Om de hoofdprijs van de kerstprijsvraag van Neder-L in de wacht te slepen, is alles geoorloofd. Eén deelnemer had zich er dit jaar op toegelegd de ziel van de maker van de prijsvraag te doorvorsen. Deze deelnemer had mijn eigen webpagina uitvoerig bestudeerd en zo gevonden wat mijn favoriete zoekmachine was, en op welke pagina’s ik mijn favorieten bijhield. `Zeg mij wie de vragen heeft bedacht en ik zal u zeggen wat de antwoorden zijn,’ schreef die deelnemer.
Voor de tweede keer organiseerde ik vorig jaar een Internet-prijsvraag voor neerlandici. Ik stelde 12 vragen; de deelnemers werden geacht de plaats op het net aan te wijzen waar het juiste antwoord te vinden zou zijn.
Vorig jaar waren er drie deelnemers geweest die een min of meer acceptabele verzameling antwoorden hadden ingestuurd. Deze keer dongen vijf lezers van Neder-L mee naar de hoofdprijs.
Inderdaad bleek het wat moeilijker om goede vragen te formuleren dan vorig jaar. Het Internet begint meer structuur te krijgen, en met een combinatie van drie hulpmiddelen bleek vrijwel alles te vinden te zijn (de algemene zoekrobot HotBot, http://www.hotbot.com/; het archief van Neder-L, http://www.neder-l.nl/; en de verzameling koppelingen van Onze Taal, http://www.onzetaal.nl/.
De antwoorden
- Welke prijs heeft de schrijver Abdelkader Benali onlangs gewonnen voor zijn boek Bruiloft aan zee?De Geertjan Lubberhuizenprijs.
Behalve op Schrijversnet (http://www.schrijversnet.nl/nieuws/nieuwsdecember97.htm), waar ik het zelf zag, bleek dit antwoord ook bij de Vlaamse website azur.be (http://www.azur.be/boeken/pages/lprijzen.htm) en het NBLC (http://www.nblc.nl/biblioweb/litagenda.html) te vinden te zijn. Van die laatste pagina is de informatie ondertussen overigens alweer verdwenen. - Wat was het onderwerp van de lezing die Marijke van der Wal hield op 3 mei 1995 aan de Universiteit van Pisa?Het begin van de Nederlandse standaardtaal.
Deze vraag bleek het grootste struikelblok. Een paar kandidaten lieten hem onbeantwoord, anderen gaven toe dat ze lang hadden moeten zoeken. Deelneemster Petra Ploeg schreef dat ze ondertussen wel had ontdekt dat een Marijke van der Wal penningmeester was van een Bloedhondenclub. Zij gaat daarbij tevens over puppie-bemiddeling en over te plaatsen honden. Het juiste antwoord was echter te vinden in de elektronische META (http://wwwlet.leidenuniv.nl/www.let.data/Dutch/Meta/META104.html). - Wat betekent het zelfstandig naamwoord ‘curare’?Pijlgif van de Zuid-Amerikaanse indianen, gebruikt bij de moderne narcose.
Dit antwoord is te vinden in de online versie van Van Dale Hedendaags Nederlands: http://www.vandale.nl/current/. Een deelnemer gaf de definitie van dit woord voor het Engels uit een Nieuw-Zeelandse website: http://vif27.icair.iac.org.nz/Facts/curare.htm Uiteindelijk heb ik dit antwoord toch goed gerekend; dan had ik in de formulering van de vraag maar duidelijk moeten maken dat het ons om een Nederlands woord te doen was. - Hoeveel bedraagt de contributie voor een buitengewoon lid van de IVN?Het antwoord op deze vraag werd door alle deelnemers gevonden: fl. 80,= (of BEF 1500,=). Dit is te vinden op http://www.worldaccess.nl/~ivnnl/.
- In welk(e) Nederlands(e) dialect(en) is ‘intercliticisatie’ als in (i) toegestaan?
(i) Hoeveel rekendiede daar nou voor? (=Hoeveel rekende die daar nu voor?)
Enigszins tot mijn verassing bleek ook deze vraag geen echt probleem. Ik had de term ‘intercliticisatie’ zelf bedacht, maar niemand liet zich hierdoor om de tuin leiden. De tekst van de scriptie bleek door de zoekmachine AltaVista geïndexeerd; zoeken op ‘rekendiede’ leverde het gewenste resultaat: het antwoord was te vinden in een scriptie van Margriet Flikweerd. In Utrecht plaatst men dit soort scripties tegenwoordig op het web: http://iris.cc.ruu.nl/iris/iris1/Publikaties/LB/SCR/NED/1994/pronomen.html - Wat is het e-mailadres van Jan-Wouter Zwart?Iedereen wist dat dat zwart@let.rug.nl was
Het antwoord is te vinden op Zwarts eigen pagina in Groningen: http://www.let.rug.nl/Linguistics/Zwart.html Een deelneemster vond overigens een foutje in de elektronische e-mailgids die men in Groningen aanbiedt. Daar schrijft men Zwarts naam als dr. C.J.W. de Zwart. Dat maakt deze taalkundige iets moeilijker te vinden. - Noem drie romans van W.F. Hermans die in het Duits zijn vertaald.
- Nooit meer slapen (Nie mehr schlafen : Roman. Diogenes, 1986),
- De tranen der acacia’s (Die Tränen der Akazien. Melzer, 1968)
- Onder professoren (Unter Professoren : Roman. Diogenes, 1986).
Dit antwoord bleek op twee geheel verschillende manieren te vinden. Ik had zelf gedacht aan de Weense databank met Nederlandse literatuur in Duitse vertaling (http://rs6000.univie.ac.at/cgi-bin/user/a7511uab/me/hyper2.cgi?fi=biblio&opt1;=primbib&opt4;=kurz). De meeste zoekers kwamen daar uiteindelijk ook uit, maar Berry Dongelmans keek bij Pica op het OBN (www.pica.nl/obn). “Dat was wel even bladeren. Vooral dat je `Duits’ ook buiten Duitsland vindt, was even een prettige tik op de vingers, als je ziet dat twee van de drie in Zwitserland zijn verschenen.” Toch vond ook Dongelmans het juiste antwoord uiteindelijk.
- Hoe heet gedeelte van het orgel dat zich in de onderbouw van de orgelkast bevindt en dat zachter klinkt dan de andere werken/klavieren van het orgel?Echowerk.
Dit is bijna door iedereen gevonden op http://elektron.et.tudelft.nl/~pvk/orgwoord.htm. Dit woordenlijstje was zelf te vinden via de pagina met verwijzingen van Onze Taal (http://www.onzetaal.nl/koppling/woorden.htm) - Wie heeft model gestaan voor de romanfiguur Henk Wigbold in de romancyclus van Voskuil?Herman Zweers.
Gelukkig kon iedereen zich nog herinneren dat Neder-L de afgelopen zomer een ‘Wie is wie in Het Bureau’ publiceerde: http://www.neder-l.nl/970716.html. Het juiste artikel was snel op te zoeken met de nieuwe zoekmachine (http://listserv.surfnet.nl/scripts/wa.exe?S1=neder-l), die er overigens nog niet was toen de vraag geformuleerd werd. - Veel varianten van het Nederlands kennen een regel van woordfinale t-deletie (‘kas’ in plaats van ‘kast’). Hoe zit dit met het Petjo?Eind-d en -t van werkwoordsvormen worden in het Petjo vaak weggelaten.
Deze vraag bleek bijzonder lastig te beantwoorden. Er zaten weinig aanknopingspunten in de vraag over de juiste plaats om te zoeken. Bovendien was het antwoord geformuleerd op een Duitstalige pagina (http://lucy.ukc.ac.uk/lien/lienchapter2_1.html). Dat verwacht de gemiddelde zoeker kennelijk niet. - In welk jaar schreef Constantijn Huygens de volgende regels:
Wel voeld’ ick vander jeughd daer was een dieper grond
Die mij aen Tesselscha oorspronckelick verbond:
Wel tuyghde mij mijn hert, daer was wat meer als Sterren
Dat hem in Tesselschaes de’e twijnen en verwerren.
De juryvoorzitter meent dat het nodig is om de hand in eigen boezem te steken. Er zat misschien een beetje veel Leiden in de prijsvraag van dit jaar. In ieder geval heeft het Huygens-archief op http://iias.leidenuniv.nl/huygens/frame4.html een zoekmachine. Een beetje handig de steekwoorden kiezen geeft al snel het juiste antwoord. - In welk jaar gebruikte Anna Barbara van Meerten-Schiperoort voor het laatst de lunch in haar tuin in Gouda?1853.
Hier raakten sommige deelnemers in verwarring. Sommigen lazen bij de tentoonstelling ‘Honderd Hoogtepunten’ van de KB (bijvoorbeeld http://ftp.konbib.nl/kb/100hoogte/hh-en/hh072-en.html) dat Anna Barbara van Meerten-Schilperoort in 1853 overleed. Zij gingen er voor het gemak van uit dat dit dan ook het laatste jaar was waarin zij thee dronk. Al deze deelnemers konden het niet laten de jury er fijntjes op te wijzen dat er een spelfout was gemaakt in de naam: die had Van Meerten-Schilperoort moeten luiden.
De door hen gevolgde redenering en zoekmethode leverde weliswaar het juiste antwoord op, maar is door de jury uiteindelijk toch niet goed gerekend. Het is immers heel wel mogelijk dat iemand thee in haar tuin drinkt, en vervolgens een aantal jaar droogstaat voordat ze sterft. Het juiste antwoord was dan ook alleen te vinden bij Neder-L: op http://www.neder-l.nl/tijdschriften/nedlet.html vertelt Karel Bostoen: ‘Zij was zo verzot op de gezonde buitenlucht van Gouda, dat ze haar lunch steevast in de tuin gebruikte. Voor het laatst in februari 1853, waarop ze overleed aan een koutje, dat zich had ontwikkeld tot een borstvliesontsteking.’ Bostoen maakte daarbij inderdaad waarschijnlijk een tikfout van de naam van mevrouw Van Merten.
De winnaar
De kwaliteit van de antwoorden was deze keer bijzonder hoog. Met name de laatste vraag heeft uiteindelijk de doorslaggegeven. Er was maar een deelnemer die alle antwoorden goed beantwoord had: Petra Ploeg, documentalist van de letterencollectie van de Katholieke Universiteit Brabant. Het feit dat zij de felbegeerde Neder-L-mok wint doet de jury bijzonder veel deugd: omdat zij de eerste was die haar antwoorden inzond; omdat zij de enige deelnemer was die ook vorig jaar al een poging deed; en omdat het haar vorige keer niet lukte en deze keer wel. De mok is onderweg.
Marc van Oostendorp
Laat een reactie achter