In zijn gedicht Pauvres vieilles cités uit zijn bundel Toute la Flandre (1904) beschrijft Emile Verhaeren genadeloos het verval van de Vlaamse kleine stadjes – hij noemt Damme, Kortrijk, Ieper en Dendermonde – van zijn tijd dat hij contrasteert met hun roemrijke verleden. Toch spreekt hij aan het eind de hoop uit dat ze uit hun sluimer zullen ontwaken.
Laat een reactie achter