Subject: | Neder-L, no. 9707.a |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Mon, 14 Jul 1997 20:21:16 +0200 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Zesde-jaargang----------- Neder-L, no. 9707.a -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 9707.01: Evenementen-agenda, met: | | - 25 jaar antiquariaat Ezelsoor (Amersfoort) | | - Tentoonstelling 'Het beweegbare boek' (Amersfoort) | | - Tentoonstelling 'Inktvraat' (Rotterdam) | | - Tentoonstelling 'De wonderlijke vissenwereld van | | Adriaen Coenen' (Scheveningen) | | (2) Med: 9707.02: BNTL via Internet voor instellingen buiten Nederland | | en Vlaanderen | | (3) Med: 9707.03: BBN gaat op in nieuwe Nederlands Instituut voor | | Wetenschappelijke Informatie (NIWI) | | (4) Vac: 9707.04: Vacature bij NIWI: senior specialist wetenschappelijke| | informatie (aandachtsgebied: neerlandistiek m.n. | | moderne letterkunde) | | (5) Rea: 9707.05: Schrijven voor het scherm; een reactie op Van | | Oostendorps NederNed-colum 13 (9706.13) | | (6) Col: 9707.06: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 14: | | 'Analytische Fonologie' | | (7) Med: 9707.07: Zomercursussen 'Nederlandse taal en cultuur' van de | | Taalunie: ruim 300 cursisten uit meer dan 30 landen | | (8) Col: 9707.08: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XXXVII: | | 'De tekst, de zanger en het wijsje' | | (9) Web: 9707.09: Site Cognitive Linguistics Conference: | | http://www.vu.nl/ICLC97/ | |(10) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 26 Jun 1997 00:33:15 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Rub: 9707.01: Evenementen-agenda
==================
Evenementen-agenda
==================
AMERSFOORT, Museum Flehite, Westsingel 50, 033-4619987
Tentoonstelling ‘T EZELSOOR, t/m 24 augustus.
Expositie n.a.v. 25 jaar antiquariaat ‘t Ezelsoor. Twaalf verzamelaars tonen de mooiste boeken die ze in de afgelopen 15 jaar bij ‘t Ezelsoor bemachtigden.
Tentoonstelling HET BEWEEGBARE BOEK, t/m 21 september 1997.
Expositie over de geschiedenis van het beweegbare boek van 1547 tot heden. Beweegbare boeken hebben de prachtigste mogelijkheden, zoals flappen die opgelicht kunnen worden zodat de voorstelling er anders uit komt te zien.
ROTTERDAM, Museum Boymans Van Beuningen, Mathenesserlaan 18-20
Tentoonstelling INKTVRAAT, t/m 7 september 1997.
De expositie toont voorbeelden van inktvraat, veroorzaakt door ijzergallusinkt, op tekeningen, boeken en archivalia uit Nederlandse musea, archieven en bibliotheken.
SCHEVENINGEN, Museum Scheveningen, Neptunusstraat 92
Tentoonstelling DE WONDERLIJKE VISSENWERELD VAN ADRIAEN COENEN, t/m 27 september.
De expositie geeft een overzicht van leven en werk van de 16e-eeuwse Scheveningse bestuurder, visgroothandelaar, schrijver en kunstenaar. Zijn nooit uitgegeven, fraai geillustreerde manuscripten het Visboeck (1578) en het Walvisboeck staan op deze tentoonstelling centraal.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 26 Jun 97 14:28:22 MET
From: Paul Doorenbosch <p.doorenbosch@picamail.pica.nl>
Subject: Med: 9707.02: BNTL via internet voor instellingen buiten Nederland en Vlaanderen
==================================================================
BNTL via internet voor instellingen buiten Nederland en Vlaanderen
==================================================================
In Nederland en Vlaanderen hebben medewerkers van Universiteiten veelal de mogelijkheid de on line retrieval-versie van de ‘Bibliografie van de Nederlandse Taal- en Literatuurwetenschap’ via hun universiteits- of instituutsbibliotheek te raadplegen. Docenten neerlandistiek buiten Nederland en Vlaanderen hebben die mogelijkheid niet.
Het afgelopen half jaar is, o.a. via de ‘Bibliografische Attenderingslijst’ getracht te inventariseren welke buitenlandse instellingen voor neerlandistiek belangstelling hebben om de BNTL-ORS via internet te raadplegen. Hierop is weinig respons gekomen. Uit de enkele reacties is echter wel gebleken dat de prijs waarvoor deze toegang aangeboden werd, voor de instellingen financieel niet haalbaar lijkt. Mogelijk dat vanwege die prijs eventuele belangstellenden in het geheel niet gereageerd hebben.
Vanuit het Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek willen we graag bekijken of er op de een of andere manier subsidie te verwerven valt zodat de financiele drempel verlaagd kan worden. Om allereerst een overzicht te krijgen van instituten in het buitenland die geinteresseerd zijn in toegang tot de BNTL on line, verzoek ik de instituten die belangstelling hebben die bij ons kenbaar te maken. Daarbij vraag ik u geen rekening te houden met een eventuele abonnementsprijs.
U kunt uw reactie sturen naar het email-adres:
p.doorenbosch@picamail.pica.nl
Paul Doorenbosch
| Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek (BBN)
| tel. (070) 3140 248 / 3140 251 / fax: (070) 3140 247
| e-mail: p.doorenbosch@picamail.pica.nl
| doorenbosch@konbib.nl
| Prins Willem Alexanderhof 5
| Postbus 90751
| 2509 LT Den Haag
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 1 Jul 1997 9:37:17 +100
From: Paul Doorenbosch <Paul.Doorenbosch@KONBIB.NL>
Subject: Med: 9707.03: BBN gaat op in nieuwe Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatie (NIWI)
===========================
BBN wordt opgenomen in NIWI
===========================
Op 1 september a.s. zal het Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek (BBN) worden opgenomen in het nieuw gevormde Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI). In het NIWI zijn zes instituten op het gebied van de wetenschappelijke informatieverzorging samengebracht. Het NIWI kan door deze bundeling van kennis en expertise een voortrekker zijn bij het verzamelen, beoordelen, presenteren en distribueren van wetenschappelijke informatie.
Het NIWI is actief op het terrein van multidisciplinaire onderzoekinformatie en op vier wetenschapsgebieden: biomedische wetenschappen, geschiedenis, maatschappijwetenschappen en Nederlandse taal en letteren. Voor deze disciplines is er voortaan een adres waar wetenschappers met hun informatiebehoeften terecht kunnen.
Informatie voor wetenschappers toegankelijk maken: daar draait het om bij het NIWI. Informatie die snel en efficient aan de gebruiker ter beschikking wordt gesteld. Informatie op papier, maar vooral ook in elektronische vorm.
Het NIWI is een instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en een overheidsorganisatie zonder winstoogmerk. De kosten van verzamelen, selecteren en toegankelijk maken van informatie worden gedragen door de overheid. De gebruiker betaalt alleen voor het beschikbaar stellen van informatie, zoals het on line houden van databanken, het leveren van fotokopieen en de verzendkosten.
Meer informatie over diensten en producten (per wetenschapsgebied) kunt u na 1 september vinden op de NIWI-Website en in de productbrochures, te verkrijgen bij de NIWI-klantenservice. Wie zich abonneert op de (gratis) elektronische nieuwsbrieven, die per kwartaal worden uitgegeven, blijft op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen van de NIWI-informatiediensten.
De fusiepartners:
ADL-SVO Afdeling Documentatie en Literatuuronderzoek van de Stichting voor Onderwijsonderzoek
Bibliotheek van de KNAW, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
BBN Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek
NBOI Nederlands Bureau voor Onderzoek Informatie
NHDA Nederlands Historisch Data Archief
SWIDOC Sociaal-Wetenschappelijk Informatie- en Documentatie Centrum
De werkzaamheden die nu op het Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek worden gedaan, het maken van de ‘Bibliografie van de Nederlandse Taal- en Literatuurwetenschap’ (BNTL) en de ‘Bibliografische Attenderingslijst’, zullen gewoon op de huidige locatie, het gebouw van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag, worden voortgezet. Deze activiteiten worden ondergebracht in de productgroep Bibliografische Bestanden van het NIWI.
In de afgelopen maanden zijn er enkele wijzigingen geweest in functies bij het BBN.
- Marja Geesink, directeur van het BBN, heeft dit voorjaar haar dienstverband met de KNAW beeindigd. Onder haar leiding is het BBN tot een succesvol instituut uitgegroeid. Zij heeft er de voorkeur aan gegeven om zonder ruchtbaarheid en festiviteiten afscheid te nemen. Haar taken als directeur worden tot 1 september waargenomen door Paul Doorenbosch, die tevens hoofd is van de productgroep Bibliografische Bestanden van het NIWI.
- Jan Jaap Kelder wordt per 1 september eindredacteur historische letterkunde van de BNTL, Marga de Bolster blijft de functie eindredacteur taalkunde vervullen en voor de functie eindredacteur moderne letterkunde loopt momenteel een sollicitatieprocedure.
- Redacteuren bij de BNTL zijn Frank Peeters en Elly Kamp.
- De medewerkers aan de BNTL zijn zowel via het huidige toegangsnummer 070-3140251 (fax 070-3140247), als vanaf 1 september via de centrale telefoon- en fax-nummers van het NIWI bereikbaar. U kunt daar terecht voor aanvullingen en opmerkingen over de BNTL en de Bibliografische Attenderingslijst.
Het NIWI is gevestigd:
Joan Muyskenweg 25
1096 CJ Amsterdam
Postbus 41950
1009 DD Amsterdam
Paul Doorenbosch
(p.doorenbosch@picamail.pica.nl)
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
From: Paul Doorenbosch <p.doorenbosch@picamail.pica.nl>
Date: 30 Jun 97 16:40:15 MET
Subject: Vac: 9707.04: Vacature bij het NIWI: senior specialist wetenschappelijke informatie (aandachtsgebied: neerlandistiek m.n. moderne letterkunde)
=================================================================
Vacature bij NIWI: senior specialist wetenschappelijke informatie
=================================================================
Bij het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI) is er per 1 september a.s. een vacature op de locatie Den Haag (nu nog het Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek) voor een neerlandicus. Een belangrijk deel van de werkzaamheden in deze functie zal gewijd zijn aan de ‘Bibliografie van de Nederlandse Taal- en Literatuurwetenschap’.
De officiele advertentie verscheen zaterdag 28 juni j.l. in De Volkskrant.
*--------------------------------------------------------------*
| |
| SENIOR SPECIALIST WETENSCHAPPELIJKE INFORMATIE |
| |
| Aandachtsgebied: Neerlandistiek m.n. moderne letterkunde |
| (40 uur p.w., inclusief ADV) |
| vacaturenummer: NIWI 97 SS/NE 1 |
| |
*--------------------------------------------------------------*
Kerntaken:
- is eindverantwoordelijk voor de selectie en ontsluiting van on line- en off line-wetenschappelijke publicaties
- is eindverantwoordelijk voor bouw, onderhoud en innovatie van thesaurus en classificatiesystemen t..b.v. de wetenschappelijke ontsluiting
- controleert het werk van de specialisten en documentalisten en bewaakt de voortgang
- is verantwoordelijk voor het samenstellen van publicaties, overzichten etc.
- is actief bezig met de acquisitie, ontwikkeling en uitvoering van projecten voor derden
- geeft voorlichting, publiceert over de systemen en verzorgt presentaties.
Functie-eisen:
Opleiding en ervaring:
- voltooide universitaire opleiding en grote mate van expertise op het gebied van de neerlandistiek (m.n. moderne letterkunde)
- grote kennis van en ervaring met (geautomatiseerde) documentatiesystemen en/of bibliografische systemen, wetenschappelijke en formele ontsluitingsmethoden.
Vaardigheden: - vaardigheden in leidinggeven en projectmanagement
- professionele en gebruikersgerichte instelling en goede contactuele vaardigheden
- goede mondelinge en schriftelijke beheersing van de Nederlandse en Engelse taal en passieve kennis van Frans en Duits
- vaardigheid in het werken met computers en geautomatiseerde tekstverwerking
- zelfstandig kunnen werken.
Salarisindicatie: schaal 10 (RWOO (maximaal f. 6.140,- bruto per maand bij een volledig dienstverband).
Standplaats: Den Haag (in afwijking van de tekst in De Volkskrant) Het betreft een tijdelijke functie met uitzicht op een vast dienstverband.
Sollicitaties dienen binnen vier weken na plaatsing van de advertentie in De Volkskrant schriftelijk en voorzien van een CV gestuurd te worden naar:
Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten,
t.a.v. dr. Wouter J. van Gils, directeur NIWI
Postbus 41950, 1009 DD Amsterdam
o.v.v. het vacaturenummer linksboven in de hoek van de enveloppe.
Nadere informatie over de functie wordt eveneens verstrekt door dr. Wouter J. van Gils (telefoon: 020-668 5511, prive: 070-323 8728 (na 20.00 uur)).
(Op dit moment vindt er een reorganisatieproces plaats waarin in eerste instantie de interne medewerkers van de diverse instituten geplaatst zullen worden. De interne plaatsingsprocedure is nog niet afgerond. De uitkomsten hiervan kunnen consequenties hebben voor de invulling van deze vacature.)
Paul Doorenbosch
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 29 Jun 1997 16:13:17 +0200 (MET DST)
From: Jac Aarts <Jac.Aarts@inter.NL.net>
Subject: Rea: 9707.05: Schrijven voor het scherm; een reactie op Van Oostendorps NederNed-colum 13 (9706.13)
================================================================
Schrijven voor het scherm; een reactie op Van Oostendorp 9706.13
================================================================
Ups en downs hebben we allemaal wel eens. Ook Marc van Oostendorp, schrijver van de column over “Digitaal schrijven” in nr. 9706.b. Hij vindt zichzelf een verschrikkelijke amateur en vertelt over zijn moeizame speurtocht naar literatuur over digitaal schrijven. Hoe schrijf je iets wat op een scherm gelezen moet worden? Inderdaad, dat stelt heel andere eisen.
Eerst een woord van troost: ik lees zijn column altijd graag en ik heb in mijn leven al heel wat mensen ontmoet die veel erger amateur waren ‘en maar wat deden’ dan hij. Houd moed!
Nu ter zake. Er is al best wat interessante literatuur over dit onderwerp verschenen, bv.:
1 G.P.J. Spenkelink, “Visual display units”, diss. Tu Twente (1994)
2 Paul Ket en Elly Langewis, “Tekst op beeldscherm”, in: Onze Taal, 1993, nr 4, p 78-79.
3 J. van der Meer, “Richtlijnen voor ontwerpen van mens-computer dialogen” (verbonden aan informatica-onderneming van Teelen BV, bekend van o.a. de Teleac-cursussen over pc’s en internet), in: Handboek Industriele Automatisering, okt 1994.
Ket (2) is het meest praktisch gericht. Zij gaan ervan uit dat de leesbaarheid van een tekst op een beeldscherm 20 % minder is dan bij een tekst op papier. Op basis daarvan geven zij tips aan schrijvers van teksten die op een scherm gelezen moeten worden, bv.:
1 presenteer nooit meer dan 1 onderwerp per scherm
2 gebruik geen afkortingen (behalve acroniemen)
3 maak regels maximaal 65 tekens lang
4 maak zinnen maximaal twee regels lang
5 doe per zin slechts een mededeling
6 start een nieuwe zin op een nieuwe regel
7 een alinea mag maximaal 3 regels bevatten
8 scheid alinea’s door witregels
9 vermijd bijzinnen
10 gebruik 1 bijv.nw per zelfst.nw
Zijdelings komt het onderwerp ‘lezen vanaf beeldscherm’ ook ter sprake in de dissertatie ‘Discourse structure and coherence’ van T.J.M. Sanders (KUB, 1992, ook hierover: Onze Taal, 1994, nr 12, p 300-302).
Spenkelink (1) gaat uit van een andere invalshoek: de relatie tussen beeldscherm en leesbaarheid. Zo bleek uit zijn dissertatie dat kleurcontrasten de leesbaarheid niet vergroten. Proefpersonen vinden schermen met weinig kleurcontrast beter leesbaar en dit is schokkend voor al diegenen die altijd dachten dat bv. rode letters op een blauwe achtergrond (verzadigde kleuren) prettig zouden werken. Nee dus. Luminantiecontrast (verhouding tussen licht en donker) leidt veel meer tot een verbeterde leesbaarheid.
Van der Meer (3) is vooral gericht op het vormgeven van programma’s, maar ook bij hem zijn interessante tips op te pikken, bv.:
. centreer titels en (tussen)kopjes
. presenteer teksten in kleine blokken, zo mogelijk genummerd
. gebruik een dubbele regelafstand (verhoogt de leessnelheid met 10 %)
. vul teksten alleen links uit
. breek woorden niet af
. wees zuinig met hoofdletters: kleine letters worden veel sneller gelezen.
En zo zijn er best wat interessante dingen te verzamelen. Ik hoop dat onze columnist nu uit zijn depressie opkrabbelt. Zelf heb ik in het bovenstaande ook al enigszins getracht me aan de richtlijnen te houden (bv. vaker een witregel dan normaal), al doe ik dat nog niet consequent. Ik probeer mijn leven te beteren.
Jac Aarts
Arnhem, hoofdstad van /E/u/r/o/p/a/ Gelderland
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 08 Jul 1997 21:23:01 +0200
From: Marc van Oostendorp <oostendorp@rullet.leidenuniv.nl>
Subject: Col: 9707.06: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 14: 'Analytische Fonologie'
======================================
NederNed no. 14: Analytische Fonologie
======================================
Nederlanders hebben een onverzadigbare belangstelling voor hun moedertaal. Een andere conclusie valt niet te trekken voor degene die zelfs maar met een schuin oog de Internet-discussiegroep nl.taal volgt. Vooral de fonologie mocht zich de afgelopen weken in een overstelpende belangstelling verheugen, sinds er iemand was die een nieuwe ‘fonologische’ spelling voorstelde. Internet-gebruikers stortten zich naar aanleiding hiervan in een eindeloze discussie over stemhebbendheid, de fonologie versus de fonetiek van diftongen, de representatie van de sjwa en de velare nasaal. Ongeveer alle onderwerpen uit de gemiddelde inleiding in de fonologie kwamen aan de orde, al was het maar omdat Peter-Arno Coppen zich intensief met de discussie bemoeide.
Ik heb het interessante deel van de discussie pas achteraf gelezen. Na een paar dagen vervallen dit soort gedachteuitwisselingen op Internet helaas meestal tot scheldpartijen en voor buitenstaanders onbegrijpelijke onderonsjes. En toen het gesprek nog op niveau was, had ik me een week teruggetrokken van mijn computer, naar een rustige plek met alleen een stapel boeken.
Een van die boeken was Analytische Taalkunde van Joop van der Horst. De toon van dat boek is ongeveer het omgekeerde van die in zo’n Internet-discussie: kalm, niet polemisch, rustig. Het boek is prettig om te lezen en biedt af en toe originele gezichtspunten. Maar op een punt is het merkwaardig — en ook anders dan de discussie op nl.taal. Het lijkt wel alsof er in de analytische taalkunde helemaal geen plaats is voor de fonologie en de morfologie.
Ik wil hier geen recensie van Analytische Taalkunde schrijven, maar kort gezegd komt de theorie op het volgende neer. Het model voor de taalkunde is volgens Van der Horst veel eerder de taalkundige dan de redekundige ontleding. Begrippen als onderwerp, gezegde en zinsdeel behoren allemaal niet tot de taalkunde (maar tot de psychologie of een aanverwant vak). De analytische taalkunde houdt zich daarentegen alleen bezig met woordsoortenleer. De centrale stelling in dit boek is dit boek dat de hele taal alleen bestaat uit ‘taaltekens’, combinaties van vorm en betekenis. Constructies, syntactische regels en dergelijke, bestaan allemaal niet of kunnen tot ‘taalteken’ worden herleid.
Dat is origineel omdat de meeste twintigste-eeuwse taalkunde eerder gebaseerd is op redekundig dan op taalkundig ontleden. Van der Horst is bovendien behoorlijk radicaal en probeert bijvoorbeeld aan te tonen dat de buigings-e in vele studenten en mogelijk zelfs in slimme studenten betekenis heeft. Maar als fonoloog weet ik toch niet goed wat ik hiermee aan moet.
Op het eerste gezicht lijkt er in de Analytische Taalkunde helemaal geen plaats voor de fonologie. De meeste fonologie gaat toch echt alleen maar over de vorm, met absoluut voorbijgaan aan de inhoud: nasaalassimilatie (impopulair zeggen in plaats van inpopulair) lijkt mij bijvoorbeeld volstrekt betekenisloos. Voor Van der Horst moet een bespreking van nasaalassimilatie daarom helemaal buiten de taalkunde vallen, omdat vorm en inhoud niet van elkaar gescheiden kunnen worden. Fonologie gaat niet over taaltekens, en omdat de analytische taalkunde juist alleen over taaltekens gaat, is er geen ruimte voor een analytische fonologie. Van der Horst zegt dan ook bijzonder weinig over fonologische vorm. Zijn meest specifieke uitspraak is dat woorden bestaan uit ‘foneemreeksen’, een overtuiging die weinig kenners van de Nederlandse fonologie zullen delen.
Het Nederlands heeft twee min of meer productieve meervoudsuitgangen: -en en -s. Dat zijn voor Van der Horst twee taaltekens, en omdat hij liever niet aanneemt dat er synoniemen zijn, zouden we hier een (subtiel) betekenisverschil verwachten. Ik weet niet wat dit verschil zou kunnen zijn, maar uit de literatuur is wel bekend dat er een fonologisch verschil is tussen de twee. Dat verschil wordt meestal ge”illustreerd aan woorden die eindigen op -ie: het woord genie neemt de uitgang -en, het woord familie de uitgang -s. Geert Booij heeft laten zien dat dit te maken heeft met het feit dat genie eindigt op een beklemtoonde -ie en familie op een onbeklemtoonde. De ideale metrische structuur in het Nederlands is een troche”ische voet — een beklemtoonde lettergreep gevolgd door een onbeklemtoonde. Dat verklaart het verschil in voorkeur: zowel genie”en als families eindigt immers op trochee.
Het is onduidelijk hoe deze verklaring in de analytische taalkunde moet worden ingebed. Omdat hij niet naar het eventuele betekenisverschil tussen -en en -s verwijst, moet hij buiten de taalkunde vallen. Maar een niet-taalkundige verklaring valt er ook niet echt aan te geven (genies en famili”en kunnen best uitgesproken worden, dus de articulatorische fonetiek valt als verklaring waarschijnlijk al af), tenzij we aannemen dat bijvoorbeeld die voorkeur voor trochee”en buiten de taalkunde valt. Als dat zo is, dan zijn fonologen mensen die ge”interesseerd zijn in puur talige fenomenen, maar geen taalkundigen. Ik vind het best, maar toch ook wel een beetje verwarrend.
Overigens doet Van der Horst ook een interessante observatie. Het is bekend dat affixen over het algemeen een veel armoediger fonologische vorm (-en, -s, -t) hebben dan stammen (encyclopedie, struikel). Dat komt aardig overeen met het verschil in de hoeveelheid betekenis dat de twee soorten morfemen moeten uitdrukken. Van der Horst breidt deze observatie verder uit: hoe armoediger de betekenis, hoe armoediger de vorm. Volgens hem is ook woordvolgorde (mooie man in plaats van man mooie) een taalteken, maar een met een erg armoedige structuur en een erg armoedige betekenis. A staat voor B betekent ‘A heeft betrekking op B’. Zeer weinig betekenis dus, voor een element met een minimale vorm.
Dit is nu interessant omdat voor Van der Horst zelfstandig naamwoorden ook meer betekenis hebben dan werkwoorden. We verwachten dan dat de vorm van de eerste ook ‘rijker’ is dan die van de tweede. Hoewel Van der Horst hier niets over zegt, valt er op deze manier misschien iets te begrijpen van een observatie die Mieke Trommelen enkele jaren geleden deed: dat zelfstandig naamwoorden inderdaad veel meer mogelijkheden hebben wat lettergreepstructuur betreft dan werkwoorden. Een woord als herfst, met een zeer gecompliceerd rijm kan alleen een zelfstandig naamwoord zijn, onafgeleide werkwoorden met dezelfde structuur bestaan niet. Van der Horsts theorie over woordsoorten geeft misschien een aanknopingspunt om Trommelens feiten te begrijpen. Al blijft er nog veel onduidelijk, vooral gezien de ondergeschikte rol die de fonologie duidelijk inneemt in Van der Horsts taalkunde.
Marc van Oostendorp, oostendorp@rullet.leidenuniv.nl
J.M. van der Horst, Analytische taalkunde, Groningen, Martinus Nijhoff, 1995. ISBN 90 6890 487 6.
Booij, G., The Phonology of Dutch, Oxford University Press, Oxford, 1995.
Trommelen, M., ‘Lettergreepstructuur en woordkategorie,’ Nieuwe Taalgids 82 (1989): 64-77.
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 10 Jul 1997 15:11:18
From: Secretariaat Nederlandse Taalunie <secr@ntu.nl>
Subject: Med: 9707.07: Zomercursussen 'Nederlandse taal en cultuur' van de Nederlandse Taalunie: ruim 300 cursisten uit meer dan 30 landen
==========================================
Zomercursussen Nederlandse taal en cultuur
==========================================
Waarom studeert iemand uit Zuid-Korea Nederlands? Of iemand uit Finland? Uit liefde of belangstelling voor onze taal. Vooral Noord-Nederlanders kunnen zich daar soms weinig bij voorstellen, maar ruim driehonderd cursisten uit meer dan dertig landen zijn zo enthousiast over de Nederlandse taal en cultuur, dat zij daar deze zomer een cursus van de Taalunie over volgen. De meeste cursisten zijn studenten aan buitenlandse universiteiten waar ze Nederlands als hoofd- of bijvak volgen. Andere deelnemers hebben beroepshalve met het Nederlands te maken.
De cursisten krijgen les van docenten die al langer Nederlands aan anderstaligen onderwijzen. Sommige docenten zijn verbonden aan vakgroepen Nederlands in het buitenland. Tijdens de zomercursus volgen de deelnemers een zeer intensief taalverwervingsprogramma. Daarnaast krijgen gevorderde studenten colleges over taalkunde, letterkunde en kennis van de Nederlandse en Vlaamse samenleving. Bovendien houden hoogleraren en andere deskundigen voordrachten over onderwerpen als het allochtonenbeleid, architectuur, de pers en geestelijke stromingen in Nederland en Vlaanderen.
Dit jaar worden de zomercursussen in Gent en Hasselt voor het eerst onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse Taalunie gehouden. Voor de cursus in Woudschoten is de Taalunie al vier jaar verantwoordelijk. De cursus in Woudschoten heeft van 14 juli tot 2 augustus plaats. De zomercursus in Gent wordt van 7 augustus tot 30 augustus gehouden, de cursus in Hasselt begint op 3 augustus en eindigt op 17 augustus.
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thursday, June 26, 1997 15:59:03 MET
From: Peter-Arno Coppen <p.a.coppen@let.kun.NL>
Subject: Col: 9707.08: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XXXVII: 'De tekst, de zanger en het wijsje'
=====================================================================
Linguistisch Miniatuurtje XXXVII: ‘De tekst, de zanger en het wijsje’
=====================================================================
Het is een bekend gegeven dat reclameslogans vaak een grammaticaal eigenaardigheidje bevatten om de aandacht te trekken van de argeloze luisteraar of lezer. Doorgaans betreft het een dubbelzinnigheid, zoals bij “de bus laat je niet staan” of “in Nijmegen studeer je niet alleen”, of een opvallende constructie, zoals in “hou je van vlees, braad je in Croma”, waarbij het ontbreken van het woordje “dan” opvalt. De (onbewuste?) gedachte van de reclamemakers is dat de grammaticale machine van de taalgebruiker net even hapert voor backtracking en daardoor een fractie van een seconde langer bij de uiting blijft hangen.
Is deze strategie ook toepasbaar in liedteksten? Afgemeten aan het succes van het nummer “Banger hart” van Rob de Nijs (tekst van Belinda Meuldijk), zou je misschien denken van wel. Ook hier vinden we namelijk een grammaticale anomalie, die -althans bij de taalgevoeligen onder ons- voor een lichte siddering kan zorgen. Het gaat om de zinssnede “want jij bent mijn jaloers bezit”. Hoezo, “jaloers bezit”?
De context is eenvoudig: man heeft relatie met vrouw, is bang dat anderen haar wegkapen of dat ze uit zichzelf opstapt. Uiteindelijk vindt hij zekerheid in haar kwetsbaarheid. Erg traditioneel allemaal, maar goed. Ergens in het midden van deze context valt het refrein: “ik wil jouw liefde zwart op wit, ik wil meer zekerheid dan dit, want jij bent mijn jaloers bezit”.
Als we even afzien van het mogelijk seksistische “bezit”, dan is de eerste vraag die nu rijst: wie is er hier jaloers, en op wie of wat? Zijn andere mannen jaloers op de relatie van de zanger, of is de zanger jaloers op andere mannen en zo ja, vanwege wat? De derde mogelijkheid, dat de vrouw (het bezit) zelf jaloers is, mogen we gezien de context gevoeglijk buiten beschouwing laten.
De term “jaloers” heeft volgens het Groot Woordenboek der Nederlandse taal de basisbetekenis: “die vreest dat het gene dat hy lieft heeft aan eenen anderen gemeyn werde”. Van daaruit zijn twee gebruikswijzen ontstaan: de eerste is dat je niet kunt verdragen dat anderen iets hebben dat je zelf niet hebt (je bent jaloers op iets of op iemand vanwege iets), en de tweede is dat je niet kunt verdragen dat anderen iets willen hebben dat je zelf wel hebt. Deze laatste betekenis wordt alleen gebruikt in zaken van liefde of genegenheid (de jaloerse minnaar). Mooi citaat: “Die de schoonheid eener vrouwe… alzoo bemint, dat hij bekommert is, dat een ander die schoonheid mogt genieten, werd gezeid jaloersch te zijn”. Het gaat hier “bepaaldelijk” om “zinnelijke liefde”, zoals het woordenboek fijntjes opmerkt.
Deze tweede betekenis lijkt hier dus bedoeld. “Jij bent mijn jaloers bezit” moet blijkbaar betekenen dat de zanger “de schoonheid zijner vrouwe alzoo bemint dat hij bekommert is dat een ander die schoonheid mogt genieten”. Mooi. Maar nu de vraag: staat dat er wel? Immers, als de zinssnede zou luiden “want jij bent mijn jaloerse vrouw”, dan zou de bedoelde betekenis op geen enkele manier op de voorgrond treden.
Hier hebben we een interessante taalkundige kwestie bij de kop: waar de constructie “een zus-en-zo persoon” normaliter betekent “een persoon die zus-en-zo is”, kun je in geval van “een jaloers bezit” niet de parafrase “een bezit dat jaloers is” maken. Hooguit “een bezit dat jaloers maakt”, maar ook dat lijkt niet de precieze parafrase. “Een jaloersmakend bezit” zou eerder suggereren dat het bezit de afgunst van anderen opwekt. Niet dat het de eigenaar zelf jaloers maakt.
Ik weet zeker dat op dit punt een aantal lezers de handen ten hemel heffen en uitroepen: “Maar dat is dan toch gewoon FOUT?”. Maar ja, dat is natuurlijk taalkundig gezien geen oplossing. Het brandmerken van een afwijkende constructie als ongrammaticaal is misschien voor sommige mensen erg geruststellend, maar het verklaart niet het optreden van de afwijking. Ook termen als “dichterlijke vrijheid” lijken het voorbeeld tot ongevaarlijke proporties te reduceren, maar hebben uiteindelijk geen enkele wetenschappelijke inhoud.
Hoe kan het dat de tekstschrijfster de term “mijn jaloers bezit” denkt te kunnen gebruiken in de betekenis “bezit dat aanleiding geeft tot mijn jaloezie”? In taalkundige termen: waarom kan het impliciete subject van “jaloers” gecontroleerd worden door “mijn”, het subject van “bezit”? Ik heb twee voorbeelden gevonden van soortgelijke constructies. Het betreft “mijn trotse bezit”, en “hij was in het gelukkige bezit van iets”. In het eerste geval is het bezit zelf niet trots maar de eigenaar. Ook in het tweede geval is niet het bezit gelukkig, maar degene die bezit.
Met deze overeenkomsten is Belinda vrijgesproken van ongrammaticaal taalgebruik. Als de uitdrukking “mijn trotse bezit” geaccepteerd is in de betekenis “bezit dat aanleiding geeft tot mijn trots” is “mijn jaloers bezit” een acceptabele variatie hierop, die we eventueel best onder “dichterlijke vrijheid” mogen rangschikken. Echter, het werkelijke probleem hebben we hiermee niet opgelost. Want waarom is de constructie zo beperkt? En hoe zit hij in elkaar?
Twee verklaringen dringen zich op: ten eerste valt op dat “trots”, “jaloers” en “gelukkig” adjectivische tegenhangers zijn van de zogeheten “psychwerkwoorden”, zoals “ergeren”, “storen”, “verheugen”. Deze werkwoorden kennen doorgaans ergatiefconstructies, met hun karakteristieke omkeringen: “iets verheugt mij” tegenover “ik verheug mij op iets”. Is er in onze constructie iets soortgelijks aan de hand? Met andere woorden, kunnen we stellen dat het adjectief “jaloers” geen subject heeft maar wel twee interne argumenten, die beide voor controle in aanmerking komen? Alhoewel dit een aantrekkelijke analyse lijkt, zouden we in dit geval verwachten dat “jaloers” of “trots” in alle constructies deze dubbelzinnigheid zou kennen. Maar in feite komt ze alleen voor bij “bezit”.
Een tweede mogelijkheid is dat “bezit” een werkwoordelijke oorsprong heeft en “jaloers” of “trots” een predikatieve toevoeging bij dit werkwoord is. Daarmee is de controle door het subject van “bezitten” verantwoord. Bij nominalisatie wordt de predikatieve toevoeging meegenomen en als attributief adjectief geheranalyseerd.. Helaas heeft ook deze verklaring een aantal haken en ogen. Zo zou je verwachten dat het adjectief geen verbuiging zou hebben (je zegt immers ook “het groen verven” en niet *”het groene verven”). En bovendien verklaart deze analyse op geen enkele manier waarom de constructie alleen bij de nominalisatie “bezit” voorkomt. Waarom niet “mijn jaloerse gift”, of “mijn trotse winst”?
Misschien is de singulariteit te verklaren vanuit de constructie met “trots”. Dit adjectief kan in overdrachtelijke zin voor dingen gebruikt worden “trotse kastelen”, “trotse landerijen”. Doorgaans zaken die zich door een zekere fierheid onderscheiden. Van daaruit naar “trots bezit” is maar een kleine stap. Stel nu dat de taalgebruiker, getriggerd door het werkwoordelijke karakter van het woord “bezit” en het daardoor opgeroepen subject, deze constructie -aanvankelijk abusievelijk- interpreteert als “bezit waarop je trots bent”, dan is de kiem voor de afwijking gelegd. Classificatie van “trots” als psych-adjectief verklaart de extrapolatie naar “gelukkig” of “jaloers”, en we zijn er.
Een tevreden analyse?
Peter-Arno Coppen
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 6 Jul 1997 00:55:44 +0200
From: ICLC'97 Local Organizers <iclc97@let.vu.nl>
Subject: Web: 9707.09: Site Cognitive Linguistics Conference: http://www.vu.nl/ICLC97/
We have now completed the final update of the www-site for the
5th International Cognitive Linguistics Conference
Vrije Universiteit, Amsterdam, July 14 – 19
The site now includes not only the abstracts of all plenary lectures and theme sessions and an alphabetical list of all papers and posters, but also travel information, a day-by-day overview of the conference program, and the abstracts for the Student Session. Our URL:
http://www.vu.nl/ICLC97/
All conference participants are cordially invited to come to the Welcome Reception at the Park Hotel (Amsterdam, Stadhouderskade 25) on Sunday, July 13, from 16:00 (4 pm) to 20:00 (8 pm). The scientific program will begin on Monday, July 14, at 8:45 with opening remarks by Theo Janssen and a plenary lecture by George Lakoff, and will end on Saturday, July 19, with a featured lecture by Douglas Hofstadter.
Theo Janssen & Gisela Redeker
Vrije Universiteit Amsterdam
Organizers of ICLC’97
iclc97@let.vu.nl
fax: +31-20-4446500
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Gopher-toegang tot Neder-L: alle oude en nieuwe Neder-L-bulletins zijn | | via Gopher in te zien op gopher.nic.surfnet.nl, in de directory | | SURFnet informatie/LISTSERV archieven (nic.surfnet.nl)/NEDER-L | | Algemene URL, voor direct contact vanuit Internet/Gopher/WWW: | | http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | of: | | gopher://hearn.nic.surfnet.nl:70/11/1.%20LISTSERVs%20public | | %20archives%20on%20hearn.nic.surfnet.nl/Neder-L | | (Geen spatie tussen "20public" en "%20archives" plaatsen.) | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@let.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@let.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), of naar Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl (voor | | neerlandistiek op het Web) | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9707.a --------------------------*
Laat een reactie achter