
Foto: Filip Naudts / Wikimedia.
•• Uit Nachtatlas, de nieuwe bundel van Peter Verhelst, de eerste twee gedichten uit de cyclus ‘Mijn liefste ze spreekt zoals stilte’. Verschijnt begin oktober.
Met je vleermuisstilte van een zomernacht
je zilveren oogleden en je wildzijden-jurk-en-sigarettenrook-stilte
verlaten-wereld-stilte
nauwelijks doorwaadbare, naar de diepte trekkende, vacuüm zuigende, niet te
harden verlaten-wereld-stilte
liefste, red me met je op mij plaatsnemende, je van tenen tot vingertoppen tot
hoofdkruin op mij uitstrekkende heupwiegende stilte, de warme traagheid ervan,
je ogen halfdicht, je naar sandelhout geurende, dromerig traag op mij rijdende,
je vergroeide,
verstrengelde,
volstrekt samenvallende,
zeg ja.
••
Op weg naar stilte droom ik op zomernachten van wie
we waren met wie, en wie er straks gewikkeld
in sluiers, doeken of lakens in de vijver wegzinken.
Hoe jij daarna door de populier ritselt, door de stam van de rode beuk
stroomt, hoe je in de wijdopen monden van de magnolia ademt.
Ik kan gekerm horen in de ceder van Libanon. Met mijn voorhoofd
tegen de stam zeg ik wat ik nooit uitgesproken kreeg, nooit
gekund, nooit gedurfd, wat we hoopten: eeuwig zal de droomboom
door ons heen groeien, hadden we zo graag willen hopen.
Laten we gaan liggen voor het te laat is, doorweekt,
haren, tanden, vingers, ogen: los op in zachte, milde, wijde stilte.
Zeg ja. Tegen de maan. In de zich zwart sluitende vijver
Peter Verhelst (1962)
uit: Nachtatlas (De Bezige Bij, 2025)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter