In het ene oog de maan, in het andere de zon van de beroemde Franse dichter Paul Éluard (1895-1952) bevat een brede selectie uit zijn bundels Capitale de la douleur (1926), La vie immédiate (1932) en Le livre ouvert (1938-1944). De vertaling is van Kiki Coumans, die ook de drie onderstaande gedichten uitzocht. Drie gedichten uit Capitale de la douleur (‘Hoofdstad van … [Lees meer...] overGedicht: Paul Éluard • Drie gedichten uit Capitale de la douleur
gedichten 20e eeuw
Gedicht: Ellen Warmond • Niet thuis
Uit de debuutbundel van Ellen Warmond uit 1953, waar Bordewijk destijds wel door werd gecharmeerd (maar niet zo door de beeldspraak in ‘Niet thuis’). Niet thuisDie mond van niet te sprekenen die ogen van niet thuisheb ik daarvoor zo'n grote reis gemaaktlangs heuvelruggen achterdochten valkuilen onrust? had ik je maar liever schim of wolk gelatenblauw-blauw voorgoed vanuit de … [Lees meer...] overGedicht: Ellen Warmond • Niet thuis
Gedicht: Ed. Hoornik • Een vrouw beminnen
Een vrouw beminnen Een vrouw beminnen is de dood ontkomen,weggerukt worden uit dit aards bestaan,als bliksems in elkanders zielen slaan,tezamen liggen, luisteren en dromen,meewiegen met de nachtelijke bomen,elkander kussen en elkander slaan,elkaar een oogwenk naar het leven staan,ondergaan en verwonderd bovenkomen. ‘Slaap je al?’ vraag ik, maar zij antwoordt niet;woordeloos … [Lees meer...] overGedicht: Ed. Hoornik • Een vrouw beminnen
Gedicht: Alexis de Roode • Witte zwanen zwarte zwanen
Witte zwanen zwarte zwanen Vaarwel O Engeland, mijn Leeuwenhart.Dag Keltische barden, Saksische zuipers.Grappenmakers, wetenschappers, filosofen.Shakespeare en Turner, Newton en Darwin,Thomas Tallis en Kate Bush.Reizigers van poolkap tot poolkap, bevrijders van Nederland,eeuwenlang de maatstafvan alles wat goed en geestig wasop de kleine televisie van mijn moeder. Wie zag dit … [Lees meer...] overGedicht: Alexis de Roode • Witte zwanen zwarte zwanen
Gedicht: Wilfred Smit • Inscriptie
InscriptieEn de distel was regent,de doorn raadsheer, dat eigen jaar.toen hebben we de koning een korf voorgebondenen we hebben hem naar Peth gereden.en de hagel was groot onderweg,o mijn verweesd o mijn verweend veld.toen hebben we de koning teruggereden van Pethen we hebben hem de korf afgebonden.Peth wil zeggen ‘hem zijn de ogen geopend’.maar hoe kon hij, met een korf … [Lees meer...] overGedicht: Wilfred Smit • Inscriptie
Gedicht: Wilfred Smit • Dame met hoed
Dame met hoed Zij is allang niet meer alleenonder die hoed -ieder man plotseling weduwnaarop het San Marco.zulk duifgrijs staat haar goedals alle langesuperieure wezens, zie maar -'t wiekt af en aanvan schaduwige hand naar halsfelrose stippen,onaangedaan de mond,aars van een duif heur lippen. Wilfred Smit uit: Verzamelde gedichten (1971) Abonnees van Laurens Jz. … [Lees meer...] overGedicht: Wilfred Smit • Dame met hoed
Gedicht: E. du Perron • Ter uitnodiging
Ter uitnodiging Volmaakte vreê van 't landelijke rusten:een brief, een boek, en dan de gramofoon...Het grasveld is geschoren, de einder schoon,de vijver uitgediept, geregeld onze lusten. De zwanen varen traagzaam langs de kusten,Loh'ngrins onzeker van der Jonkvrouw' woon,maar God woont hier met zijn papieren kroon,en deze rust is een volmaakt berusten. Ik zend u dit sonnet met … [Lees meer...] overGedicht: E. du Perron • Ter uitnodiging
Gedicht: Eric van der Steen • Finale
Finale Marietje bekent je haar levenook Mimi vertelt soms maar watmaar Elly was netjes geblevenwanneer zij iets geld had gehad. … [Lees meer...] overGedicht: Eric van der Steen • Finale
Gedicht: Alfred Kossmann • Zelfportret 1964
Zelfportret 1946 1't Voorhoofd is hoog. Tot aan de oren ligthet lange haar, alsof het dit gezichtniet prijsgeeft aan de wereld en 't bestaanmaar het behoedt. De neus vangt edel aantussen de ogen, buigt een ogenbliken loopt ten slotte vormeloos en dikuit boven de mond. Hij zwijgt of dit gelaatkrachtig zal zijn of moe ten onder gaat.De ogen zijn vaak grauw achter de brilen … [Lees meer...] overGedicht: Alfred Kossmann • Zelfportret 1964
Gedicht: Hugues C. Pernath • De gulzigheid
De gulzigheid Gelijk aan minstens zeven jaren, de koude gloedVan minstens zeven deugden.Gelijk aan de woede van het maanlichtDat de maten meet en huiken spant over de magen.Gelijk aan het sarren van kevers die krioelenTussen de maden. En van mens tot mens. Er is de stilte die de stilte dekt.Een vangnet over het vergeten. Een bleek ontwakenBesmettelijk en monotoon, terwijl … [Lees meer...] overGedicht: Hugues C. Pernath • De gulzigheid
Gedicht: Hugues C. Pernath • De nijd
De nijd Niemand nadien. Dit land bewaart de schade nietAlleen de ondergang. Hier ontbreken:Een tegel, een processie, een akker en een grafEn ook dit einde heeft geen belang.Hier bepaalt het jaar krampscheut of vervoeringVoor dezelfden die ons zullen verslaan. Geen spoor wordt weggevreten.Wat beschreven werd bekwamen wij door schaamte,Of door geheel een mensenleven dat … [Lees meer...] overGedicht: Hugues C. Pernath • De nijd
Gedicht: Hugues C. Pernath • De traagheid
De traagheid In de nabijheid van de barende Na al datgene wat uitdoofde en begraven werd, De eeuwigheid is onvoldoende, te weinig En te min. Geen vreugde en geen louter vuur Slechts de zoete doodsroep blijft En redeloos wreed, de blik daarover. Talm niet. Zweet niet. Treur. Want telkens opnieuw tekenen trots en toorn Hun twijfelende omtrekken In het slome slib van mijn … [Lees meer...] overGedicht: Hugues C. Pernath • De traagheid
Gedicht: Adriaan Morriën • Droom
Droom Ineens was zij alleen, de laatste vrouwenverdwenen achter hoge rozenstruiken,zij liep ze na tot waar ’t pad uit ’t bosomhoog naar ’t polderland en ’t kleine dorp,dat met zijn daken op de kimlijn lag. … [Lees meer...] overGedicht: Adriaan Morriën • Droom
Gedicht: E. du Perron • Het kind dat wij waren
Het kind dat wij waren Wij leven ’t heerlijkst in ons vèrst verleden:de rand van het domein van ons geheugen,de leugen van de kindertijd, de leugenvan wat wij zouden doen en nimmer deden. Tijd van tinnen soldaatjes en gebeden,van moeder’s nachtzoen en parfums in vleugen,zuiverste bron van weemoed en verheugen,verwondering en teêrste vriendelijkheden. … [Lees meer...] overGedicht: E. du Perron • Het kind dat wij waren
Gedicht: Wilfred Smit • Sweet bahnhof
Sweet bahnhof Drijft men steeds verderuit elkaar? het afscheid schuifteen opdringerige oom tussen ons in.sluit de ogen af - ja dit is vlucht,een handvol kaarten laten vallenomdat men in onze vingers knipt.wurg alle lichten - rasse schredenmaakt mijn vertrek, reusachtig,als op stelten wadend door de mist.adieu adieu sweet bahnhof - een convooi melaatsen wachtin alle stilte de … [Lees meer...] overGedicht: Wilfred Smit • Sweet bahnhof
Gedicht: Tymen Trolsky • De dichters
Tymen Trolsky was in de jaren ‘70 het pseudoniem van Jasper Mikkers. Zijn Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin is een van de vele nieuwe titels in de DBNL van december. De dichters De wind dronk van de kleine ratten in de goot;de winter hoestte en draaide zich om op z'n stretchbed,ver weg in de vlakte; de mieren stookten hun potkacheltjein hun lanterfanterige, om … [Lees meer...] overGedicht: Tymen Trolsky • De dichters
Gedicht: Jan van Nijlen • Wulpschheid
Wulpschheid In slanke naaktheid rijst zij voor den spiegel op,omwolkt met gitten krans van losgewoelde haren;haar oogen zijn als vreemde bloemen waar zij starenwaaruit bij elke blik 't vergif leekt drop na drop. En sidderend van koel en ongewenscht genot,spant zij uitdagend-juichend haar volronde borsten,wier marmerschoonheid niet een duivel, niet een godnoch menschen in … [Lees meer...] overGedicht: Jan van Nijlen • Wulpschheid
Gedicht: Jan G. Elburg • Stadgenoot
Stadgenoot Hij is het licht vergetenen het gras vergetenen al die kleine levende kevertjesen de smaak van water en het waaien hij is de geur vergetenvan het hooi de grijze vacht van de schapende varens de omgelegde aardkluiten zijn binnen is geen nest zijn buitengeen buiten zijn tuin een vaas … [Lees meer...] overGedicht: Jan G. Elburg • Stadgenoot
Gedicht: Alain Teister • Droom
Droom De tanden in ’t habijt en dan schuimbekken,en twee uur lang kakelen, kraaien, krijsen,paars worden in ’t gezicht, de indruk wekkendat er iets mis is met de godsbewijzen,een vurenhouten preek doormidden zagen,een duif apocalyptisch zien verbranden,schelden, bloedspuwen, emmeren en klagen,ontwaken als pastoor ten plattelande. Alain Teister (1932-1979)uit: De huisgod … [Lees meer...] overGedicht: Alain Teister • Droom
Gedicht: Joke Koornstra • Gedicht
Gedicht Dat iemand nog een keer me zou bestrelen en zeggen: bermbroei, land van maas en waal, bloeiende betuwe. Verloren weelde die poëzie van land en lijf en taal. Joke Koornstra (?-?) Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail. … [Lees meer...] overGedicht: Joke Koornstra • Gedicht
Gedicht: Jozef Eyckmans • sylvester
sylvester waan van stille wegenmisschien het beste nogen laat maar energie en laat maarzeg niet redelaat energiehet goed verdelende ellende … [Lees meer...] overGedicht: Jozef Eyckmans • sylvester
Gedicht: Jozef Eyckmans • recept
recept men nemeeen groot glazen vatdoet er tarwe in enstopt de hals dicht meteen vuil hemd … [Lees meer...] overGedicht: Jozef Eyckmans • recept
Gedicht: Aleidis Dierick • Esplanadeplein
Esplanadeplein Dit is een decadent seizoenmet bladeren op de esplanadeen vrouwen die op vrouwen wachtenzacht. Met vingers van genade. … [Lees meer...] overGedicht: Aleidis Dierick • Esplanadeplein
Gedicht: Alain Teister • De kunstcriticus
Dichter Alain Teister was ook schilder. De kunstcriticus Nu biedt men U een paard(als U van paarden houdt)voor een goed stuk. Vertederende praatover de domme schilderijen van Jan X.,een driekolomskop en een fotomet een onderschrift. … [Lees meer...] overGedicht: Alain Teister • De kunstcriticus
Gedicht: Richard Minne • Van op de hooge brug
Van op de hooge brug Van op de hooge brug onder den kroonlantaren,is alles, nu gezien, zoo anders dan het wastoen wij den tragen avond gingen tegenvaren,of spraakloos onder de elze zaten in het gras. … [Lees meer...] overGedicht: Richard Minne • Van op de hooge brug