaf hij het vak Gotisch en toen wij als kritische studenten naar de relevantie van dat vak voor aankomende neerlandici vroegen, schuwde hij het debat niet. Het jaar daarop werd het vak Gotisch uit de studie geschrapt. Opmerkelijk feit: Jaren later kreeg Peter-Arno privéles Gotisch bij Van Bakel thuis. 

De geschetste variatie en ontwikkeling bij de opeenvolgende Nijmeegse hoogleraren maakt het moeilijk om van een ‘Nijmeegse School’ te spreken. Bovendien, de aanduiding École de Nimègue was al gereserveerd voor het onderzoek naar oudchristelijk Grieks en Latijn, met Schrijnen en Mohrmann als grondleggers en o.a. de vorig jaar overleden Bartelink als voortzetter van die onderzoekslijn, zie hier. Ik dacht nog even aan ‘Brabantse School’ als mogelijke koepelterm: Zowel Van Ginneken als Weijnen en Van Bakel waren van huis uit Brabanders. Maar, verdorie, die Coppen komt van net over de Brabantse grens, uit Weert. En Van Rijt heeft Venrayse wortels, nog verder Limburg in. ‘Erasmustoren’ dan wellicht als gemeenschappelijke noemer? Toen in 1973 het Erasmusgebouw voltooid werd, moesten Weijnen en Van Bakel van het knusse Stella Maris aan de Schaeck Mathonsingel verhuizen naar Heyendaal. Peter-Arno is als student in het Erasmusgebouw begonnen en is daar tot z’n pensioen gebleven. Wel is hij in de loop der jaren opgestegen. Niet alleen ging z’n carrière opwaarts, ook letterlijk is hij omhoog gegaan. Computerlinguïstiek zat laag in het gebouw, evenals de Afdeling Taal, Spraak en Informatica, waar Peter-Arno jarenlang deel van uitmaakte. In 2008 steeg hij vanwege zijn aanstelling als hoogleraar Vakdidactiek op naar de hoogste verdieping van het gebouw. Maar nee, toch maar niet ‘Erasmustoren’, de associatie met ‘ivoren toren’ zou te makkelijk gemaakt kunnen worden, en die zou ten onrechte zijn, zoals uit dit stukje ook moge blijken.Interessante en collegiale collega’s maken een belangrijk deel uit van je werkplezier. Wat dat betreft heb ik in het Erasmusgebouw zeker met Peter-Arno geluk gehad. Daar zullen we elkaar voortaan minder vaak tegenkomen. Maar er zijn andere plekken, een paar weken geleden nog, we doen onze boodschappen in dezelfde supermarkt. Tussen de schappen raakten we meteen weer aan de praat. Taalkunde blijft interessant, ook na het pensioen en ook buiten het Erasmusgebouw, dat kan ik je verzekeren, beste collega. Dat maakt het wellicht toch makkelijker om over de pensioengrens te stappen? Nu geeft Word aan dat ik de door de initiatiefnemers van dit huldeblijk gestelde grens aan het aantal toegestane woorden ruimschoots aan het overschrijden ben. Wordt dus elders vervolgd, in het Erasmusgebouw of de supermarkt.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Peter-Arno

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d