Totdat Hij komt Totdat Hij komt, zal het hier zo gebeuren:’s morgens de melkboer tweemaal bellen, dangordijnen open en met grauwe kleurenbreekt ’t eerste licht de nachtelijke ban. Het heldere ontbijt iedere morgendan naar de stad, de tram zingt langs de randheen van je dromen en je kleine zorgenen ’s avonds staan de grote in de krant. Zo zal het eindeloos zich hier … [Lees meer...] overJan Willem Schulte Nordholt • Totdat Hij komt
Gedicht
Marijke Hanegraaf • De gestapelde tijd
Uit Bestaansbegeerte, de vijfde bundel van Marijke Hanegraaf. De gestapelde tijd [1] Terwijl iemand me vertelde dat deze lijn is opgeheven, sta ik naast mijn fietste wachten voor de gesloten overweg, een afgestapt persoon. Dit toevallig ontstane wezen had hier niet zullen zijnis er omdat het verkeerd reed. Bijna geruisloos glijdt een boemel voorbij, deinend op zijn … [Lees meer...] overMarijke Hanegraaf • De gestapelde tijd
Jotie T’Hooft • Niet voor mij
Niet voor mij Enkel de schade maakt ons wijzer,Niet de schande, die komt van anderen.Wij, machines van God, zijn van ijzerEn enkel wat in ons zit kan veranderen. Men vond vissen en kevers in kleiGestopt, in dozen van doods glas.Hars. Versteende varanen. De ijstijd voorbijEn mammoets ontdooiden, bewogen hun slurf: Er is alleen geen schimmelveld voor mijOm in te verzuren … [Lees meer...] overJotie T’Hooft • Niet voor mij
Laura Broekhuysen • Mensuren
• Uit Wij capabelen, de debuutbundel van schrijver-violist Laura Broekhuysen. Mensuren De winkel is je vertrouwd, monter koers je tussen de schappen.Je bent vergeten dat het een ander filiaal is: alles ligt waar het hoort,maar centimeters uit het lood, je blijft misgrijpen, zoals je valsspeelt op een viool met een afwijkende mensuur, je wankelt als de muureen fractie … [Lees meer...] overLaura Broekhuysen • Mensuren
Aad Nuis • Ameland
Ameland Dat was een dag!Een springende hond van een dagdie nu goedig en moe met de kop op de potenligt te slapen tussen ons in. Ik graaf mijn hand in zijn vacht. Denken doe ik met mijn hand vanavond,beter is dat, zachter en helder, bovendienwe liepen zo lang en aandachtig de afstandlangs de zee, over het zandvlak, meeuwen trokkener fladderende zeilen wind over ons … [Lees meer...] overAad Nuis • Ameland
Aad Nuis • Zondagmorgen
Zondagmorgen De morgen ligt aan mijn ogen te knagenals een grijs hardnekkig konijn maar ik grijp in het nekvelgooi het weg met tien losse vingerso wat een nacht wat heb ik gedronkendat is niet de wijn dat moet jij zijn die de vrolijke binnenbrand aanstakop zeer ongepaste ogenblikken zal ikdeze week in de lach schieten ook om je grote woorden laterdie nu nog wel als … [Lees meer...] overAad Nuis • Zondagmorgen
Aad Nuis • Lezing
Lezing De overste, cultuurmens, houdt een lezingvoor officieren van het militair transport.Waar ligt het onderwerp? Na aan zijn hart.Drie dagen zat hij ermee in zijn hut:de menselijke verho, de menselijke verhu,de menselijke verhoudingen in dienst. De heren zijn er: een beleefdheiddie de dienst meebrengt.Hij spreekt bij hoog, bij laag,met een geoefend timbre.Het is … [Lees meer...] overAad Nuis • Lezing
Gerard van het Reve • Een jongen
Een jongen Hij is mooi in zijn grijze broek.Hij klimt in lantarenpalen en in bomenin de hoop dat iemand kijkt.Ik kijk, elke dag, vele malen, lang achtereen,geknield achter de voordeur van mijn late huis,en tuur door de liefdesperiscoop van het smalle deurvizier,mijn gelaat tot veilige onzichtbaarheid schuw afgewend.Hoe oud is hij? Hoe mag hij heten?Gaat hij iets leren? … [Lees meer...] overGerard van het Reve • Een jongen
Joost Zwagerman • Die achternacht kwam ik mij tegen
Die achternacht kwam ik mij tegen op een plekwaar ik mij gewoonlijk niet vertoon.Ik stelde mij teleur. Sprak te luidtegen mensen die mij zichtbaar niet vertrouwden.Ik wilde dat ik vond dat ik naar huis toe wildeen sprak mij aan om hiervandaan te gaanmaar dat was zo gemakkelijk nog niet. Ik verloor mijin gesprekken die ik al zo vaak gevoerd hadzonder zicht op toonzaamheidof … [Lees meer...] overJoost Zwagerman • Die achternacht kwam ik mij tegen
Theo van Baaren • Mozart moet je in september spelen
Mozart moet je in september spelenin het voorgevoel van herfst en winter.Het is nog warm en zonnig in de tuin,nog vol van bloemen die insecten lokken,maar de nachten zijn allang gaan lengen.En het eerste blad begint te kleuren,al staat de kamperfoelie (tweede bloei)nog bedwelmend in de haag te geuren. Mozart moet je in september spelen(het klinkt naar lente, maar het is al … [Lees meer...] overTheo van Baaren • Mozart moet je in september spelen
Ida Gerhardt • Een Hollands onweer
Een Hollands onweer Ik sta te schuilen onder het wagenkot;het rommelt nog, maar is haast afgebuid. De boer verschijnt, kijkt of het al wat wordten zet de emmers voor het melken uit. ‘Volk op het erf, ik hèb het er niet op’lees ik uit het verzetten van zijn pet. Roepend alvast ‘we hebben het gehad’rep ik mij langs de plassen van het erf en wring mij zijdelings … [Lees meer...] overIda Gerhardt • Een Hollands onweer
Miek Smilde • Werken
Uit de cyclus ‘De vier edele waarheden en het achtvoudige pad’ uit De dingen, de nieuwe bundel van Miek Smilde. Werken* Sinds september bak ik taarten,kruimel hazelnoot en parmezaan,meng oregano en tijm tot smaakverwarring. Dat we dit vergeten waren. Dat we truien kunnen breien,steken laten vallen,dat we kunnen proeven en snoeien,een verwaarloosde tuin waren … [Lees meer...] overMiek Smilde • Werken
Henri Bruning • Mijn lager deel bleef onvernederd stréven
Mijn lager deel bleef onvernederd stréven,standvastig toegedaan wat onvolkomen is:het leefde slechts zijn scheppend wederstrevenaan tegenkrachten waaraan geen ontkomen is,zijn helder vechten, vormen, zijn vermetel wórdendat, ver van somberheid of duisternisom wat nooit werd of wordt,van mijn mens-zijn de schone luister,de drift, vormkracht en diepe orde is. Henri Bruning … [Lees meer...] overHenri Bruning • Mijn lager deel bleef onvernederd stréven
Herman van den Bergh • Het woord
Een woord Zingen is niet beschrijven wat het oogwaarneemt ginder en hier in roerloosheiddoor 't onverschillig raam van een gezicht. 't Is zeggen wat onder je blik gebóren wordt. Ziehier 't geheim van 't ritmevan de spontane erectie naar het lied: tot ieder ding in volle klaarte aanschouwd,tot hen die wij beminnen,tot vacht en lichaam waar de hand in … [Lees meer...] overHerman van den Bergh • Het woord
George Kettmann jr • Zomerdag
Zomerdag De singels liggen breed om parken heen,waar koelte weldaad is in diepe lanen,op ’t zomerwater drijven statig zwanenen ’t oud kasteel schuilt in omwingerd steen. De dag is rust. Maar op de asfalt-banenbraveert de race-car — schelrood fenomeen —de schelle zon, wordt mens en motor één,om zich van alle grenzen vrij te wanen. Rood ronkend monster, is ’t geen … [Lees meer...] overGeorge Kettmann jr • Zomerdag
Michel van der Plas • Te koop
Te koop Te koop: Herinneringen; kort gedragen;zeldzame; stuk voor stuk in goede staat;bijzonder ruime keuze; te bevragenalhier, bij voorkeur deze avond laat. Eigenaar ziet zich door omstandighedenverplicht collectie spoedig van de handte doen; spotprijs; boek ‘Grote Wereldsteden’gratis erbij; betaling à contant. Te koop gevraagd (eventueel te ruilen):onbewoond … [Lees meer...] overMichel van der Plas • Te koop
Leonard Nolens • Nonchalante logica
•• De bloemlezing Straks gaat het jenever sneeuwen, samengesteld door René Smeets,bevat zowel lofzangen op de jenever als waarschuwingen ertegen. Nonchalante logica Frans zegt dat ik ’s ochtends schrijf en ’s avonds drinkOmdat ik geen goed huwelijk hebVan Apollo en Dionysus.Hij heeft gelijk. Ik kan niet schrijven als ik drink.Ik kan niet drinken als ik schrijf.Overdag … [Lees meer...] overLeonard Nolens • Nonchalante logica
Albert Verwey • Ik ben een dichter en der Schoonheid zoon
Ik ben een dichter en der Schoonheid zoon.Alles wat schoon is, is me een vreugd altijd.Mijn hart is menslijk, maar of 'k lach of lijd,Mijn lachen en mijn leed zijn beide schoon. Ik heb de macht dat ik wat schoon is toonAan andren, door de taal die ik belijd,Zodat wie leest bedroefd wordt of verblijd,Maar zich bedroevend vreugd smaakt van mijn schoon. En zó zal ik, die … [Lees meer...] overAlbert Verwey • Ik ben een dichter en der Schoonheid zoon
Hans Vlek • Vruchtbare bladgrond
Vruchtbare bladgrond Vespasianus, Romeins keizer, etervan bij voorkeur tijgervleesstaart mij scheef aan vanaf eengoudstuk, goed voor één slaaf. Hij is dood, d.w.z. dat ik elke keerals ik naar lucht hap, twintig-duizend atomen binnenkrijg dieooit in zijn longen vertoefden. Op as en humus, langs heuvelswaar Clovis uitreed voor een bendeFranken en de dag verloorgroeien … [Lees meer...] overHans Vlek • Vruchtbare bladgrond
Hans Vlek • Profetie
Profetie Volgens de statistiekenis ons 70 jaar gegevenom te sterven en te leven. Prijs de Heer! Ook vandaagzijn z'n beste mensen in de weervoor een jaar of wat meer. Dus leven, leven, leven maar.Zingend liefst, vol vreugde.De zinnen overlopend van genot. Men kan genoegen nemen met een krot.wat rijst en verse groente.God erkent maar een gebod: liefde voor alle … [Lees meer...] overHans Vlek • Profetie
Hans Vlek • Duurzaam materiaal
Duurzaam materiaal Ik zou me wel willen ontworstelenaan het stof, de geur van de kattebaken de invloed van het hondeweerop mijn humeur, het gezeur van het kindom haar flesje. Ik zou wel iets willen schrijvendat na decennia nog eetbaar is, zoalshet blik spinazie in de tent van Scott, ietsdat niet direct verrot, woorden,als dood, god, adem, liefde — Maar de dood ken ik … [Lees meer...] overHans Vlek • Duurzaam materiaal
Annie M.G. Schmidt • De polder en het riet
De polder en het riet De polder zegt: Ik lig hier op mijn rugen tuur de ganse lieve dag naar boven;misschien is het verbeelding maar ik vinddat ik aldus de wolken beter zien kan …Of is het tóch verbeelding … zegt de polder. En ondertussen schopt het water tegen het rietmet blote voetjes, aldoor met blote voetjestegen ’t riet dat niets terug doet en dat droomten dat maar … [Lees meer...] overAnnie M.G. Schmidt • De polder en het riet
Jan van Nijlen • Langs de vaart
Langs de vaart Verwelkend esschenloof danst langs de huid,glimmend van zweet, van ’t uitgemergeld paard,dat aan het strakke touw de oude schuitzachtjes doet glijden op de groene vaart. Rondom is gansch de wereld als een gaardvol wondre boomen t’ allen kant, waaruiteen vreemde geur stijgt en een zoet geluidvan blijde vogels die men niet ontwaart. De zonne zinkt — o, … [Lees meer...] overJan van Nijlen • Langs de vaart
Marie Metz-Koning • Droomerij
Droomerij We lagen lui in ’t lange gras te droomen. —Rondom ons ’t blond genik, het traag gebaarVan staag gegroet, der donze halmen-schaar;En boven wind-gezing in najaarsboomen, Zwaar-loom van loof, nog even-rossig maar. —We zagen blonde wolle-wolkjes roomenOp ’t bleeke blauw, heel langzaam verder komen,Dan dalen achter donker denne-haar. Een enkle vogel floot heel … [Lees meer...] overMarie Metz-Koning • Droomerij
Jacobus Bos • Ver verwijderd van dichtbij
Uit Wie de geest krijgt, de nieuwe bundel van Jacobus Bos, over een zoon en een vader. Ver verwijderd van dichtbij In het oog van de orkaan drinken zij thee.De vader en zijn zoon die geen thee lustmaar zijn vader niet wil kwetsen. Zittend in het hart van de stilte.Samen met een lama die onverwachtopdook en hen niet meer heeft verlaten.Hun schaduw ver voorbij de … [Lees meer...] overJacobus Bos • Ver verwijderd van dichtbij