De paleizen In de kelders glanst de wijn.De nachten door zwerven er vale,vorm geworden gedachten.Maar voor het licht door de vensters kan stralenhalen de knechten er brood en vlees, beginnensnelle voeten door het paleis te dwalen,door gangen en keukens, door de portalenvol duister, door luchtige zalen waar de kamenierende vluchtige levens der gravinnen versieren,’t vermoeide … [Lees meer...] overAlfred Kossmann • De paleizen
Alfred Kossmann
Alfred Kossmann • De Bosheks
De bosheks De bosheks de schrik van dit woudHurkt ’s nachts met ogen vol goud,Gebogen, bedrogen en oud,Bij dor loof, dorre stenen, dor hout, Zoekt haar last met slepend misbaarOnder dwepende maan bij elkaar,Toont als een belachelijk gevaarHaviksneus, knoestenstok, heksenhaar. Verderfelijk omdat zij veracht?Onsterfelijk omdat zij verwacht?Lachwekkend, schrikwekkend als … [Lees meer...] overAlfred Kossmann • De Bosheks
Alfred Kossmann • Feestdag
Feestdag Mijn vrouw JeanetteHad te lang geslapen,Zij was gaar in het hoofd en raar ter been.We zeiden daarom: we hebben beloofdVandaag veel te werken en we gaan alleenEen klein ommetje fietsen voor we ons daartoe zetten.Er was veel vertier. Er zwierden vlaggenDe hele stad door en iedereenDroeg oranje siersels met veel plezier:Oranje mutsen van dun papier,Oranje pompoenen op … [Lees meer...] overAlfred Kossmann • Feestdag
Alfred Kossmann • Walgelijk is het leven van een kind
Walgelijk is het leven van een kind,het is altijd onderworpen, het wordt altijd behandeldals een dwaas dier.Niemand neemt de eenvoudigste beleefdheid in achtwanneer het iets zegt of vraagt.Ze praten over je alsof je een hond bent die niets kan horen,ze duwen je weg, wanneer ze hun vervloekte ruches dragen.Ze huilen boven je hoofd als ze zich willen beklagenen ze denken dat je … [Lees meer...] overAlfred Kossmann • Walgelijk is het leven van een kind
Alfred Kossmann • Doden zijn vriendelijk
Doden zijn vriendelijk. Zij zijn altijd thuis,altijd gastvrij, wanneer we ook willen komen(Mijn grootvader opent graag zijn oude huis,ontvangt mij bij de deur, schenkt thee of bieren spreekt met mij, een jongen, over Goethe),en zij zijn dood, zij nemen geen afscheid meer,zij herinneren ons nooit aan het sterven, het gruwelijke.Met de levenden is het moeilijk om te leven,altijd … [Lees meer...] overAlfred Kossmann • Doden zijn vriendelijk
Alfred Kossmann • Herfstlied
Herfstlied Trompet, de geweldigeStoot van de zomer is uitgeblazen. Hij zetU achteloos van de lippen, u de enig geldige,U de enig krachtige in dit orkest van klachten,Hij sluipt weg in de nacht.En wat ons restNu gij ons zijt ontnomen?Ach de kleine strijkers van verlangen,Ach de kleine pijpers van onthulling,Ach de cello’s van de tranenzware dromen. Alfred Kossmann … [Lees meer...] overAlfred Kossmann • Herfstlied