Met onderstaand gedicht reageerde Daniël Heinsius op het sonnet van gister, van Johannes Bodecheer Benningh, als inleiding bij diens Goude munt-goddin. Aen den VVelgeleerden ende Geestigen Iohan Bodechervs Benningh, op zijn Govde Mvnt-Goddin. Het is gelijck ghy segt, de mens seer groot van weerdeHanct aen geschildert slijck, aen eenen klomp van eerde:Dit is zijn hoop, zijn … [Lees meer...] overGedicht: Daniël Heinsius • Aen den VVelgeleerden ende Geestigen Iohan Bodechervs Benningh
gedichten 17e eeuw
Gedicht: Johannes Bodecheer Benningh • Klinck-dicht
"In zijn Goude Muntgodin maalde hij de geldzucht af." Klinck-dicht Nae dat de rijckdom op het hooghste wierd gepreesen,Soo dat het eere scheen als yemand veel besat,En schand als yemand niet in sijne kisten had,Is in de plaets van deughd veel schelmerij gereesen. Een yeder pooghde rijck en wel-begoed te wesen:'t Kon dicwils niet geschien, men sagh somtijts geen … [Lees meer...] overGedicht: Johannes Bodecheer Benningh • Klinck-dicht
Gedicht: Matthijs van der Merwede • Le carezze stravaganti di Checha Biancona
Le carezze stravaganti di Checha Biancona** 't Is niet om haer brand te blussen, Dat mijn Kind mijn fluyt gaet kussen; 'tSpijsden noyt haer geyl gebrek, Dat sy my beet in de nek. Sy en neygden noyt haer lippen Na den huys-raed van mijn slippen, Slechts om 't soenen van de mast, Die op haren koker past. Neen sy wil wat anders smaken, Neen mijn Kind wil note kraken: Om de … [Lees meer...] overGedicht: Matthijs van der Merwede • Le carezze stravaganti di Checha Biancona
Nieuw gedicht van Vondel
Door Bas Jongenelen Zo vaak gebeurt het niet dat er een nieuw gedicht ontdekt wordt van een reeds lang overleden dichter. Dus als er een onbekend gedicht gevonden wordt van Joost van den Vondel, dan is dat een beetje wereldnieuws. Dat de Tokyose Koerier en het Rio de Janeirose Stadsblad er niet over schrijven is logisch, maar wij mogen het hier niet laten schieten. De … [Lees meer...] overNieuw gedicht van Vondel
Gedicht: Jacob Westerbaen • Zomer. Het fruit is rijp
Zomer. Het fruit is rijpIk kan met moes en fruit mij en mijn vriend gerijven;ik eet, ik geve weg, nog kan er overblijven.De mus, de spreeuw, de kauw en eksters eten mee;maar tegen zulk gespuis houd ik de snaphaan reê.Daar past mijn pulver op en schot van hagelkogels,behalve op een slag van schadelijker vogels,van bestemoeders aard in zulk van snoeperij;die grijp ik levendig, en … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Zomer. Het fruit is rijp
Gedicht: Jacob Westerbaen • Aan juffrouw A.G. toen ik wat aspergeplanten aan haar zond
Aan juffrouw A.G. toen ik wat aspergeplanten aan haar zond Gij wenst asperges in uw hof,wat beddens zoudt gij wel begeren;uw man sloeg het geheel niet of,des kom ik u wat plant vereren,opdat het daar niet aan en schort.Nu schort het maar aan vuiligheden,maar waar veel hooi gegeten wordtdaar is het immers recht en redendat men daar ook niet weinig k*k,gelijk het niet en placht … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Aan juffrouw A.G. toen ik wat aspergeplanten aan haar zond
Gedicht: Jacob Westerbaen • Vloek tegen de vlooien
Burlesk gedicht over een onrustige nacht. Westerbaen wordt tijdens een verblijf in een herberg geplaagd door vlooien: beestjes die totaal geen oor blijken te hebben voor zijn toch zo redelijke vermaningen... Vloek tegen de vlooienHet is hier wel te wezen:de spijs is uitgelezen,de drank is fris en goed,de wijn in overvloed,meer dan men heeft van node,van witte en van rode;hij, … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Vloek tegen de vlooien
Gedicht: Jacob Westerbaen • Droom
Droom In ’t midden van de nacht geraakte ik aan ’t dromenen zag mijn Rosemond omtrent mijn bedde komen:haar woorden waren zoet, zij was haar wreedheid moe,haar oogjes wierpen mij veel lieve lonkjes toe.’k Verstoute mijn gemoed en ik begon te klagen*de lange eeuwigheid van mijn bedroefde dagen,mijn leven zonder vreugd, mijn eindeloze smarten haar verstaalde ziel in een metalen … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Droom
Gedicht: Jan Luyken • De leeraar
Uit Jan en Kasper Luiken's Spiegel van het menselyk bedrijf (1694): De leeraarDie gaaren eeuw'ge welvaart zag,Die preek' zich zelf den gantsen dag Die 't volk ter hemelwaart zal leiden,Moet zelf van 't stof der aarde scheiden,Dat leer en leeven t'zaamen gaa:En elk is hier de wacht bevoolen,Om door kwaá voorgang niet te doolenMen volg 'et spoor van Christus na. … [Lees meer...] overGedicht: Jan Luyken • De leeraar
Gedicht: Constantijn Huygens • Is’t quelling sonder vreucht, is’t claghen sonder endt
Het eerste gedicht van Constantijn Huygens is een fragment uit een gedicht over de liefde – lees hier eventueel verder –, het d-dicht is een gelegenheidsvers voor Anna Roemers Visscher. Is't quelling sonder vreucht, is't claghen sonder endt, Ist suchten sonder rust daermen de liefde aen kent, Soo hebbe ick uwen naem, O liefde, noijt geweten, Was hij mij oijt bekent ick … [Lees meer...] overGedicht: Constantijn Huygens • Is’t quelling sonder vreucht, is’t claghen sonder endt
Gedicht: Daniël Heinsius • De dochter die de moeder in de gevangenis met haar borsten onderhouden heeft
Daniël Heinsius. Uit: Spiegel van de doorluchtige vrouwen. De dochter die de moeder in de gevangenis met haar borsten onderhouden heeft. In ijzer ende staal met voeten ende handen, Ligt gij hier Moeder vast in zo veel zware banden, Door honger ende dorst gebracht in grote nood, En eindelijk daardoor gedwongen tot de dood. Wat zal ik voor u doen? Gij hebt mij … [Lees meer...] overGedicht: Daniël Heinsius • De dochter die de moeder in de gevangenis met haar borsten onderhouden heeft
Gedicht: Jacob Cats • Jonck by out, heet by kout
Jonck by out, Heet by kout. Anna: Doch midd'ler tijt, op dat ghy meught Oock vruchten trecken van uw jeught, Gheen ouden man u gheven laet, Noch om sijn ghelt, noch om sijn staet; Een kalen kop, of grijsen baert, Dient met geen jeughdigh dier gepaert. 't Is best te trouwen sijns ghelijck, Jonck met wat joncx, en rijck met rijck: Want soo ghy trout een ouwe jan, Hy … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Cats • Jonck by out, heet by kout
Gedicht: Jacob Cats • Van de drank
Van de drank De wijn is voor de mens en voor de rapste geesten, Maar water uit de beek ten dienste van de beesten, Al wat de wijngaard geeft dat is een schone vrucht, Om al wat droefheid smaakt te drijven op de vlucht. Wijn dient van goede reuk en goede smaak te wezen, Dan nog een klare glans die wordt er in geprezen, Ook dient hij niet verschraald, maar vers getapt te … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Cats • Van de drank