
Zo lang ik me kan herinneren, was ook Frits Spits er. Ooit was dat met de Avondspits en later was dat met de Taalstaat, waar ik weleens als gast heb mogen aanschuiven bij het item dat de DigiTaalstaat heette. Dat duurde een minuut of vijf, misschien iets langer, en het gesprek was opgehangen aan de tweets die de studiogast in de voorafgaande weken de wereld in had gestuurd.
Ik heb niet het idee dat ik er zelf veel belangwekkends heb gezegd, maar het was een leuk item waar ik graag naar luisterde. De besproken kreten – want veel meer is zo’n tweet niet – waren weliswaar te kort om werkelijk interessant te zijn, maar Spits wist de studiogasten toelichtingen te ontlokken waardoor die maximaal 280 lettertekens verdieping kregen. De DigiTaalstaat verlegde de aandacht van een kreet naar iets wezenlijkers.
Cultuurmaker
Daarmee leek het programmaonderdeel een beetje op het item dat me van de Avondspits het meest is bijgebleven: de Poplimerick. De luisteraars konden een gedichtje insturen dat verwees naar een liedje dat ze met anderen wilden delen, en Spits draaide dat dan. Ik geloof dat de auteur van zo’n limerick een trui kreeg toegestuurd met het logo van de NOS. Een voorbeeld dat ik vijfenveertig jaar na dato nog kan citeren:
Een componist zat uit het raam te turen
Bij zijn 10538e ouverture.
Het was 1711,
Hij dacht bij zichzelf:
“Hoe lang zou de uitvinding van het elektrisch licht nog duren?”
En na deze limerick te hebben voorgedragen, zette Spits 10538 Overture op, de eerste single van het Electric Light Orchestra. Zo maakte de luisteraar kennis met muziek die andere luisteraars de moeite van het delen waard vonden. Het was een leuke, niet belerende manier om de luisteraars iets nieuws mee te geven dat ze zelf niet zouden hebben ontdekt. De Poplimerick verlegde de aandacht van een rijmpje naar iets wezenlijkers.
Wat ik in de DigiTaalstaat en de Poplimerick herken, is een goede leraar. Dat is iemand die niet alleen de voorgeschreven stof uitlegt, maar z’n leerlingen erbij betrekt en de aandacht en passant naar wat extra’s verlegt. Het is een aanbod. Misschien herkent de leerling het niet, en als hij het herkent, hoeft hij het niet aan te nemen. Maar het aanbod is er. Dat maakte Spits tot meer dan een goede radiomaker, maar tot een cultuurmaker.

Laat een reactie achter