Wie op zoek gaat naar poëzie over en van vluchtelingen en migranten stuit al snel op veelkleurige diversiteit. Soms gaat het om persoonlijke ervaringen geworteld in eigen verleden of familieverband. Soms zijn het min of meer losse invallen. Zo dichtte Chris van Geel:
Ik loop van honger koek te eten,
een San Francisco uit Zaandam
en denk aan seks en minderheden,
had liever ook een boterham.
Maar vaak is er een sterke betrokkenheid bij het lot van vluchtelingen en wordt solidariteit verwoord, en soms ook meeleven, wanhoop of woede. ‘Heeft de nachtwind ooit een balling troost gebracht?’, vroeg A. Roland Holst zich destijds al af.
Het eerste deel van dit overzicht biedt werk van Nederlandse en Belgische dichters over uiteenlopende facetten van vluchten en migratie. Daarna volgen gedichten van nieuwkomers in Nederland en Vlaanderen. De grenzen zijn daarbij in diverse opzichten relatief. Niet iedere dichter laat zich makkelijk indelen. Sommige nieuwe Nederlanders blijven sterk verbonden met hun land van herkomst. Veel nieuwkomers zullen zich herkennen in de regel ‘Weggaan kun je beschrijven als een soort van blijven’ van Rutger Kopland. Andere dichters nemen nadrukkelijk afstand van hun vroegere vaderland. Hafid Bouazza –‘geen Marokkaanse schrijver, ook geen Marokkaans-Nederlandse, maar een Nederlandse Schrijver van Marokkaanse Afkomst met Nederlandse Nationaliteit’ stelde dat ‘de verbeeldingswereld’ het enige ware thuisland van een schrijver is: ‘De taal is zijn identiteit, stijl zijn paspoort.’
Soms zien nieuwkomers verrassend snel kans om te dichten in hun nieuwe taal. Zo werd Serap Fistikci die slechts enkele jaren in Nederland woont dit voorjaar in de gemeente Edam-Volendam gekozen tot Dichter des Waterlands.
Ik ben de nieuwe fee van het Waterland,
De stem van wie niet meer durft te dromen.
Vandaag gaven ze vleugels aan een waterfee,
Vandaag werd ik hoop.
Vandaag werd ik opnieuw vrouw,
Vandaag werd ik opnieuw moeder.
Vandaag werd ik de nieuwe dichter van het Waterland.
Na de Nederlandstalige gedichten volgt een bescheiden selectie van vertaalde poëzie over vluchten, ballingschap en migratie. Hoewel Ellen Deckwitz in haar cursus genieten van poëzie verwijst naar een Chinees gezegde dat het lezen van een vertaald gedicht hetzelfde is als het bekijken van een borduurwerk zijn er veel gedichten die ook in vertaling zeer aanspreken.
Het overzicht wordt afgerond met een selectie uit de secundaire literatuur en verwijzingen naar tijdschriften en websites.Erik van den Bergh, samensteller van dit overzicht, stelt aanvullingen, correcties en commentaar op dit overzicht zeer op prijs. Email: evdbergh@ziggo.nl.
Referenties
Chris van Geel, Verzamelde gedichten. Amsterdam: Uitgeverij G.A. van Oorschot. 1993. blz. 332
A. Roland Holst, Verzamelde gedichten. Bussum: Van Dishoeck.1948. blz. 221-225.
Lodewijk Verduin, “Woorden worden oorden in de geest’. Het zintuiglijk proza van Hafid Bouazza. In: De Gids. Tijdschrift voor literatuur. (188)3. 2025. blz. 67.
De Nieuwe Fee van het Waterland | Dichter des Waterlands
Ellen Deckwitz, Olijven moet je leren lezen. Een cursus genieten van poëzie. Amsterdam / Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact. 2016. blz. 46.
Op Neerlandistiek verschenen eerder overzichten over Vluchtelingen, migratie & de multiculturele samenleving in de Nederlandse & Vlaamse literatuur (12 april 2025);
– Het verhaal van vluchtelingen en migranten in Nederland & België (autobiografieën, dagboeken, literaire non-fictie als om (auto-) biografisch geïnspireerde romans en verhalenbundels; 18 april 2023)
– Vluchtelingen & migranten & diversiteit in kinderboeken en jeugdliteratuur (25 september 2024)
Laat een reactie achter