Chris van Geel
05-08-2025
GENOT
Met z’n allen internationaal genieten
Bron: Barbarber, december 1971
04-08-2025
WAAR BEN IK DEZE ZOMER TOCH GEWEEST?
Het regent. Hoor. Of vogelpootjes schrapen
het glas waardoor ik naar de hemel zie,
die eenmaal blauw, ach, met een kudde schapen
en Christofoor in ’t water tot zijn knie…
Bron: datering: tussen 1948 en 1955; Tijdrovertje, postuum verschenen, 1992
03-08-2025
BOOM ALS HEKPAAL
Van tot onzichtbaarheid verroeste
diep in zijn huid gegroefde draad,
viermaal een groef, laag bij de grond,
viermaal een mond, rimpelt een groet.
Bron: Het Zinrijk, 1971
02-08-2025
CÔTE D’AZUR
J’ai mangé une orange
à l’ombre d’un palmier
étrange étrange étrange
J’ai mangé un palmier
à l’ombre d’une orange
de plus en plus étrange
(Uit het poëziealbum van een dame, rond 1900; tweede strofe door een ander toegevoegd. Jeugdherinnering van Nescio).
Bron: Barbarber, november 1963
01-08-2025
PLEIN
Dat is een prachtige boom
voor die sigarenwinkel,
er daalt een duif in neer.
Een schilder schildert trage halen.
Onder de ladder staat de bakker in zijn deur,
bespat met schaduw van de blaren.
Het asfalt is van muizenleer.
De meisjes fietsen glimlachloos,
hun knieën tillen bloemen op.
Bij Fientje zijn de schermen neer.
Bron: Spinroc en andere verzen, 1958
31-07-2025
SPINACHTIG
Spinachtig wezen in het grint,
mijn zaklamp heeft het lang beschenen,
het had haar lichaam tussen benen
als ik mijn oren in de wind.
Bron: Hollands maandblad, februari 1971
30-07-2025
ZEEPOKKEN
Een zeepok wordt soms zes jaar oud
en gek van jaloezie op wat
een staart bezit, een golf die slaat.
Bron: Soma, januari-februari 1971
29-07-2025
Ik heb geen versje voor je album,
plak liever hier een stukje kauwgum,
kan je denken als je het later ziet,
hoe ik kauwde en jou altijd kauwen liet.
Bron: Barbarber, september 1965
28-07-2025
JONGE TOR
Hij staat voor lopen toegerust,
omringd door poten urenlang,
loopkever,
iedere windvlaag valt hem aan.
Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967
27-07-2025
VOORLOPIG GEVESTIGD
Men beukt rondom het land als joegen reuzen
konijn en haas met reuzenbalk en -knots.
Ik zit verborgen in mijn tent hier goed,
geen bom, mijn speer spreekt eeuwig jong tot mij.
Bron: datering: omstreeks 1967; in Een schrijvende partikulier, postuum verschenen, 1982