
In mijn werk heb ik veel te maken met wat ik ‘Schemerengels’ noem: Nederlands waar het Engels nog doorheen schemert. Ik weet meteen waar ik aan toe ben als er kritisch staat waar het kritiek (critical) moet zijn en opwindend voor spannend (exciting). Onlangs kon ik het niet laten om bij een redactionele ingreep waarin ik acteren door handelen verving in een opmerking iets te schrijven als: ‘acteren doe je op het toneel’.
Intrigerend vond ik onlangs een geval van sleutel: is dat het ding waarmee je een deur opent of iets cruciaals, zoals in key success factors? Op het symposium over digitale veiligheid van mijn opdrachtgever het Adviescollege ICT-toetsing afgelopen donderdag wist ik bij ‘gerichte aanval op sleutel ICT-beheerders’ niet hoe het zat. Nouja, het zal niet hun fysieke sleutel geweest zijn, maar er zijn ook digitale sleutels – in Vlaanderen is het een soort DigiD bijvoorbeeld, en ik kan me voorstellen dat ICT-beheerders ook zoiets hebben. Maar de aanval kan ook gericht zijn geweest op de belangrijkste ICT-beheerders, als in sleutelfiguren.
Puzzelen
Daar komt natuurlijk ook het probleem van de losgeschreven samenstellingen om de hoek kijken. Daar wemelt het bij Schemerengels van. Wat me daar de laatste tijd aan opvalt, is dat die samenstellingen soms heel lang zijn, en dat simpelweg de spaties verwijderen niet tot goed Nederlands leidt. Weer van het symposium: internet natiestaat interceptie capaciteiten. Internetnatiestaatinterceptiecapaciteiten – nee. Ik denk dat het iets moet worden als ‘de capaciteiten om het internet van een natiestaat te onderscheppen’, maar ‘het vermogen van een natiestaat om internet te onderscheppen’ kan ook. Net als bij de sleutel ICT-beheerders ontbreekt het me aan de benodigde vakkennis om te weten wat de juiste oplossing is.
Vier zelfstandig naamwoorden op een rijtje, en zoek het verband maar uit. Het Engels is daarin, zo lijkt me, abstracter dan het Nederlands, door het impliciet laten van dat verband – het enige wat je hebt is de volgorde. Vier is een extreem geval, maar bij het redigeren heb ik er soms met twee of drie waar ik ook een voorzetsel voor nodig heb om er ‘echt’ Nederlands van te maken. Dat voorzetsel expliciteert de relatie. Bijvoorbeeld: de combinaties van eigennaam met iets: het EU leiderschap, het <bedrijfsnaam> management, de <bedrijfsnaam> aanpak, enzovoort. Die herschrijf ik met van. Het lijkt wel alsof het Nederlands dat explicietere verband afdwingt.
Nou zijn de meeste Schemerengelse samenstellingen wel te begrijpen, maar internet natiestaat interceptie capaciteiten vond ik een puzzeltje. Sterker nog, internet nation interception capabilities ofzoiets lijkt me óók puzzelen voor Engelstaligen. Althans, als het geen dagelijkse kost voor je is. Als je er elke dag praat of leest of schrijft, is het ongetwijfeld gesneden koek. Dat is een algemeen verschijnsel: experts communiceren abstract over hun eigen expertise. Onderling is dat geen probleem, maar voor buitenstaanders wel. Als relatieve buitenstaander heb ik me op het symposium prima vermaakt met dat puzzelen.
Dit stuk verscheen eerder op het weblog van Louise Cornelis
Schemerengels, mooi woord. In euh papers van studenten vooral *argumenteren* als vertaling van *argue* (betogen, laten zien, beweren) en een voor mij te ruim gebruik van het werkwoord *identificeren* (als in het identificeren van gevallen in een corpus). O ja, *als in* is er vast ook eentje.
‘Als in’ is geloof ik geen schemerengels maar vooral spreektalig. Ik gebruik het in ieder geval gewoon in gesproken taal, maar ik zou het niet (bewust) opschrijven in een formele tekst. Ik weet dat vrienden van mij het ook zeggen want het is me eerder opgevallen. Ik weet niet of het een min of meer ingeburgerd anglicisme is, dat zou goed kunnen.
Reken je ‘argumenteren’ alleen fout als het overgankelijk gebruikt is, en reken je ‘beargumenteren’ ook fout? Ik geloof dat ik wel vaak ‘beargumenteren’ schrijf. ‘Ik zal beargumenteren dat bla bla bla.’
“Beargumenteren” kan ook natuurlijk maar dat is wel zwaar en naar mijn gevoel wat specifieker in betekenis
Interessant. Ik vind ‘exciting’ best lastig te vertalen. Volgens mijn Engelse taalgevoel is de connotatie toch echt anders dan het Nederlandse ‘spannend’, positiever vooral. Excitement is eigenlijk altijd ‘gezonde spanning’. Als ik de andere richting op zou vertalen zou ik van ‘spannend vinden’ in veel gevallen denk ik een constructie met ’to be nervous’ maken. ‘Ik vind naar Amerika vliegen erg spannend’ zou ik vertalen als ‘I’m quite nervous about flying to America’ en niet als ‘I’m very excited about flying to America.’ Maar ‘opgewonden’ vind ik vooral heel seksueel klinken.
‘Enthousiast’ kan ook als vertaling van ‘excited’, ‘enthousiasmerend’ voor ‘exciting’ zou ik dan weer niet doen. Als je een ‘exciting movie’ kijkt is dat inderdaad een ‘spannende film’, behalve als het, nou ja, een opwindende film is. Dat zou ook kunnen maar dat moet je dan uit de context opmaken want het betekent wel iets anders.
Inderdaad, ‘als in’ als in ‘as in’ . . . Zo zijn er heel wat uitdrukkingen en (on)grammaticale figuren in het Nederlands aan het sluipen. Eentje met al bijna vaste voet aan de grond is de volgorde als in: ‘het nummer één-wasmiddel’. Waar Nederlands zou zijn ‘wasmiddel-nummer één’. En de uitdrukking ‘over de jaren’ analoog aan ‘over the years’.
Je hoort bijna nog vaker de vermenging tussen de Engelse en de Nederlandse grammatica in die laatste uitdrukking: ‘over the years’ + door de jaren heen’ = over de jaren heen’.
Je hoort of leest ook al ‘de Groenhuijsen-familie’ in plaats van de familie-Groenhuijsen’. In het geval van kabinetten is het gebruik van de Nederlandse grammatica zo standaard en zo vaak gehoord dat mij het moment nog niet aanstaande lijkt dat we gaan horen over lijken uit de kast van het laatste Rutte-kabinet; wat ons waarschijnlijker staat te wachten is toch het eerste kabinet-Jetten.
Ik gebruikte niet voor niets als voorbeeld ‘de familie-Groenhuijsen’. Het bontste geval van Nederlands met Engelse grammatica dat mij tot nu toe is opgevallen kwam bij Charles Groenhuijsen vandaan. Hij was ooit correspondent-Verenigde Staten (Verenigde Staten-correspondent?) en sprak in die hoedanigheid over “de Bush-administratie”. Niet bedoelende de boekhouding o.i.d. van de toenmalige president van de V.S. natuurlijk. Al heel wat jaren geleden dus, en in het geval van deze correspondent nog wel te begrijpen, omdat hij toen natuurlijk dagelijks meestal Engels sprak.
Ik constateer overigens een twijfel bij mij over het spellen van een of ander. Bij ‘kabinet-Rutte I’ ben ik overtuigd van het streepje tussen de samenstellende woorden, maar bij ‘familie-Groenhuijsen’? Ik denk eigenlijk dat ik het verbindingsstreepje daar zou weglaten, maar wegens consequent en analoog en zo heb ik het hier toch maar aangehouden.
Het Engels werkt meer met – stapelbare – substantieven waar je in het Nederlands een werkwoord nodig hebt om hetzelfde idiomatisch uit te drukken, zoals in het voorbeeld hierboven met de interceptiecapaciteiten. In zulke reeksen vervullen de eerstgenoemde substantieven de functie van een adjectief (een van de kenmerken waaraan het Engels zijn fameuze ‘conciseness’ te danken heeft). Het Nederlands heeft hiervoor weliswaar de samenstelling, maar daar kun je meestal niet meer dan twee of hooguit drie substantieven in kwijt zonder in vergezochte galgjewoorden te vervallen (type hottentottententententoonstellingsterreinbaas).