
Rook
Frits en Judith zijn terug in stad,
ze zagen het niet meer zitten
in de Ardèche. ’t Was er niet meer je dat
sinds hun buurman repatrieerde, zegt Judith en
dat zit zo. Buurman was N., die androfiele poëet.
Meer huurman grapt cynisch Frits.
Het huis werd verkocht onder zijn reet
aan de snelle copy-writer B., bekend ánderofiel. Tits
galore, per dag zowat een ander stel, beaucoup van datte.
Frits ontfermde zich – en zeker sierde dat gebaar hem –
voorlopig over N. zijn spullen en zijn katten,
verkocht zíjn huis als annex voor B.’s harem
met tonnen winst als de zakenman die hij ook is.
Is Judith blind? Zou Frits niet zelf een beetje?
Hij praat over die N. met zo’n bezieling, weet je.
Logisch dat bij zo veel vuur ook wel wat rook is.
(Hydra, juni 1990)
Marko Fondse (1932-1999)
•• Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter