De graankorrel Drie duizend jaren zijn vervlogen. Den nacht der pyramide onttogen, Herziet de momie 't licht: een wenk! Geen windsels, die ze meer omprangen, Heur hand ontsluit: wat houdt ze omvangen? Een korrel, heilig grafgeschenk. De onschatbre schat, dien zij bewaarde, Vertrouwt men aan de moederaarde: Uit haren schoot ontkiemt, en schiet Omhoog, met milde … [Lees meer...] overGedicht: Prudens van Duyse – De graankorrel
Gedicht
Gedicht: Johannes Immerzeel – Grafschrift van een filosoof
Grafschrift van een filosoof Naakt was ik, toen ik werd geboren; Naakt lig ik onder dezen steen; 'k Heb, sedert ik op aard verscheen, Dus niets gewonnen of verloren. Is 't wonder, dat de mensch in 't leven Het beste spoor zoo moeilijk vindt ? Twee gidsen, die hem voort doen streven, En beurtlings wenk en spoorslag geven, Fortuin en Min zijn beiden … [Lees meer...] overGedicht: Johannes Immerzeel – Grafschrift van een filosoof
Gedicht: Freek van Leeuwen – Uitverkoop
Uitverkoop De heele wereld draait om koopen en verkoopen, Engros, detail, zielen en menschenvleesch. Radio, rubber, kunstzij en benzine... Liefde en geluk zijn incourante fondsen. M'n moeder verkocht vaak d'r hemd van d'r gat Als ze Vrijdags geen centen voor brood meer had. Zeg, kameraad heb jij me zuster niet gekend? -- Ze was de mooiste meid hier in de heele … [Lees meer...] overGedicht: Freek van Leeuwen – Uitverkoop
Gedicht: Frederik L. Hemkes – Slaap en dood
Slaap en dood Twee broeders heersen over 't wereldrond; 't Zijn Slaap en Dood, de zonen van den Nacht; De een droomrig schoon, met trekken vriendlijk zacht En de ander somber; nooit verried zijn mond 't Geheim, dat zelfs de broeder niet doorgrondt, Hem 't meest gelijk in wezen en in macht. En de een spreekt 's morgens : “Frisse lust en kracht Schonk ik wat leeft. Maar … [Lees meer...] overGedicht: Frederik L. Hemkes – Slaap en dood
Gedicht: Han G. Hoekstra – Polsstok-hoogtesprong
Polsstok-hoogtesprong Aanloop en afstoot waren welberekend voordat hij zich verhief tot deze reis, glanzend-wit staat zijn smalle lijf getekend tegen een eindeloos-diep zilvergrijs. Zie! die ons snel en argeloos heeft verlaten, wiens schaduw danste over ons gezicht, houdt nu – subliemste aller acrobaten – de wereld op een mast in evenwicht. Han G. Hoekstra … [Lees meer...] overGedicht: Han G. Hoekstra – Polsstok-hoogtesprong
Gedicht: Lies Van Gasse – We deden alles in omgekeerde volgorde
• Uit Wassende stad, de nieuwe bundel van Lies Van Gasse. We deden alles in omgekeerde volgorde: je benen vielen uit de lucht als takken, je armen trok ik in mijn palmen en ik nam je bij de ellebogen vast als een bewaarengel. Toen kromp je, verdwenen borsten en heupen, werd je kaaklijn spichtiger, en sprong je in tuinen rond. Je ploeterde in een zwembadje, draaide … [Lees meer...] overGedicht: Lies Van Gasse – We deden alles in omgekeerde volgorde
Gedicht: Gerrit Krol – Athletiek
Athletiek Junior heeft gelopen. Hij wordt opgevangen en tot stilstand gebracht; het voordeel in zijn rug bekeken en gemeten de lengte van zijn schoen, de druppel aan zijn neus afgenomen, doorgegeven; het voordeel in zijn rug, de thermometerstand vermenigvuldigd met de luchtweerstand, uitgerekend: Junior heeft gelopen – hoera – harder dan in Rome vier jaar … [Lees meer...] overGedicht: Gerrit Krol – Athletiek
Gedicht: C.S. Adama van Scheltema – Zomer
Zomer De groote zomerdag staat open En bouwt zijn weelde over de aarde, Het malsche moes lacht in de gaarde Bij 't sappig groen, met dauw bedropen; Het ruischelt in de weeke hagen, Het gonzelt in de bloesemstruiken, het tintelt in de groene pruiken Der berken bij de zoete vlagen; De kool brandt op de peerse kluiten, De blonde brem bloeit welig tegen De mulle … [Lees meer...] overGedicht: C.S. Adama van Scheltema – Zomer
Gedicht: Carel Vosmaer – Caradrius
Caradrius Er leefde in oude tijden Een vogel, Caradrius, Wiens wondre gaaf verhaald is In 't boek Physiologus. Hij zweefde in hooge wolken Des nachts over d'aarde heen; Maar streek op breede vlerken Soms onbemerkt naar beneên. Hij wist verborgen dingen, Waar zelfs geen klerk van las, En of den doodlijk kranke Genezing nog mooglijk was. Was 't lot den mensch … [Lees meer...] overGedicht: Carel Vosmaer – Caradrius
Gedicht: Ed Leeflang – 1945
1945 Op wat legerauto's na lege wegen, waanzinnig veel vis in de meren, de grootste stilte ooit gemeten in Overijssels kop en ergens moesten nog frontlijnen lopen en landschappen zijn, steden en deelstaten die bleven zweren. Aan de Beulaker gingen we - vijf jongens, vier meisjes - met een bus eierpoeder en één pakje Craven-A kamperen. … [Lees meer...] overGedicht: Ed Leeflang – 1945
Gedicht: Gerrit Komrij – Een verre reis
Een verre reis Je ging, gezeten in een emmer, naar een Zekere streek op reis, waar enkel grote, Pokdalige dokters en goede heelkruiden waren. Dat was een reis, die je nooit heeft verdroten. Je was immers een emmer vol ziekte. Ja, Een door en door krank vat, en je zocht Beterschap. Er vloog jou een regen achterna Van scheldwoorden van het grauw. Maar toch, … [Lees meer...] overGedicht: Gerrit Komrij – Een verre reis
Gedicht: Maartje Smits – De laatste mens
• Uit Hoe ik een bos begon in mijn badkamer, de nieuwe bundel van Maartje Smits. De laatste mens nu de arena opdroogt nu een koufront over de tribunes klettert nu schoothondjes gonzen en wraakzuchtig loenzen naar de laatste mens een volwassen exemplaar zij pronkt haar melkklieren waar generaties in zijn verschrompeld … [Lees meer...] overGedicht: Maartje Smits – De laatste mens
Gedicht: Jotie T’Hooft – Baal Sjem
Baal Sjem Kultuurvreten: ketch-up yoga op hot-dog karma, Bahavadgita lezen bij licht van wierook terwijl de wensdroom Witte Licht op lage pit in de gaarkeuken van het moderne denken verpietert. Tussen acupunctuur-pop en zen-beat met spreuk spiritisme en dooddoener drugs wordt slijk tot golem en tot god gekneed: in zijn dode mond is mode het baalsjem, … [Lees meer...] overGedicht: Jotie T’Hooft – Baal Sjem
Gedicht:
Achtste grafgedicht Maria van Burgondië ligt te Brugge in brons; Ilaria del Caretto in Lucca lieflijk ligt, in marmer uitgehouwen 't wassen aangezicht, zooals Medea Colleoni in Bergamo. Het vleesch der afgestorvenen wordt op aard verdrongen door marmer, brons, arduin; zilver en goud op urnen, tomben, schrijn en sarcophaag behoudt reliëf bedriegelijk voor aderen, … [Lees meer...] overGedicht:
Gedicht: Johannes B. Schepers – Uit Brabant
Uit Brabant Melancholiek is 't klinken van de bellen Aan 't haam* van 't paard, dat stapvoets sloft in 't zand, Het opgeschoffeld stof zweeft naar de kant En gansche zwermen vliegen vergezellen Het beest, dat scheukt* en kopschudt van hun kwellen. De kop omlaag, door 't kwastig net omrand, Zo trekt het dier langs 't hooge dorre land De tweewielskar en blijft eentonig … [Lees meer...] overGedicht: Johannes B. Schepers – Uit Brabant
Gedicht: G.C. van ’t Hoog — Toen kwam ik in een groote stille stad
Toen kwam ik in een groote stille stad. De huizen-oogen waren zwart en dom En zonder glans. Zij keken droef en mat ... De lucht was vol van somber klokgebrom. Daar kwam een stoet. Vóóraan een man, die bad; En dan veel mannen, zwart, de ruggen krom, Of 't leed ze allen kromgebogen had Met centnaars* last. Zij weenden stil en stom. En elk van hen had in de droeve … [Lees meer...] overGedicht: G.C. van ’t Hoog — Toen kwam ik in een groote stille stad
Gedicht: Remco Campert – Credo
• Vandaag is Remco Campert jarig. Daarom het eerste gedicht uit zijn eerste bundel. . Credo ik geloof in een rivier die stroomt van zee naar de bergen ik vraag van poëzie niet meer dan die rivier in kaart te brengen ik wil geen water uit de rotsen slaan maar ik wil water naar de rotsen dragen droge zwarte rots wordt blauwe waterrots maar de kranten willen het … [Lees meer...] overGedicht: Remco Campert – Credo
Gedicht: Karel Jonckheere – Bij de dood van een parelhoen
Bij de dood van een parelhoen In 't luide, ronde dorp dat Aardbol heet leest elkeen elke dag de naam der doden maar rouwen wordt door hun getal verboden zodat men zelfs zijn vaders graf vergeet. Tot men in 't zand een zieke vogel vindt, het zachtgrijs parelhoen met brekende ogen, en al wat sterft houdt plots uw hoofd gebogen over het laf geheim dat weer begint. … [Lees meer...] overGedicht: Karel Jonckheere – Bij de dood van een parelhoen
Gedicht: Ankie Peypers – Taal
Taal Ik ken de woorden alleen van horen zeggen. Zij zijn mij verwant als de neven in Finland die brede schouders hebben, kalme ogen, waarin geruisloos bomen groeien, sleden rijden. Ik denk aan hen in brieven vol rivieren, wit hout stroomafwaarts, vol van sneeuw en liefde. Omdat zij eenzaam zijn en onbereikbaar als woorden. Ankie Peypers (1928-2008) uit: Taal … [Lees meer...] overGedicht: Ankie Peypers – Taal
Gedicht: Hanny Michaelis – Het is gruwelijk
Het is gruwelijk. Alles begint opnieuw alsof er niets gebeurd was. In stekelige takken kabaal van vogels. Piepend en krassend zet het voorjaar in. De wind plukt aan ontstemde snaren van hoop en begoocheling. Er is niets gebeurd. Alles begint opnieuw. Het is gruwelijk. Hanny Michaelis (1922-2007) uit: Onvoorzien (1966) Hanny … [Lees meer...] overGedicht: Hanny Michaelis – Het is gruwelijk
Gedicht: Jacobus Bellamy – De drie bevalligheden
De drie bevalligheden* Is Aglaïa deftig*, schitt'rend, Is haar schoonheid meer dan schoonheid; Even als de grootsche luister Van een' held'ren nacht des winters: Kwijnt in Euphrosine's oogen 't Vuur der zagte, ted're liefde; Teekent heur bevallig wezen Niets dan tederheid en liefde: … [Lees meer...] overGedicht: Jacobus Bellamy – De drie bevalligheden
Gedicht: Willem Bilderdijk – Nietigheid
Nietigheid Ach! al des stervlings roem is niet Dan blinkend ijs en ruischend riet. Het ijs versmelt, het rietjen knikt, Als zon of wind het tegen blikt. Waar blijft dan 't schitterschoon kristal? Waar 't oorbehagend pijpgeschal? Eén rukjen luchts, één zonnestraal! Daar ligt des hoogmoeds flonkerpraal. Willem Bilderdijk (1756-1831) Willem … [Lees meer...] overGedicht: Willem Bilderdijk – Nietigheid
Gedicht: J.F. Helmers – De Elyzese velden
De Elyzese velden (fragment uit: De Hollandsche natie) Een zuivre lucht kleedt hier met purperglans de velden, Een zachte rozengeur golft over 't jeugdig land, Met lauwerbossen en gewijde mirth beplant. Hier groeit onsterflijk ooft aan dikgezwollen trossen, Het zilver beekje glijdt door eeuwig groene bossen, Omzoomd met bloemen, die zich spieglen in 't kristal: Een … [Lees meer...] overGedicht: J.F. Helmers – De Elyzese velden
Gedicht: René de Clercq — België bovenal
• Vandaag Nationale feestdag in België. België bovenal Midden groote landen ligt ons kleine land, als in gouden randen echte diamant. Hooge boomen, blijde stroomen, duin en zee, en berg en dal; werklijkheid der zoetste droomen: België, België bovenal! Over vlas en koren, hoeve en lindetop, schiet een spitse toren scherp ten hemel op: Bijlen, … [Lees meer...] overGedicht: René de Clercq — België bovenal
Gedicht: Wiel Kusters – Verstervend huis
• Uit Leesjongen, de onlangs verschenen verzamelde gedichten (met cd met voorgelezen gedichten) van Wiel Kusters. Verstervend huis Geen water, geen licht meer, geen kachel die brandt, geen mens die gaande verbanden sticht tussen de leeg gehaalde kamers, de brievenbus ontruimt en zich iets anders herinnert dan dat het geheugen doven wil nu het zo dodelijk verlangt … [Lees meer...] overGedicht: Wiel Kusters – Verstervend huis