
Worm en rups
Maagd Worm, want potenloos, beminde
een rups, tot afschuw van zijn vrinden.
Haar pa schaterde ondergronds
hoewel van aarde binnensmonds.
Haar ma wrong zich bleek en verstoord
in knopen van de hoogste soort.
Doch de rups was zeer tevreden
dat zijn loopkunst werd aanbeden.
Hij danste zelfs voor Worm soms even
of stapte zwaar en overdreven.
Doch eens, al walsend, kreeg hij slaap en
begon een witte draad te gapen.
Worm dacht meteen dan die cocon
voor haar werd en een bruidsjapon.
Zij kroop daar dan ook haastig binnen
en liet zich met hem samenspinnen.
Toen hij vergriezelde tot pop
ging daarin ook haar lichaam op.
Het ding werd prachtig goud en rood,
zoet geurig, warm en iets te groot.
Hoewel er soms wat kirt daarbinnen
heerst meer de stilte van het beminnen.
Soms komt een vogel in de nacht
eerbiedig langs, en glimlacht.
Vroeger ook wel eens mensen maar
niet in de laatste duizend jaar.
Moraal:
Hoe vriendelijker men iets voelt,
hoe minder daarmee dient bedoeld.
Leo Vroman (1915-2014)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter