Gemakk'lijk lig ik in mijn leuningstoelnaast rode pluche van zonnig tafelkleed;Plancks quantenleer zou 'k lezen, maar 'k vergeetvan mijn hier-zijn 't hoogst wetenschapp'lijk doel: want 'k zie een tulpenveld, vol gekrioelvan lichte en donkre vlammen; eer ik 't weet,silhouetteert mijn hand een haas, die eetmet mumm'lend mondje van het vlamgewoel; en 't voorvlak van een … [Lees meer...] overJ.A. dèr Mouw • Gemakk’lijk lig ik in mijn leuningstoel
J.A. Dèr Mouw
8 juni 2024: ‘Bevrijding’ – over J.A. Dèr Mouw
De lange tijd in Den Haag woonachtige Johan Andreas Dèr Mouw (1863-1919) leraar klassieke talen, wiskundige, filosoof en excentriekeling, was een bijzondere figuur in onze letterkundige geschiedenis. Na zijn dood beheerden zijn vrouw Nans dèr Mouw-Van Enst en zijn leerling Victor van Vriesland zijn nalatenschap - dat zij een platonisch huwelijk met Dèr Mouw had en dat Dèr Mouw … [Lees meer...] over8 juni 2024: ‘Bevrijding’ – over J.A. Dèr Mouw
J.A. Dèr Mouw • ’K ben Brahman. Maar we zitten zonder meid.
• Deze week is Marjan Berk gastredacteur. Als tweede koos ze een gedicht van J.A. Dèr Mouw. Haar toelichting staat onder het gedicht. ’K ben Brahman. Maar we zitten zonder meid.Ik doe in huis het een’ge, dat ik kan:’K gooi mijn vuilwater weg en vul de kan;Maar ’k heb geen droogdoek; en ik mors altijd. Zìj zegt, dat dat geen werk is voor een man.En ’k voel me hulp’loos en … [Lees meer...] overJ.A. Dèr Mouw • ’K ben Brahman. Maar we zitten zonder meid.
J.A. Dèr Mouw • ’t Is lang geleden
’t Is lang geleden En voor den eten, ’s middags, werd de zegenGevraagd van ‘Vader, die al ’t leven voedt,’En die zo trouw ‘ons spijzigt met het goed,’Dat wíj wèl ‘van Zijn milde hand verkregen’. Hij gaf de zon, en, als ’t moest zijn, de regen;En deden we onze plicht met vroom gemoed,En leerden braaf, en waren altijd zoet,Zou Hij ons leiden op al onze wegen. En vlak na … [Lees meer...] overJ.A. Dèr Mouw • ’t Is lang geleden
J. A. Dèr Mouw • Als koel in ’t groen baden mijn brandende ogen
Als koel in 't groen baden mijn brandende ogen,En, stadsgevang'nen, wijd zwerven door 't ruim,Komt vlokkend op de wind, als gorig schuimUit een riool, het stadslawaai gevlogen; Twee wolken stuiven aan, ineen gezogenDoor stinkende auto die, rollende fluim,Op 't stof, dat wegbolt, in kwaadaard'ge luimDe stad, immense zieke, heeft uitgespogen. Zo stoort me vaak bij heerlijk … [Lees meer...] overJ. A. Dèr Mouw • Als koel in ’t groen baden mijn brandende ogen
J.A. Dèr Mouw • Aquarium
•• Guus Middag over onderstaand gedicht. En Danny Habets. Aquarium In scheemrig groen stukje van de oceaanzweeft als een schim het zeedier, transparant:zich zelf vergetend, ziet door glazen wandde mensengeest ’t ontzaglijk wonder aan, hoe ’t zieltje, dat in elk trillend orgaan,teer van doorschijnendheid, onzichtbaar brandt,’t vreemd, glazen vogeltje zijn fijn als … [Lees meer...] overJ.A. Dèr Mouw • Aquarium