De kerstpuzzel van Neder-L heeft drie inzendingen opgeleverd en geen van de drie is geheel foutloos, al zitten ze alle drie wel dicht tegen de foutloosheid aan. Ik stelde in die puzzel twaalf vragen waarop het antwoord op het Internet gevonden kon worden. Die antwoorden moesten dan ook vergezeld gaan van een vindplaats op het Net. Hieronder geef ik de antwoorden die volgens mij de juiste zijn.
1. Welke spelling is volgens het nieuwe Groene Boekje de juiste: bloes of blouse?
Het juiste antwoord luidt: ze zijn allebei goed. Er zijn verschillende elektronische Groene Boekjes op het Net die onvoldoende betrouwbaar blijken. Een deelnemer had in Delft gekeken en daar alleen blouse gevonden. Dat antwoord kon de jury niet goedkeuren. Veel betrouwbaarder blijkt de lijst op http://206.48.177.73:80/spelling/, waar een tweede deelnemer naar verwijst. De derde deelnemer vond het goede antwoord op een andere plaats, bij het Ministerie van OC&W; (http://www.minocw.nl/spelling/voorkeur.htm). Nog een plaats waar het juiste antwoord gevonden had kunnen worden is in het dossier Spelling van de Volkskrant.
2. Welke Franse dichtregel zou model hebben gestaan voor ‘Onder de maan schuift de lange rivier?’
Om het antwoord op deze vraag te vinden moest men eerst weten dat dit een regel van Van Ostaijen is. Intikken van de regel in een goede zoekmachine zoals Hotbot levert meerdere vindplaatsen voor dit gedicht op. De auteursnaam staat er steeds bij vermeld. Vervolgens kon men op zoek gaan naar meer informatie over Van Ostaijen. In een special over de dichter in de Brakke Hond verscheen een artikel van Paul Claes, waarin deze uiteenzet dat de regel ontleend is aan Apollinaires regel ‘Sous le pont Mirabeau coule la Seine.’ Twee van de inzenders vonden dit antwoord, met de genoemde vindplaats. Een moest het antwoord schuldig blijven.
3. Wat is het verschil tussen s-domination en c-domination volgens Chomsky?
Het antwoord op deze vraag is door alle drie de inzenders gevonden. Twee vonden het in het Utrechtse Linguistic Lexicon: A c-dominates B if every segment of A dominates B, A s-dominates B if some segment of A dominates B. De derde verwijst naar http://www.entmp.org/linguistics/synthinar/s2. De definitie daar is echter onduidelijk en niet helemaal juist.
4. Welke Nederlandse taalkundige laat zich ‘Lichtende God van de Taal’ noemen?
Alle drie de deelnemers zeggen: Sjors van Driem en verwijzen naar http://www.vpro.nl/www/vpro-digitaal/wetenschap/ARCHIEF/bhut.htm. Inderdaad wordt die naam daar zo gespeld. Feit is echter dat de geleerde in kwestie zelf zijn voornaam schrijft als George (zie bijv. http://iias.leidenuniv.nl/hst/himalaya/project.html). Na rijp beraad heeft de jury besloten de spelling Sjors toch goed te keuren.
5. In welk dialect wordt op de volgende manier tot tien geteld: I`e`en, twi`e`e, drie”e, viere, vuuve, zesse, zeevne, achte, neegne, tiene…
Het antwoord, het dialect van Roeselare, is te vinden op de dialectverzameling van Roger Thijs. Twee deelnemers vonden het, en een wist het niet.
6. Wat is de oudste Middelnederlandse tekst waarin de duivel een lichamelijk gebrek vertoont?
Alle drie de lezers wisten dat het Mariken van Nieumeghen was, maar alle drie verwijzen ze naar de tekst van dat stuk op http://www.dds.nl/~ljcoster/marieken/. Dat is niet goed: die tekst bewijst op zichzelf niet dat er geen oudere bronnen zijn waarin de duivel een gebrek heeft. Een betere vindplaats is de column van Willem Kuiper over dit onderwerp in de archieven van Neder-L. De jury geeft overigens toe dat dit artikel bijzonder moeilijk is terug te vinden.
7. Wie is voorzitter van de wetenschapscommissie van het BBN?
Door alle drie de inzenders gevonden op de pagina van het BBN: mw. M.A. Schenkeveld-van der Dussen.
8. Wat is de titel van het proefschrift van Marijke Meijer Drees?
Ook dit antwoord is door alle drie de inzenders gevonden: De treurspelen van Thomas Asselijn (ca. 1620-1701). Dit is te vinden op http://www.let.ruu.nl/departments/nl/nlren/bio.html#meijer.
9. In welk jaar verhuisde Willem Bilderdijk naar Haarlem?
Alweer drie keer goed: 1827. Dit was te vinden op de Bilderdijk-tentoonstelling van de KNAW.
10. Welke drie soorten informatie worden opgenomen in de SignPhon-gegevensbank?
1) gegevens over de ‘structurele’ eigenschappen van het gebaar. 2) niet-structurele eigenschappen van het gebaar, zoals de pragmatische of sociolinguistische context waarin het gebaar meestal gebruikt wordt. 3) niet-taalkundige informatie, zoals de naam van de informant, de datum van codering, etc. Door alle drie de deelnemers gevonden op http://oasis.leidenuniv.nl/hil/sign-lang/signphon.htm#structure.
11. Hoe heet de hoofdpersoon in J. van Ginnekens Roman van een Kleuter?
Het antwoord, Keesje, is te destilleren uit de online editie van de Roman. Alle drie de deelnemers hebben dit gevonden.
12. Hoeveel literaire prijzen zijn er toegekend aan de schrijver A. Alberts?
Dat zijn er 5 (of 4, naar gelang de definitie van een literaire prijs), zoals is na te lezen op de uitstekend verzorgde pagina’s over deze schrijver van Herman Jansen. Ook dit was drie keer goed.
Achteraf blijkt de samenstelling van de vragenlijst niet ideaal: de moeilijkste vragen zaten in het begin. In ieder geval zijn er een paar mensen die succesvol hebben deelgenomen, en uit de reacties maak ik op dat er enkele tientallen het hebben geprobeerd. Een deelnemer naderde het ideaal van foutloosheid het dichtst: alleen de door hem gegeven vindplaats voor vraag 6 was niet juist. Verder had hij alles gevonden. De winnaar is daarom Gosse Bouma.
Laat een reactie achter