Deze week een mini-podcast over de dichter Willem van Haren (1710-1768) De Chinezenmoord Ondanks verscheen van de hand van Leonard Blussé het boek de Chinezenmoord. Dit boek vertelt de vergeten koloniale geschiedenis van een pogrom, die in vanaf 9 oktober 1740 aan vijf- tot tienduizend ethnische Chinezen in Batavia het leven kostte. Deze massamoord werd … [Lees meer...] overWillem van Haren: Op den moord gepleegd aan de Chineesen te Batavia, 1740
gedichten 18e eeuw
Het wonder van Abtswoude, Hubert Korneliszoon Poot.
Deze week een podcast over Hubert Cosnelisz. Poot (1689-1733), het wonder van Abtswoude. Waar tegenwoordig in Hollywood of ’t Gooi bustours worden georganiseerd om beroemdheden te spotten, zo reden begin 18e eeuw koetsen af en aan op de Abtswoudedijk om Hubert Poot tegen te komen. Onder de rook van Delft was deze boer gewoonlijk op het land te vinden, als hij … [Lees meer...] overHet wonder van Abtswoude, Hubert Korneliszoon Poot.
Gedicht: Dirk Smits • De Rottestroom (fragment)
De Rottestroom (…) Stil!.. 'k Hoor reeds haer golfjes leven! Haer vervrolykt stroomgeluidt Noodigt my ten koortranss' uit. 'k Zie hoe, door die vreugdt gedreven, Haer Gespelen, overlaên, Opgeborrelt uit het water, Met riviervisch, 't marktgeschater Daeglyks drok ten dienste staen. 'k Zie de plasbaers, vette voren, Braesem, karper, post en snoek, Zeelt en paling, malsch en … [Lees meer...] overGedicht: Dirk Smits • De Rottestroom (fragment)
Gedicht: Dirk Smits • Lijkkrans voor mijn dochtertje
Lijkkrans voor mijn dochtertje. Een rei van Englen zag, Door 't dunne wolkfloers heen, Of ergens, hier beneên, Een zuivre parel lag Die waardig was te pralen In 't goud van 's hemels zalen. In 't einde viel het oog Op Margareetje* een wicht, Dat pas, door 't levenslicht, Bestraelt werd van omhoog, En blijdschap noch elende, Noch deugd noch ondeugdt kende. … [Lees meer...] overGedicht: Dirk Smits • Lijkkrans voor mijn dochtertje
Gedicht: Anoniem • Den scherp Geschaarden Kreeft
Den scherp Geschaarden Kreeft bemindHet Strand, wyl 't hem de Kost moet geeven,Die hy aan Slekke en Oester vind,Die, in hun Schelp geslooten, leeven,Of anders dikwils zyn ten BuitHunn's Vyands, die, met felle neepen,Haar rukt ter oopen Schuilplaatze uitEn houd zyn roof wel vast gegreepen,'t Geen hem verstrekt een lekker Aas.Dit kan, ô! wulpsze Jeugd, u leeren,Dat gy u Hart niet … [Lees meer...] overGedicht: Anoniem • Den scherp Geschaarden Kreeft
Gedicht: Anoniem • De hoogmoed
De Hoogmoed, op haar Staatçie-Waagen,Vliegd als op Vlerken van de Wind.Zy draafd al voort, als Ziende Blind,Na 't Voorwerp dat haar kan behaagen.Zy agt zig zelve als 't Zonne-LigtEn denkt dat elk op haar zyne OogenGevestigd heeft, om haar VermoogenEn wil dat alles voor haar zwigt.Maar, Dwaaze, leer u zelf beschouwen!Uw' Drift baard geen Bestendigheid:Denk op den naderende TydEn … [Lees meer...] overGedicht: Anoniem • De hoogmoed
Gedicht: Aleksander Poesjkin • Paardje-Bochelaartje
Deze week worden de gedichten bij Coster gekozen door Guus Middag. Van zijn hand verscheen zojuist De wereld is weer plat, ja. De poëzie van tegenwoordig, een boek met twintig stukken over twintig gedichten en liedteksten van na 2000 – bij Meander staat nu een recensie. De gedichten die hij voor Coster bespreekt, staan niet in het boek. “Ik kies deze week vijf ‘verborgen’ … [Lees meer...] overGedicht: Aleksander Poesjkin • Paardje-Bochelaartje
Gedicht: Jacobus Bellamy • De hardnekkige onkunde
Het is de Week van het Nederlands – daarom deze week gedichten over (de Nederlandse) taal. Als derde een gedicht van Jacobus Bellamy. De hardnekkige onkunde Gij groote, wijze mannen,Die, in uw schoone schriften,De comma’s en de punctum’s,De stippen en de streepen,Zoo kunstig, weet te plaatsen;o Groote, wijze mannen!Al ben ik juist geen schrijver,Toch weet ik, in een reden,De … [Lees meer...] overGedicht: Jacobus Bellamy • De hardnekkige onkunde
Gedicht: A.C.W. Staring • Een Gelders lied
Een Gelders lied Ik ben uit Gelders bloed!Geen vleitoon klinkt mij zoet;Mijn volksspraak, luttel rond,Geeft nog de klank terug,Uit onzer vaadren mond. Bij de eiken, aan de topEens heuvels, wies ik op.In heiden zonder baan,Leerde ik, ter jacht geschort,Mijn eerste treden gaan. … [Lees meer...] overGedicht: A.C.W. Staring • Een Gelders lied
Gedicht: Brief aan Aagje Deken / Antwoord aan Betje Wolff
Brief aan Aagje Deken 29 april 1777 Ach Deken! Deken ach! Mijn waarde Wolff! Mijn man,In 't holst des nachts... 'k zit voor zijn ledikant te lezen;Hij spreekt met mij, hij sterft, valt in mijn arm! Ik kanniet schrijven. Hemel! moest ik juist alleenig wezen! Geen ziekte, zelfs geen koorts! Zoo zegt hij nog: 'k Ben wel;Slechts wat vermoeid; dit komt van gistren nog te … [Lees meer...] overGedicht: Brief aan Aagje Deken / Antwoord aan Betje Wolff
Gedicht: O.C.F. Hoffham • Een droom
Een droom In de naaste nacht, nadat god Hypnus De eer en vreugd van zijn bezoek mij gunde, Droomde ik, daar zijn beeld mijn brein vervulde, Dat hij weder aan mijn huisdeur klopte - Dat ik, opgestaan, hem uit mijn venster Weder smekende op mijn stoep aanschouwde, Leunende op zijne omgekeerde fakkel. Hoe vloog ik, om hem mijn huis te ontsluiten! In het hart verheugd, … [Lees meer...] overGedicht: O.C.F. Hoffham • Een droom
Gedicht: Hieronymus van Alphen • Klaasje en Pietje
Klaasje en Pietje KLAASJE Pietje, zo gij niet wil deugen, Dan verschijnt de zwarte man. PIETJE Klaasje, foei, dat is een leugen! Laat hem komen, als hij kan. Die aan zulk een man gelooft, Is van zijn verstand beroofd. Hieronymus van Alphen (1746-1803) ----------------------------------- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht … [Lees meer...] overGedicht: Hieronymus van Alphen • Klaasje en Pietje
Gedicht: Hieronymus van Alphen • De vechtende jongens
De vechtende jongens. Gijsje. Laat ons dezen twist beslechten, Door eens moedig saam te vechten. Klaasje. 'k Wil niet: 'k heb geen lust in slaan; Maar laat ons naar vader gaan; 'k Wil u niet verongelijken; Vader mag het vonnis strijken. Gijsje. Laffe jongen, zonder moed! Klaasje. O! bedenk eerst wat ge doet. … [Lees meer...] overGedicht: Hieronymus van Alphen • De vechtende jongens
Gedicht: Jacobus Bellamy • De wijsgeer
De wijsgeer 'Jongeling', dus sprak een Wijsgeer, 'Jongeling, gij moet de hemel, In de stille nacht beschouwen, Wen geen wolkje hem verduistert; Dan moet gij die grote lichten, Die ontelbre grote lichten, Om hun assen om zien rollen! - Gij moet langs de ruime velden, 't Schoon der Lente vaak beschouwen: Frisse planten, purpren rozen, Alles moet uwe aandacht … [Lees meer...] overGedicht: Jacobus Bellamy • De wijsgeer