
De achternaam Taalman bestaat in het Nederlands. Op internet is ook een ‘Rijschool Taalman’ te vinden en ‘Taalman schoenen’. De achternaam Rekenman bestaat niet. (Wel zijn er enkelen die zichzelf ‘rekenman’ noemen, onder meer omdat ze kinderen kunnen begeleiden bij het leren rekenen.) Frits Ritmeester koos als alternatieve achternaam ‘Spits’ – vanwege het rijm zoals hij zelf heeft verklaard – maar ‘Taalman’ zou ook een goed te verdedigen keuze zijn geweest.
Frits studeerde enkele jaren economie, ging in militaire dienst (‘Soldaat Ritmeester meldt zich.’ – ‘Voor het paardenregiment moet u elders zijn.’) en studeerde daarna Nederlands. Al vroeg had hij niet alleen lezen als hobby van hem, ook muziek, met name rock- of popmuziek. In Rosmalen deed hij mee aan een dj-wedstrijd, die hij ook meteen maar won. In zijn dankwoord zei hij: ‘In Rosmalen mengt men muziek tot een melodieus mengsel’. Met taal kun je immers meer dan alleen een betekenis overdragen. Zoals zangeres Liesbeth List ooit zei: ‘Frits koestert de taal.’ En dat laat hij bij herhaling blijken.
Het bekendste is Spits misschien nog altijd door het programma ‘De avondspits’ op Radio 1. Hij sprak zijn luisteraars ook aan als ‘Vrienden van de Avondspits’, en taal – of het spelen met taal – was altijd een belangrijk element, bijv. in de uitdagingen aan de luisteraars om een ‘Poplimerick’ te schrijven, waarmee Frits in feite de rol van taaldocent op zich nam. Dat leidde dan tot mooie door luisteraars ingezonden producten als het volgende, tegenwoordig weer aardig actueel in Den Haag: ‘Bedenk alvorens je in Den Haag solliciteert / Het gaat daar niet alleen om hoe je presteert / Tracht de verleidingen te weerstaan / Om telkens door je knieën te gaan/ Maar vergeet vooral niet waarom macht erotiseert.’
Van zijn aankondigingen maakte Frits vaak een klein kunststukje. Ach, die taal die is er toch, waarom zou je die niet ten volle benutten? Een kort voorbeeld: ‘Zoals u kunt horen, ik ben niet alleen (vogelgetsjilp), om mij heen zwermen de vogels. Zij cirkelen boven de Avondspits. Zij waken van ozonlaag tot rietkraag, zij beschikken over een enorme veerkracht, en zorgen ervoor dat ik me niet in de nesten werk.’ Het zal duidelijk zijn: woordspelingen zijn goed aan Frits besteed.
Na de Avondspits kwam onder meer ‘Tijd voor twee’ en vanaf januari 2014 als laatste kunststukje ‘De Taalstaat’ met ongebreidelde aandacht (Frits zal ‘ongebreideld’ een mooi woord vinden) voor de Nederlandse taal, teksten, liedjes, romans. Een kort voorbeeld uit een recent gesprek met Abdelkader Benali. Frits zit er als het ware bovenop om dát uit een schrijver te halen wat werkelijk van belang is, en ook interessant voor de luisteraar/lezer. Bij een keuze tussen drie schrijvers, kiest Benali voor Tonke Dragt. Hij herkent haar niet van de foto, en zegt: ‘Tonke Dragt, dat waren die boeken’. Frits: ‘Ja’. Benali: ‘En die verslond ik.’ Frits: ‘Waarom?’ Benali: ‘Omdat ik in een andere wereld was.’ Frits: ‘Dus aan Tonke Dragt, aan haar boeken, dank je je liefde voor… voor de verhalen?’ Benali: ‘Ja, ja, ja. De idee dat je met open ogen een droom kan leven, dat is literatuur.’ Daar kon Frits het alleen maar van harte mee eens zijn.
Dit fragmentje laat zien hoe Frits middels enkele korte woorden zijn gast als het ware leidt naar een mooie, in De Taalstaat passende conclusie: alles ter ere van de Nederlandse taal.
Laat een reactie achter