
Frits is geboren op 19 januari 1948. De onvolprezen website Delpher laat me zelfs nog de geboorteaankondiging zien, die de dag erna in verschillende kranten stond, waaronder het Algemeen Handelsblad:

Veel eerder dan Frits zelf weet, leerde ik hem kennen, namelijk in De Schob in Helmond, een roemruchte bar-discotheek, waar ik al op tamelijk jonge leeftijd kwam.

Frits was er diskjockey. Of hij er vanuit Eindhoven op de fiets naartoe kwam met een platenkoffertje onder de snelbinders, weet ik niet, maar ik zie hem zomaar fietsen, via Nuenen door de Stiphoutse bossen naar Helmond. Het moet begin jaren zeventig zijn geweest, maar ik kan er met gemak een paar jaar naast zitten.
De Schob in Helmond zat tegenover het café van Pietje Damen, de beroemde oud-wielrenner. Pietje is over de 90 inmiddels maar hij fietst nog elke maandag van Helmond naar Eindhoven om in café de Cyclist over wielrennen te praten met andere oud-wielrenners en wielerliefhebbers.
Dansen
Zonder dat ik het in de gaten had, reed ongeveer in diezelfde tijd dat Frits in De Schob plaatjes draaide Felix Meurders geregeld vanuit Maastricht naar Hilversum. Hij reed daarbij een heel stuk langs de Zuid-Willemsvaart en passeerde dan zowel Helmond als mijn geboortedorp Aarle-Rixtel. Felix en Frits zouden niet veel later goede collega’s worden.
Mijn eerste echte kennismaking met Frits was in een taalprogramma dat hij op de radio had, waarbij Jannie Verheijen de redactie deed. ‘Wat een taal’ was de titel van het programma, dat ooit was opgezet door Jan Roelands, vaak geprezen om zijn juwelen stem, waarvan mensen zelfs opkeken als hij er bij de bakker niet meer dan zijn broodbestelling mee uitsprak. Ik herinner me dat het programma werd uitgezonden vanuit een wat schimmig pand ergens in Amsterdam. Je had in ieder geval niet direct in de gaten dat je een radiostudio binnenkwam.
Maar sindsdien zijn Frits en ik een beetje aan elkaar blijven hangen. Met zijn radio-uitzendingen over taal, die hij later voortzette in De Taalstaat bood hij mij en velen met mij een podium om over taal te praten en zette hij de Nederlandse taal op het voetstuk waarop die taal hoort, waarop elke taal hoort. Hij stofte de taal af, poetste de taal op, maakte er een pronkstuk van, ook via de Nederlandstalige liedjes die hij liet horen en waarover hij ook begon te schrijven. Frits nam ook het initiatief om het Groot Dictee der Nederlandse Taal te redden van de ondergang. Op tv was het gesneuveld, maar Frits wekte het op de radio weer tot leven. Dat is wat Frits in feite altijd deed als hij op de radio was: iets tot leven wekken, met de kracht van zijn stem, de goed gekozen woorden en zijn door muziek gevoede aard. Hij kon de taal laten dansen en dat kan hij beslist nog steeds, al zullen minder mensen ervan kunnen genieten. Maar dank toch, Frits, voor al die tijd vanaf De Schob.
Laat een reactie achter