De polder Uit het weerbarstig water moeizaam opgewrongen,door een verbeten wil tot aardklomp saamgeklauwd,ligt in de ranke omraming van ’t rechthoekig houtde polder. In de hoeven, mensenschuw, gedwongen in ’t hartbeklemmend juk der mateloze eenzaamheid:staalharde levens, als kristallen afgezetdoor de getemde grond; gericht naar oude wet,rechtzinnig, karig van gebaar en … [Lees meer...] overGedicht: Truus Gerhardt • De polder
gedichten 20e eeuw
Gedicht: Karel Jonckheere • Moeder
Moeder Zo lang zij rustig leeft kunnen wij haar vergeten,ze kost ons zorg noch geld, ze doet ons nimmer zeer;tweemaal in ’t jaar, misschien, gaan wij nog bij haar etenen lachen als ze zegt: Het is de laatste keer. Maar één kort spoedbericht maakt ons opnieuw tot zonen,wat ons gewichtig werd valt plots en dwaas uiteen,wij dachten in onze eeuw en in ons werk te wonentot wij … [Lees meer...] overGedicht: Karel Jonckheere • Moeder
Gedicht: Karel Jonckheere • Heimwee naar moeders woordenschat
Heimwee naar moeders woordenschat Ach moeder, ik weet zoveel woorden meer en van de muze honderd lepe wetten om ze verbluffend naast elkaar te zetten tot schone larie over duister zeer. Maar als ik op een avond bij ruig weer de vangst bijeengaar uit mijn rijmennetten, de troost schudt uit de kuil van mijn sonnetten, vind ik mijn stem wel maar mijn hart niet … [Lees meer...] overGedicht: Karel Jonckheere • Heimwee naar moeders woordenschat
Gedicht: Simon Carmiggelt • Een goed mens
Een goed mens Als knaap was Karel bij de welpen. In 't honk zei de akela: 'Kleine krullenkop!' Hij ruimde altijd al zijn rommel op en thuis ging hij dan ook nog moeder helpen. Zo groeit men op tot een rechtschapen man en wordt getrouwd door een gespierde Lien. Zij was niet helemaal zijn smaak misschien, maar och, er kwamen zeven kinders van. Des zondags liep hij … [Lees meer...] overGedicht: Simon Carmiggelt • Een goed mens
Gedicht: H.H. ter Balkt • Aan de mensen die machines geworden zijn
Uit Stilstaand leeft alles hier, de pas verschenen bloemlezing die dichter Alfred Schaffer samenstelde uit het werk van H.H. ter Balkt. Aan de mensen die machines geworden zijn Overal jan gassen in de straten van oud kwaad- sprekersland. Wij leven nu stukken sneller dan de insecten! Felle zandstormen waaien op Mars; permafrost beeldhouwt de bodem in een ijzeren vorm. … [Lees meer...] overGedicht: H.H. ter Balkt • Aan de mensen die machines geworden zijn
Gedicht: Margot Vos • De eerste Mei
De eerste Mei Toen kraaide de haan, de hemel scheurde In roode helften, een merelrij Stoof op uit de slaapdronken bosschen Den morgen in: 't was d'eerste Mei. Een poort vloog open; knaap en meiske Sprongen het licht in, rood-betresd, Als twee feest'lijke voorjaarsvogels, Frisch van toon, uit een donker nest. Heel in de verte blonken de vanen En zwaaiden heur … [Lees meer...] overGedicht: Margot Vos • De eerste Mei
Gedicht: Alfred Kossmann • De herten
De herten Ach zo leven als de zuivre herten! Des nachts de samenslaap in warme kuilen, Des daags de bossen om zich te verschuilen En 't kostelijke weideland der verten. Zij zullen 's morgens vroeg op tedre voeten Al spelende een geurend woud betreden, Een blad dat hunkrend nader is gegleden Voorzichtig strelende met warme snoeten. En plotseling de lichte nek … [Lees meer...] overGedicht: Alfred Kossmann • De herten
Gedicht: Alfred Kossmann • De vissen
De vissen De vissen leven soms als kleine planten, Als bladeren bewegen dan hun vinnen En in het roereloze licht bezinnen Zij levens kerngeheim van alle kanten. Soms zwemmen zij in nameloze scholen Haast even onbegrijpelijk als dingen En zonder doel om ergens te verdolen Hun stille water door in stomme kringen, Zo grauw en vreugdeloos dat men zou wenen Of niets … [Lees meer...] overGedicht: Alfred Kossmann • De vissen
Gedicht: Jules de Corte • Koninginnedag 1958
Koninginnedag 1958 Die morgen liep mijn dochtertje op straat, met twee oranje strikken in het haar. En in haar hand een vlaggetje van feest. Zij zong een liedje op de mirliton. De zon wou niet echt schijnen, maar de wind blies zacht en mild omdat het lente was. En boven de geluiden van de straat zong zij haar liedje, zo ontroerend blij, Dat buurvrouw vroeg: 'Moet je … [Lees meer...] overGedicht: Jules de Corte • Koninginnedag 1958
Gedicht: Willem de Mérode • De Emmaus-Gangers
De Emmaus-Gangers Nòg speuren wij 't nieuw vreugdgevoel, Dat heet en koel Ons overrompelde op den tocht, Toen Hij ons had bezocht. Hij heeft ons ongeloof gekrenkt, De ziel gezengd En drong zoo zacht als windgesuis Met ons in huis. Toen Hij de brooden met ons brak, Den zegen sprak, Kenden wij Hem aan woord en stem, En - wij verloren Hem. Maar schoon Hij … [Lees meer...] overGedicht: Willem de Mérode • De Emmaus-Gangers
Gedicht: Willem de Mérode • Paasmorgen
Paasmorgen Hij was het graf al uitgegaan Vóór ik Zijn dood bezoeken kon. Een zwarte leegte in de zon Gaapt de spelonk mij aan. O wát ik hoopte in mijn verdriet, Hij kwam mijn ongeduld nog vóór. Maar, Die ik door de dood verloor Vind ik ook levend niet. De olijven met de lichte wind Verzilvren in de zonneschijn, Waar 't hart niets dan zijn oude pijn langs alle … [Lees meer...] overGedicht: Willem de Mérode • Paasmorgen
Gedicht: Willem de Mérode • Berouw
Berouw In den schemer het angstige luistren Naar den wind die waait om de huizen. Van de wilgen stuiven de pluizen, Wit in den regen van 't duister. Ver weg het bedwelmend bruisen Van de zee; haar vage geluiden Eentonig, versmelt met het ruischen Van het bloed, zoo warm en duister. In het duisteren en het ruischen Een buigend mensch, arm en donker... Op een … [Lees meer...] overGedicht: Willem de Mérode • Berouw
Gedicht: Martinus Nijhoff • De soldaat die Jezus kruisigde
De soldaat die Jezus kruisigde Wij sloegen hem aan ’t kruis. Zijn vingers grepen Wild om den spijker toen 'k den hamer hief - Maar hij zei zacht mijn naam en: ‘Heb mij lief –’ En ’t groot geheim had ik voorgoed begrepen. Ik wrong een lach weg dat mijn tanden knarsten, En werd een gek die bloed van liefde vroeg: Ik had hem lief – en sloeg en sloeg en sloeg Den … [Lees meer...] overGedicht: Martinus Nijhoff • De soldaat die Jezus kruisigde
Gedicht: Ellen Warmond • Of niet soms?
Of niet soms? Je woorden maakten nog speelschuld maar je stem was al medeplichtig aan mijn inbraak in je toekomst en ik was al begonnen muziek te componeren voor je triangel mond en oren je huid vroeg wie ben ik dat je me kent ik zei je bent een ander of niet soms? * Waarschuwing aan de kinderen Getemde tongen prijzen vergrijsde tijden om dit … [Lees meer...] overGedicht: Ellen Warmond • Of niet soms?
Gedicht: Wilfred Smit • Geluk is steentjes
Geluk is steentjes nooit een kei - Narcissus had teentjes, die stootte hij - ook Echo had ze maar die kwijnde weg geluk, vergat ze daar is 't eind van weg en waar het einde weg is is ook geen begin - gelukschoentjes met eeuwig steentjes erin. * Afscheid Er staat een plant begonia vaarwellis in het venster; hij zal niet omkijken niet zien - ik plant een … [Lees meer...] overGedicht: Wilfred Smit • Geluk is steentjes
Gedicht: Victor Vroomkoning • Delft [14 september 1666]
Ter gelegenheid van Victor Vroomkoning’s 80ste verjaardag, verscheen Tachtig, een bloemlezing met zijn mooiste gedichten. Delft [14 september 1666] Liefste, Ik hoorde, Londen stond in brand. Ook ik. Nu wiegt mijn schoot de luit die jij me schonk. De meesterschilder die ik noodde wilde goud en hermelijn om het geheim dat in mij rijst. De meid en ik … [Lees meer...] overGedicht: Victor Vroomkoning • Delft [14 september 1666]
Gedicht: Michael Deak • Donkere metten
Donkere metten Twee bruine vogels nestelen op het hart van Zwarte Lientje met de blanke tanden: dat zijn de wilde vogels van de schande, dat zijn de stille vogels van de smart. ’k Weet een verscholen fjord tussen het zwart van haar klein oerwoud. – Wie er eenmaal landde keert er steeds weer, en vangt met warme handen de bruine vogels op haar brandend hart. – Wij … [Lees meer...] overGedicht: Michael Deak • Donkere metten
Gedicht: Jo Landheer • Bekentenis
Bekentenis Lang heb ik midden in het bos geleefd, Alleen met bomen en met schuwe dieren, Wilde konijntjes hield ik in mijn hand. 'k Zag herten drinken in de avonduren. Een geur van mos was aan mijn huid, en hei. Vreemde verrukkingen trilden in mij, Diep en geheim, waar mensen niet van weten. Soms sprak ik iemand, maar ik zei niet veel. De woorden kwamen moeilijk … [Lees meer...] overGedicht: Jo Landheer • Bekentenis
Gedicht: Jo Landheer • April op de Veluwe
April op de Veluwe In andre streken is 't nu volop voorjaar. Daar staan nu al veel boomen in een zacht Pril waas van groen en gaat jong gras ontspruiten. Verblindend trilt er de ijle bloesempracht. Hier blijft het donker op de stille heide, Die nog van winterkoude lijkt verstard. Vaal en verlaten liggen de stuifzanden En al het loofhout ziet nog kaal en … [Lees meer...] overGedicht: Jo Landheer • April op de Veluwe
Gedicht: Hugo Claus • Visio Tondalis
Nieuwe, uitgebreide website voor Hugo Claus’ verjaardag – hij zou vandaag 90 zijn geworden. ‘Visio tondalis’ (= Het visioen van Tondalus) is geïnspireerd op een gelijknamig schilderij van een volgeling van Hieronymus Bosch. Het gedicht wordt hier voorgelezen met muziek van Erik Voermans. Visio tondalis* Uit het valeland naar de borstelige lucht duwt een engel De verraste … [Lees meer...] overGedicht: Hugo Claus • Visio Tondalis
Gedicht: Jacqueline van der Waals • Woorden
Woorden Ik wantrouw het woord, een mensch, dat praat, Het weet van alles het hoe en waarom; Daar is op aarde geen heiligdom, Waar niet het woord naar binnen gaat. En dit heet ‘huis’ en dat heet ‘hond’ En dit heet ‘God’ en dat ‘gebed’, En noemt men iets, dan weet men het, En nergens is meer heilige grond. Der menschen woord raakt alles aan. - En dan verstomt der … [Lees meer...] overGedicht: Jacqueline van der Waals • Woorden
Gedicht: Chawwa Wijnberg • Mijn lief ik vaar een schip vol tranen
Samen met Chawwa Wijnberg’s nieuwste bundel verscheen een heruitgave van haar eerste bundel uit 1989, Aan mij is niets te zien. Mijn lief ik vaar een schip vol tranen een schip vol tranen naar je toe ik had je wat anders willen brengen vertel me wat je wilt en hoe ik je geweven innigheid kan geven of vreugde in een doosje vol karton of flesjes van de eerste morgen of … [Lees meer...] overGedicht: Chawwa Wijnberg • Mijn lief ik vaar een schip vol tranen
Gedicht: Gerrit Komrij • Een gedicht
Gerrit Komrij zou afgelopen zaterdag 75 zijn geworden. Daarom een online tentoonstelling, een stuk over zijn tv-kritieken, over de door Komrij bewonderde Jopie Breemer, en over Komrij’s bundel Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten. Een gedicht De eerste regel is om te beginnen. De tweede is de elfde van beneden, De derde is om wat terrein te winnen. De vierde … [Lees meer...] overGedicht: Gerrit Komrij • Een gedicht
Gedicht: Jac. van Hattum • Kind’ren van mensen, mij benauwt….
Kind'ren van mensen, mij benauwt.... Kind'ren van mensen, mij benauwt dit roekeloos met waarden spelen; hier het koude heersen-door-verdelen en elders haat, die harten knauwt. En overal een eend're zucht naar eens verworven zekerheden; Geloof, te onoprecht beleden, is van de harten weggevlucht. Geen volk stond leger aan zijn tijd; geen tijd schiep wreder … [Lees meer...] overGedicht: Jac. van Hattum • Kind’ren van mensen, mij benauwt….
Gedicht: Jac. van Hattum • Ponderabele geest
Ponderabele* geest Eerwaarde, het Kruis was onder U bezweken, onder Uw wicht Uw handenpaar gescheurd; naar het ponderabele waart Gij gekeurd: geteld, gewogen en te zwaar gebleken. En, naar het Kruishout brak, 't gelaat ter aarde of naar Uw hemel, hulp'loos, opgericht, hadt Gij het volk ten laatste male ontsticht, de schrale bende, tierend rond Eerwaarde. Uw … [Lees meer...] overGedicht: Jac. van Hattum • Ponderabele geest