Dat renners in koers met hun schoenen aan het pedaal vastzitten, heeft een reden. Terwijl ze het ene pedaal naar beneden duwen, trekken ze het andere met hun voet omhoog en maken zo optimaal gebruik van hun kracht. Een soepele ´coup de pédale´ is niet alleen efficiënt, maar ook een lust voor het oog.

Gebeurde het niet op vrijwillige basis, dan zou het vastmaken van de schoenen aan de pedalen grenzen aan het misdadige. Rijden op een fiets is een van de meest complexe fysieke handelingen waartoe de mens in staat is, een acrobatische act van het hoogste niveau. Daar komt bij dat het kunstje bij het toenemen van de snelheid nog complexer wordt – en dus gevaarlijker. Voegen we er factoren aan toe als een openbare weg, bergpassen en tweehonderd anderen die om het hardst fietsen, dan hebben we alle ingrediënten voor een van de gevaarlijkste sporten ter wereld. Een kleine ontregeling kan grote gevolgen hebben.
In 1985 verscheen Bernard Hinault aan de start van de Tour de France met klikpedalen op zijn fiets en zette zo een kleine revolutie in gang. Het systeem was ontwikkeld naar het voorbeeld van skischoenen en vond snel navolging in zowel het profpeloton als onder recreanten. Het grootste voordeel was dat de renners hun schoen met een simpele beweging van de voet uit het pedaal konden draaien, waar ze voordien eerst met de hand het riempje van hun toeclips los moesten maken.
Al in een Nederlandse Woordenschat uit 1899 – ´met medewerking van vele mannen van wetenschap´ – duikt de toeclips op: ´Haak aan de fiets om de voet in te zetten, opdat de voet niet van het pedaal glijdt´. Taalpuristen geven de voorkeur aan het Nederlandse woord ´voethaak´. De meeste anderen zeggen toeclip, de letterlijke vertaling is teenklem. Alleen aanstellers spreken toeclip op zijn Engels uit (´tou´).
In Van Dale Wielersportwoordenboek door Jan Luitzen (2009) wordt ´toeclip´ omschreven als ´voetklem aan de trapper van een sport- of racefiets waarin het voorste deel van de voet wordt gestoken´.
In het Groot wielerwoordenboek door Marc de Coster (2009) staat over toeclips: ´Engels (letterlijk: teenklemmen) voor een constructie van riempjes en haken aan de pedalen van een racefiets waardoor de voeten vast komen te zitten. Tegenwoordig kiest men meer en meer voor klikpedalen.´ Klikpedalen zijn ´pedalen waaraan men raceschoenen kan vastklikken met een speciale bajonetsluiting. Ter vervanging van de ouderwetse toeclips. Omdat de meeste inspanning wordt geleverd via de pedalen moeten ze de voet goed vasthouden en steunen. De schoen moet ook sneller loslaten dan toeclips. Daarom zijn klikpedalen een goede oplossing.´
In het Wielerwoordenboek door Wim van Rooy, Fons Leroy en Sam van Rooy (2010) wordt toeclip omschreven als ´beugel op de pedalen van een racefiets waarin het voorste deel van de voet wordt gestoken.´ Daaraan wordt toegevoegd dat de Nederlandse uitspraak van het Engelse woord ´toe´ als ´toe´ in de Nederlandse betekenis van ´dicht´, een staaltje van schitterende volksetymologie is. ´Vastzitten in zijn teenklemmen´ betekent: niet uit zijn pedalen geraken (vaak na een valpartij); figuurlijk betekent het: niet weggeraken uit het peloton.
Volksetymologie is een vervorming van vreemde of onbegrepen woorden door het volk, zodanig dat zij op vertrouwde, bekende woorden gaan lijken, ten dele ook voortspruitende uit de zucht zichzelf die woorden te verklaren (Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal). Als ´toe´ ´dicht´ is, dan is toeclip qua betekenis een pleonasme (´dichtklem´) geworden, waarbij de ´teen´ verdwenen is… Een leenwoord uit het Engels wordt – bewust of onbewust – een volksetymologie qua uitspraak en betekenis.
Bron
Flip van Doorn, De zwarte trui – De schoonheid van de koers in de schaduw van de dood, 2025, blz. 24-25, 28-29
Als fietsende Neerlandicus heb ik jaren zachtjes gegniffeld om de Nederlandse uitspraak van toeclip zonder me te realiseren dat ’toe’ betekenis toevoegde en dus volksetymologisch zou kunnen zijn. Dank daarvoor. Maar trekken aan de pedalen doen wielrenners niet – dat is een wijdverbreid misverstand. Er zijn uitzonderingen: de persoon Peter Sagan, en de extreme omstandigheden van een eindsprint – het moment waarop de renners vroeger de toeclips aantrokken. Goed fietsen is een kwestie van effectief duwen. Hoor ter illustratie de woorden van Remco Evenepoel na zijn fenomenale tijdrit gisteren: hij heeft het een paar keer over ‘(door)duwen’. Niet over trekken. Het voordeel van vastgeklikt zitten is dat je dan geen enkele moeite hoeft te doen voor het op de optimale plek houden van je voeten.
Met voeten en bekken gefixeerd is de fietsbeweging zelf helemaal niet fysiek complex, althans, niet voor wat betreft de coördinatie van de beenbeweging. Het is ook nog eens alleen een concentrische beweging van de grote spiergroepen, makkelijker kan bijna niet. Het complexe zit hem enerzijds in de lange duur en anderzijds in balanceren, sturen en remmen. Daarbij helpt het als die voeten vanzelf op de goede plek blijven.