Subject: | Neder-L, no. 9801.b |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Wed, 21 Jan 1998 00:43:09 +0100 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Zesde-jaargang----------- Neder-L, no. 9801.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 9801.13: Evenementen-agenda, met: | | - Expositie letterproeven 'Van Kis tot Kisman' in UB | | van 23 januari - 12 maart (Amsterdam) | | - Tentoonstelling 'Bedrijvigheid in de Jordaan' (idem)| | - Expositie drukkerij in de marge 'In de Bonnefant | | 1977-1997' t/m 1 februari (Maastricht) | | - Oratie J.J.V.M. de Vet op 21 januari (Nijmegen) | | - Oratie Marjan Schwegman op 23 januari (Utrecht) | | (2) Med: 9801.14: Nieuws uit het Huizinga Instituut, met: | | - Leeftijdsdiscriminatie KNAW en NWO afgeschaft | | - Biografie-werkgroep op 30 januari in teken van | | 'Broeders in bedrog' | | - Internationaal congres 'Spel en spelen in de 16e en | | 17e eeuw' op 27 en 28 augustus 1998 | | - Onderzoeksproject rederijkers op 1 januari van start| | - Studiedag 13 maart 1998: 'De toneelkritiek als | | historische bron' | | - Promovendi-weekend van 5 tot 7 februari 1998 | | (3) Med: 9801.15: Dada-manifestatie in Rotterdam op 6 februari | | (4) Med: 9801.16: Aantal exemplaren Vestdijkkroniek nog beschikbaar | | (5) Lit: 9801.17: Nieuw: Voorlopige catalogus van Nederlandstalige | | drukken tot 1801 in de universiteitsbibliotheken van | | Stellenbosch en Potchefstroom | | (6) Sym: 9801.18: Studiedag over de toekomst van ons literair verleden | | op 17 februari te Gent | | (7) Vra: 9801.19: Middelnederlandse niet-literaire teksten gezocht | | (8) Col: 9801.20: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XLIII: | | Allerlei rare gedachtenkronkels | |(13) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 14 Jan 1997 11:18:30 +0100
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Rub: 9801.13: Evenementen-agenda
==================
Evenementen-agenda
==================
AMSTERDAM, Doelenzaal Universiteitsbibliotheek, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, 020-5252143.
Expositie VAN KIS TOT KISMAN; 4 eeuwen Nederlandse letterproeven, 23 januari – 12 maart 1998, ma.-vr. 11-16 uur.
Expositie n.a.v. de te verschijnen publicatie ‘Dutch typefounders’ specimens’ van John Lane en Mathieu Lommen i.s.m. Johan de Zoete (dl. XI van de Catalogus van de bibliotheek van de Koninklijke Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels).
AMSTERDAM, Theo Thijssen Museum, Eerste Leliedwarsstraat 16, Amsterdam, 020-4207119.
Tentoonstelling BEDRIJVIGHEID IN DE JORDAAN, do.-zo. 12-17 uur.
Te zien zijn veel oude foto’s en ansichtkaarten van de Jordaan uit de tijd dat Theo Thijssen opgroeide (eind vorige eeuw), toen de Jordaan nog overvol was van mensen en bedrijfjes.
En natuurlijk is de permante tentoonstelling ook nog steeds te bezichtigen.
MAASTRICHT, Bonnefantenmuseum, Avenue Ceramique 250.
Expositie: IN DE BONNEFANT 1977-1997, t/m 1 februari 1998, di.-zo. 11-17 uur.
Tentoonstelling over de drukkerij en uitgeverij ‘in de marge’, In de Bonnefant.
NIJMEGEN, Aula/Congresgebouw KUN, Comeniuslaan 2, 024-3612230 en 024-3616000.
Oratie J.J.V.M. de Vet, 21 januari 1998, 15.45 uur.
Oratie bij de aanvaarding van de Keizer Karel-wisselleerstoel van de Faculteit der Letteren. De titel van de oratie is ‘Een dwerg met een scherpe tong: de Gazette des Savans 1729-1730’.
UTRECHT, Academiegebouw, Domplein 29
Oratie Marjan Schwegman, 23 januari 1998, 16.15 uur.
Dr. Marjan Schwegman is tot Bijzonder Hoogleraar benoemd aan de Universiteit Utrecht om in de Faculteit der Letteren onderzoek te verrichten en onderwijs te geven op het vakgebied van Vrouwengeschiedenis. Haar oratie is getiteld ‘De Prima Donna. Over exemplarische vrouwenlevens’.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 14 Jan 1997 11:18:30 +0100
From: Paul Koopman <paul.koopman@let.uva.nl>
Subject: Med: 9801.14: Nieuws uit het Huizinga Instituut
===============
HUIZINGA NIEUWS
===============
Nieuws uit het Huizinga Instituut, Onderzoekschool
voor Cultuurgeschiedenis, ook te raadplegen via
http://www.let.uva.nl/~huizinga
Leeftijdsdiscriminatie KNAW en NWO officieel afgeschaft
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) hanteert in het vervolg niet meer de leeftijdsgrens van veertig jaar voor het aanstellen van promovendi en postdocs. Dit besluit volgt op een uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling die concludeerde dat leeftijdsgrenzen nadelig uitpakken voor vrouwen, omdat zij hun loopbaan vaker zouden onderbreken om kinderen te krijgen en te verzorgen. De commissie deed uitspraak na een klacht van het Nederlandse Genootschap Vrouwenstudies en de Groningse hoogleraar R. Griffith. De KNAW is het weliswaar niet eens met deze uitspraak, maar om gerechtelijke stappen te voorkomen, is besloten het leeftijdscriterium niet meer te hanteren.
Ook het algemeen bestuur van NWO heeft besloten het beleid te wijzigen. Als een promovendus of postdoc bij NWO solliciteert, geldt geen leeftijdsgrens meer. De gebiedsbesturen van NWO mogen wel de voorwaarde hanteren dat tussen de afstudeer- dan wel promotiedatum en de aanvang van de aanstelling bij NWO niet langer dan een bepaalde periode verstreken is. Op dit moment is nog niet bekend welk beleid het Gebiedsbestuur Geesteswetenschappen voert in dit opzicht. Als een promovendus of postdoc met steun van NWO wordt aangesteld bij een universiteit, kunnen eventueel wel leeftijdscriteria worden gehanteerd, mits deze voldoende worden gemotiveerd. NWO werkt nu aan een zogenaamde zorgclausule, waarin geregeld wordt dat er bij toepassing van deze criteria rekening gehouden wordt met de periode waarin sollicitanten na hun afstudeerdatum of promotie de zorg voor kinderen op zich hebben genomen. Meer informatie over deze wijzigingen zal staan in de gids van het Gebiedsbestuur Geesteswetenschappen die waarschijnlijk in maart 1998 uitkomt.
Biografie-werkgroep op 30 januari in teken van ‘Broeders in bedrog’
Voor leden en belangstellenden is er een bijeenkomst van de ‘biografie-werkgroep’ op vrijdag 30 januari 1998, van 15.00 tot 17.00 uur in zaal 560 van het P.C. Hoofthuis, Spuistraat 134 te Amsterdam. De bijeenkomst staat in het teken van het laatste boek van Jan Fontijn: ‘Broeders in bedrog. De biograaf en zijn held’ (Querido 1997). Het boek gaat in de eerste plaats over de ingewikkelde verhouding tussen de biograaf, die zoveel mogelijk aan de weet wil komen over zijn onderwerp, en de gebiografeerde, die meestal probeert intieme zaken weg te moffelen. Ook laat Jan Fontijn zien hoe problematisch biografisch onderzoek is aan de hand van romans waarin biografen hoofdpersoon zijn (van o.a. Sartre, Thomas Mann, Nabokov, A.S. Byatt), en doet hij verslag van zijn werkwijze als biograaf in essays over Frederik van Eden, Couperus, Carry van Bruggen en Gombrowicz. Tijdens deze bijeenkomst zal Jan Fontijn vragen beantwoorden over dit boek en zijn werk als biograaf en schrijver van onder andere de tweedelige biografie van Frederik van Eden.
Inlichtingen: Solange Leibovici, Vakgroep Frans, Spuistraat 134, 1012 VB Amsterdam.
Internationaal congres ‘Spel en spelen in de 16e en 17e eeuw’ op 27 en 28 augustus 1998
Spel en spelen vormen nog niet lang een object van wetenschappelijk onderzoek. Dat geldt zeker voor de historische dimensie. Als uitgangspunt dient de omschrijving van Johan Huizinga, die in ‘Homo ludens’ het spel karakteriseerde als een vrijwillige handeling, die los staat van het gewone leven, die beperkt is in tijd en ruimte en gebonden is aan vaste regels. Alle vormen van spel zullen aandacht krijgen: gezelschapsspelen (kaarten, tric-trac), spel met woorden (raadsels, emblemata, woorspelingen), het verband tussen feest en spel (carnaval, toernooien, kalenderfeesten), spel in beeld (kinderspelen, gezichtsbedrog), spel in de muziek (drinkliedjes), loterijen. Al deze spelsituaties kunnen in een bredere context worden gezet van amusement, vrije-tijdsbesteding, feesten en sport.
Naast historische, kunsthistorische en literair-historische zijn ook andere invalshoeken denkbaar. Al in de 16e en 17e eeuw werd bijvoorbeeld een relatie tussen spel, ontspanning en gezondheid gelegd, waarnaar thans medisch onderzoek wordt verricht. Aan het spel zit ook een economisch aspect, zowel voor de spelers = de professionalisering van onze tijd heeft wortels in het verre verleden = als voor de betalende of gokkende toeschouwers.
De 16e en 17e eeuw vormen een periode waarin belangrijke veranderingen in spelen en speelcultuur inzetten. Door de scheiding tussen werk en vrije tijd nam de behoefte aan ontspanning, en dus aan spel, toe. Daarmee werd ook een economische vraag geschapen, waardoor onder meer de industriele speelkaartfabricage kon opkomen.
Een tweede belangrijke ontwikkeling is de diversificatie van speelculturen. In de middeleeuwen bestond nog een weinig verdeelde speelcultuur, daarna ontstaat bijvoorbeeld een scheiding tussen spelen van kinderen en van volwassenen. Andere scheidslijnen die scherper worden zijn die tussen stad en platteland, tussen verschillende landen, tussen elite en volk, tussen man en vrouw. Ook veranderen spelen zelf in de loop der tijd; het is interessant te zien of er bijvoorbeeld werd teruggegrepen op spelen uit de Oudheid.
Het congres krijgt een internationaal karakter. Er worden o.m. lezingen geven door Alessandro Arcangeli (Italie) en Peter Burke (Engeland). Er komt hiernaast ruimte voor de presentatie van resultaten en plannen met een voorlopig karakter. De organisatie is in handen van de Werkgroep XVIIe Eeuw (27 en 28 augustus 1998, Fac. Historische en Kunstwetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam). Voorstellen voor lezingen (20 min.) worden (voor 1 april 1998) tegemoet gezien bij de congrescommissie. Rudolf Dekker (fhkw eur L3-063 Pb 1738, 3000 DR Rotterdam) (email: dekker@mgs.fhk.eur.nl); na jan. 1998: Pieter Spierenburg (zelfde adres, email: spierenburg@mgs.fhk.eur.nl)
Onderzoeksproject over rederijkers op 1 januari van start
Op 1 januari 1998 gaat in het kader van de Vlaams-Nederlandse samenwerking aan de Universiteit Gent (UG) en de Vrije Universiteit Amsterdam (VUA) een onderzoeksproject van start onder de titel ‘Rederijkers: conformisten en rebellen. Literatuur, cultuur en stedelijke netwerken (1400-1650)’. De uitvoerders zijn de promovendi-historici drs. Anne-Laure van Bruaene (UG) en drs. Arjan van Dixhoorn (VUA) en de postdoc-literatuurhistoricus dr. Bart Ramakers (VUA), die tevens de rol van coordinator vervult. Het project wordt begeleid door de twee aanvragers, prof. dr. Hilde de Ridder-Symoens (UG/VUA) en prof. dr. Marijke Spies (VUA), door prof. dr. Dirk Coigneau (UG) en prof. dr. Willem Frijhoff (VUA). Het project verbindt onderzoeksvragen van historici en literatuurhistorici met als doel meer inzicht te krijgen in de betekenis van de rederijkerij voor de literaire, culturele en sociale geschiedenis van de Nederlanden.
Het onderzoek volgt twee lijnen, een maatschappelijke en een culturele. De twee promovendi concentreren zich op de maatschappelijke aspecten. Zij verrichten institutioneel en prosopografisch onderzoek. De een richt zich op de zuidelijke, de ander op de noordelijke Nederlanden. In de eerste plaats zullen ze een repertorium van rederijkerskamers samenstellen en een verzameling aanleggen van kamergeschiedenissen, reglementen en andere publicaties met institutionele en prosopografische relevantie. Uiteraard gaan ze ook op zoek naar nog ongepubliceerd materiaal. Op basis van alle gegevens maken ze een analyse van de verspreiding van rederijkerskamers, zowel synchroon als diachroon. Daarnaast bestuderen ze de samenstelling, organisatie en activiteiten van rederijkerskamers. Naast institutioneel onderzoek in de breedte is het de bedoeling, mede op basis bewaard gebleven ledenlijsten, prosopografisch onderzoek in de diepte te verrichten. In dit verband wordt gekeken naar de sociale, professionele, religieuze en intellectuele achtergrond van rederijkers, hun relaties met bestuurders, drukkers en humanisten. Hiervoor wordt een repertorium van rederijkers samengesteld.
De postdoc concentreert zich op de literaire en culturele aspecten van de rederijkerij. Hij zal onderzoek verrichten naar rederijkers en toneel in de stad Haarlem. Zijn belangrijkste bron vormt de collectie rederijkersspelen in het archief van de rederijkerskamer ‘Trou Moet Blijcken’, waartoe spelen uit Haarlem zelf behoren, maar ook spelen uit de omliggende steden en uit de zuidelijke Nederlanden. Doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in de betekenis van rederijkers als literatuurvernieuwers en als middelaars van denkbeelden op uiteenlopend terrein. Dit tegen de achtergrond van een concrete lokale cultuur. Op basis van archivalia zal studie worden gemaakt van het toneelleven in Haarlem. Daarnaast worden de poeticale eigenschappen van de spelen bestudeerd, hun structuur en mise-en-scene, en vindt een thematische analyse van hun inhoud plaats. Bijzondere aandacht zal worden geschonken aan de spelen van Lauris Jansz. De nadruk zal liggen op de rol van deze rederijker als cultureel intermediair. Het is de bedoeling het project af te sluiten met een congres over de rederijkersstudie.
Studiedag ‘De toneelkritiek als historische bron’ op 13 maart 1998
De Vlaams-Nederlandse Studiekring heeft het genoegen u uit te nodigen voor de studiedag ‘De toneelkritiek als historische bron: historische en theoretische beschouwingen’. De studiedag wordt gehouden in het Universiteitstheater, Nieuwe Doelenstraat 16 te Amsterdam. De Vlaams-Nederlandse Studiekring is een initiatief van vertegenwoordigers van alle Instituten voor Theaterwetenschap in Vlaanderen en Nederland om door geregeld overleg de onderlinge samenwerking op het gebied van onderzoek en onderwijs te verbeteren.
Door de aard van de voorstelling als studieobject spelen toneelkritieken een belangrijke rol in het historisch onderzoek. Vaak is het de enige bron van informatie over voorstellingen die vroeger plaats vonden. Wat is de waarde van de in de kritiek verschafte informatie en hoe kan die geoperationaliseerd worden? De criticus is ook maar een mens die bepaald wordt door tijd en omstandigheden. De kritiek is een meneer of mevrouw. Maar met veel meneren en mevrouwen, en even zovele meningen kan mogelijk toch een min of meer objectief beeld van het verleden opgeroepen worden. Of toch niet? Is het voldoende om van e’e’n voorstelling zoveel mogelijk kritieken te verzamelen of is het ook nog nodig de artistieke uitgangspunten van elke criticus te kennen? Volgens welke methode moeten wij kritieken analyseren en waarop? En in hoeverre kan een retorische analyse van de kritiek ons hierbij van pas komen? En wat zegt ons dat dan over de sociaal-culturele context waarbinnen de criticus opereert?
Deze en nog meer vragen zullen tijdens de studiedag aan bod komen. De organisatie van deze Vlaams-Nederlandse Studiedag is in handen van Prof.Dr. R.L. Erenstein en Dr. M.L. Kolk, beiden verbonden aan het Instituut voor Theaterwetenschap van de Universiteit van Amsterdam.
Programma:
10.00 uur Inschrijving en koffie
10.30 uur Rob van der Zalm (TIN): Kritieken zijn geen meneer!
10.55 uur Frank Peeters (UIA): Theaterkritiek in een kantelende wereld: Lode Monteyne, recensent in het interbellum.
11.20 uur Discussie
11.50 uur Lucia van Heteren (RUG): Nederlandse en Vlaamse theaterkritiek in de jaren negentig: Het oordeel beoordeeld.
12.15 uur Pascal Gielen (KUL): Artistieke distributie en discursieve productie: Over de relatie tussen een artistiek distributiesysteem en een artistiek discours.
12.40 uur Discussie
13.00 uur Lunch (in het Atrium)
14.00 uur Andre van der Velde (UU): Biechtvader, samenzweerder en fakkeldrager: De toneelkritiek en Erwin Piscators politieke theater, 1926-1929.
14.30 uur Ge Vaartjes (Neerlandicus en publicist): Toneelkritiek volgens Top Naeff.
15.00 uur Discussie
15.30 uur Mirjam van Imschoot (KUL): Mark van Runxt: Een case study. (On)bruikbaarheid van de kritiek als historische bron.
16.00 uur Hana Bobkova (UVA): De historische functie van de contemporaine toneelkritiek.
16.30 uur Discussie
17.00 uur Afsluiting
17.15 uur Slot en receptie
Promovendi-weekend Huizinga Instituut van 5 tot 7 februari 1998
Vanwege het grote aantal promovendi dat dit jaar een lezing zal houden tijdens het promovendi-weekend, begint het ‘weekend’ in 1998 al op donderdagmiddag. Zaterdagmiddag gaan we weer weg uit Barchem, waar ook dit jaar het promovendi-weekend gehouden zal worden. De volgende lezingen zullen worden gegeven:
- Christien Dohmen: Oosterse fictie in achttiende-eeuwse Nederlandstalige tijdschriften; referent: dr. Jurjen van der Kooi.
- Jan-Willem de Groot: ‘Arische’ gnosis. Een sociaal-cultureel onderzoek naar religieus-racistische groeperingen in Duitsland en Oostenrijk in de jaren 1890-1930; referent: dr. Joes Segal.
- Alwin Hietbrink: De moraal van het verlichte eigenbelang in het zeventiende-eeuwse Frankrijk; referent: prof. dr. Willem Frijhoff.
- Suzanne Kooij: Literair zelfbewustzijn in de poezie van Jean Lemaire de Belges (1473-ca. 1524); referent: dr. Paul Smith.
- Nienke Lammersen-Van Deursen: Rol en functie van het Duitse zelfbeeld in de Duitse literatuur van de 16e en 17e eeuw; referent: prof. dr. Joep Leerssen.
- Aldo Lieffering: Arlequin Grand Prince ou la Comedie sans titre: de Franse Comedie in Den Haag 1749-1795; referent: prof. dr. Wijnand Mijnhardt.
- Nelleke Moser: Literatuuropvattingen van de Noord- en Zuid- Nederlandse rederijkersbeweging van ca. 1480 tot ca. 1610; referent: dr. Bart Ramakers.
- Kees Ribbens: Alledaags historisch besef in Nederland na de Tweede Wereldoorlog; referent: dr. F. van Vree.
- Bert van de Roemer: De religieuze achtergronden van Noord-Nederlandse rariteitenkabinetten rond 1700; referent: dr. Roelof van Gelder.
We gaan ervan uit dat in principe alle Huizinga-promovendi op dit weekend aanwezig zullen zijn. Wanneer er nog plaats is, is het ook mogelijk voor andere belangstellenden om deel te nemen. Vergeet niet om je voor 1 januari op te geven bij Luc Korpel, Huizinga Instituut.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 11 Jan 1998 12:36:11 +0100
From: Siem Bakker <s.bakker@let.kun.NL>
Subject: Med: 9801.15: Dada-manifestatie in Rotterdam op 6 februari
====================================================
DADA TERUG IN ROTTERDAM NA 75 JAAR
Reprise van Dada-Soiree door muziekgezelschap EXVOCO
====================================================
Op 6 februari a.s. is het vijfenzeventig jaar geleden dat in Salon Doele te Rotterdam een Dada-Soiree plaatsvond. Theo van Doesburg en Kurt Schwitters droegen voor uit hun werk. Petro van Doesburg (= Nelly van Moorsel) speelde piano. Deze ‘Groote Dada-Avond’ was – wegens de overgrote belangstelling – een herhaling van hun eerste optreden in Rotterdam op 31 januari 1923.
Opnieuw op 6 februari presenteert de Gemeentebibliotheek van Rotterdam een Dada-Spektakel. Vier musici van de gerenommeerde groep EXVOCO (Expanded Voice Company) uit Stuttgart, opgericht in 1972, brengen een avondvullende Dada-uitvoering, die geinspireerd is op het oorspronkelijke programma uit 1923 in Rotterdam en aangevuld met andere dadaistische teksten en muziek. Zij brengen onder meer ten gehore ‘Sonate in Urlauten’ en ‘An Anna Blume’ van Kurt Schwitters; ‘Ruiter’, ‘De Trom’ en ‘Letterklankbeelden’ van Theo van Doesburg’, teksten van Hans Arp, Tristan Tzara en Raoul Hausmann; muziek van Vittorio Rieti, Hans Heinz Stuckenschmidt en Erik Satie.
Het optreden van EXVOCO vindt plaats in het Bibliotheektheater, Hoogstraat 110. Datum: vrijdag 6 februari; aanvang: 20.30 uur. Toegangsprijs: f 25,- CJP/65+ f 20,-
(betreft de toegang tot zowel de lezing als het theaterprogramma).
Reserveren: (010) 2816262
Lezing
Vooraf aan het optreden van EXVOCO houdt Siem Bakker een lezing over de twee historische Dada-Avonden in 1923 te Rotterdam. Plaats: Gemeentebibliotheek. Tijd: 19.30-20.15.
Expositie
Om 23.00 uur, na afloop van het Dada-concert, opent Benno Steffens-Hong, directeur van het Goethe-Institut Rotterdam, de tentoonstelling ‘De dichter Theo van Doesburg / I.K. Bonset 1883-1931’.
De tentoonstelling is gewijd aan het literaire oeuvre van Theo van Doesburg, die als dichter voornamelijk publiceerde onder de naam I.K. Bonset. Ze is samengesteld door dr.Siem Bakker, literatuurhistoricus van de K.U.N. te Nijmegen, in samenwerking met drs. Emy Thorissen, kunsthistorica; ze was eerder (geheel of gedeeltelijk) te zien in Nijmegen, Arnhem en Amsterdam.
Theo van Doesburg (ps. van Christiaan Emil Marie Kupper, Utrecht 30 aug. 1883 – Davos, 7 maart 1931) geniet vooral bekendheid als schilder en architect en ook als oprichter en stuwende kracht van het tijdschrift De Stijl (1917-1928). Op de tentoonstelling ligt het accent op de bijzonder visuele aspecten van zijn gedichten. Te zien is o.m. een bijzondere collectie bibliofiele uitgaven van de Avalon Pers en Exponent.
De kern van de wandexpositie bestaat uit een twaalftal gedichten die op evenzovele posters sterk zijn uitvergroot. Tesamen vormen zij een opvallende grafische reeks die in kort bestek de ontwikkeling laat zien van Van Doesburg als dichter.
In de vitrines ligt het accent op de vele Nederlandse en internationale tijdschriften waaraan Van Doesburg heeft meegewerkt. Ook is er aandacht voor de reacties destijds op de Dada-Avonden te Rotterdam.
Plaats en openingstijden Tentoonstelling: Gemeentebibliotheek Rotterdam, Hoogstraat 110; zaterdag: 10.00-17.00; zondag: 13.00 – 17.00 uur; maandag: 13.00 – 21.00 uur; verder iedere dag: 10.00 – 21.00 uur.
Catalogus
De geillustreerde catalogus, samengesteld door Siem Bakker en Emy Thorissen, omvat ruim zeventig bladzijden en is tijdens de tentoonstellingsuren verkrijgbaar aan de Rotterdam-balie in de Gemeentebibliotheek. Prijs: f 15,-
Organisatie
‘Dada terug in Rotterdam’ is een samenwerkingsproject van de Gemeentebibliotheek, het Goethe Institut Rotterdam en het Instituut Nederlands van de Katholieke Universiteit in Nijmegen.
Nadere informatie
Zita Blom, Gemeentebibliotheek Rotterdam, Hoogstraat 110, 3011 PV Rotterdam;
Siem Bakker, Instituut Nederlands, Erasmusplein 1, Postbus 9103, 6500 HD Nijmegen. Tel. 024-3612048/58 of 024-6961730.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 22 Dec 1997 17:54:56 +0100
From: Willem Huberts <w.s.huberts@thuisnet.leidenuniv.nl>
Subject: Med: 9801.16: Aantal exemplaren Vestdijkkroniek nog beschikbaar
==========================
Exemplaren Vestdijkkroniek
==========================
M.i.v. 1996 is de verschijning van de Vestdijkkroniek stopgezet. Het kwartaaltijdschrift verscheen tussen 1973 en 1995 en is opgevolgd door het Vestdijkjaarboek. Het bestuur van de Vestdijkkring heeft voor geinteresseerden (particulieren en instellingen, zowel in Nederland als ‘extra muros’) exemplaren van de Vestdijkkroniek beschikbaar. Niet alle van de in totaal 98 verschenen exemplaren zijn beschikbaar; enkele zijn uitverkocht.
Een lijst met voorradige exemplaren kan via e-mail worden opgevraagd bij bestuurslid Auke van Heuzen (olifant.leeuw@iname.com). U krijgt dan via e-mail een overzicht van alle beschikbare exemplaren, met een korte omschrijving van de erin opgenomen artikelen. Vervolgens kunt u via een e-mail naar Auke van Heuzen uw bestelling plaatsen. U ontvangt de bestelde nummers op het door u aangegeven adres, vergezeld van een factuur. De kosten omvatten slechts de porto, zodat u de tijdschriftnummers zelf voor niets ontvangt.
Naast exemplaren van de Vestdijkkroniek kunt u ook het boekje ‘Simon Vestdijk in de muziek’ verkrijgen. Dit verscheen t.g.v. het gelijknamige symposium dat in 1985 door de Vestdijkkring werd georganiseerd. Ook hiervoor betaalt u slechts de portokosten.
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 14 Jan 1998 15:47:57 +0100 (MET)
From: Karel Bostoen <BOSTOEN@rullet.LeidenUniv.nl>
Subject: Lit: 9801.17: Nieuw: Voorlopige catalogus van Nederlands- talige drukken tot 1801 in de universiteits- bibliotheken van Stellenbosch en Potchefstroom
====================================================================
NIEUW:
Catalogus drukken tot 1801 in UB’s van Stellenbosch en Potchefstroom
====================================================================
Zojuist is een beperkte oplage verschenen:
Voorlopige catalogus van Nederlandstalige drukken tot 1801 in de universiteitsbibliotheken van Stellenbosch en Potchefstroom. Ed. K. Bostoen, met medewerking van Maryna Besseling en Jean Jordaan.
Leiden: Vakgroep Nederlands, 1998. xiv + 67 blz.
Deze voorlopige catalogus bevat 356 titelbeschrijvingen met vingerafdrukken en provenancegegevens, voorts een register van auteurs, vertalers, editeurs, titels van anonieme werken; een register van boekverkopers en drukkers; een register van plaatsnamen; een register van bibliotheeksignaturen. In de inleiding wordt uit de doeken gedaan hoe het onderzoek is opgezet en uitgevoerd, op welke locaties binnen de resp. bibliotheken de beschreven en nog te beschrijven titels te vinden zijn en de wijze van beschrijven wordt verantwoord en toegelicht.
Deze catalogus kan worden besteld door het storten van fl. 22,50 op bankgironummer 41.19.88.018 (postgiro van de bank: 9200) t.n.v. K.J. Bostoen, p/a Vakgroep Nederlands, Leiden onder vermelding van ‘Stellenbosch’.
De catalogus wordt u franco toegestuurd met een pro forma- rekening. Bestellingen zullen worden uitgevoerd naar gelang de binnenkomst van de overschrijving. Er zijn slechts tien exemplaren voor verkoop beschikbaar.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 14 Jan 1997 11:18:30 +0100
From: KANTL via piet.verkruijsse@let.uva.nl
Subject: Sym: 9801.18: Studiedag over de toekomst van ons literair verleden op 17 februari te Gent
*--------------------------------------------------*
| |
| Studiedag / staten-generaal |
| OVER DE TOEKOMST VAN ONS LITERAIR VERLEDEN |
| |
| 17 februari 1998 |
| |
*--------------------------------------------------*
Op 17 februari 1998 organiseert de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in haar gebouw Koningstraat 18 te Gent, in samenwerking met de interuniversitaire werkgroep Genese, een studiedag/staten-generaal over het beleid in verband met de Vlaamse literatuur. Het is de bedoeling om tijdens de ochtendsessie specialisten uit het veld (zowel van de oudere als van de moderne letteren) en bibliotheek- en archiefspecialisten te laten uitleggen wat er fout gaat in de studie en het beheer van de Vlaamse literaire erfenis. Tenslotte zal Georges De Schutter, vast secretaris van de KANTL, een aantal nieuwe initiatieven van de Academie toelichten.
Na de lunch willen we graag dat deze specilisten samen met de beleidsmensen naar oplossingen zoeken. Prof. van Vliet van het Constantijn Huygens Instituut komt vertellen hoe men een gelijkaardige problematiek in Nederland heeft aangepakt. Schepen Antonis van Antwerpen zal een mogelijke oplossing voorstellen, en in een ronde-tafeldiscussie zouden we tenslotte alle betrokkenen aan het woord willen laten (Ministers van Onderwijs, Wetenschapsbeleid en Cultuur; het FWO; uitgevers; de Letterencommissie; de indieners van het nieuwe decreet).
Programma:
10.00 Geert Lernout, voorzitter van Genese: Inleiding: de problematiek van de literaire editie aan de Vlaamse universiteiten.
10.15 Werner Waterschoot: De editie van oudere teksten (Middeleeuwen tot achttiende eeuw).
10.35 Marcel De Smedt: De editie van moderne teksten.
11.00 Koffie of thee.
11.30 Leen Van Dijck: De rol van het AMVC in de studie van het literaire erfgoed.
11.50 Sylvia Van Peteghem: De rol van de universitaire archieven.
12.10 Georges De Schutter (KANTL): Een nieuw beleid in de Academie.
14.00 Dick van Vliet (CHI): Het voorbeeld van Nederland.
14.30 Erik Antonis: Literatuurarchief: de rol van de stedelijke overheid.
15.00 Koffie of thee
15.30 Een rondetafel over de toekomst van het Vlaamse literaire verleden met alle betrokkenen.
Afsluitende borrel.
Nadere informatie: KANTL, Koningstraat 18, B-9000 Gent, 09/ 2659340, fax 09/2659349.
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 16 Jan 1998 12:57:08 -0800
From: Thomas F. Shannon <tshannon@socrates.berkeley.edu>
Subject: Vra: 9801.19: Middelnederlandse niet-literaire teksten gezocht
Voor een werkgroep over Noordzeegermaans zoek ik materialen. Vooral zoek ik middelnederlandse (13-15 eeuw) niet-literaire teksten, zoals bijvoorbeeld juridische teksten en kronieken. Ik ken R. Willemyns “Het niet-literaire Middelnederlands” enz., maar ik zoek teksten die iets langer zijn en niet zo droog als oorkonden, iets vergelijkbaars met de oude wetten of “Gesta Fresorum” of “Het Freska Riim” in het Fries of de Sachsische Weltspiegel in het Nedersaksisch. Het beste zou zijn als de teksten van commentaren, glossaren, zelfs vertalingen voorzien zijn omdat de studenten tot nu toe geen Middelnederlands gehad hebben.
Bovendien zou ik heel graag zulke teksten in elektronische vorm (ook iedere soort van Oudfriese teksten graag!) willen krijgen, als zoiets bestaat zoals Project Laurens Janszoon Coster voor zulke tekstsoorten. Weet iemand iets dergelijks aan te bevelen?
Tenslotte zou er een geluidscassette zijn verschenen waarop de (middelnederlandse) tekst van de Beatrijs is gesproken. In de facsimile-editie uit 1986 staat: “Jo Van Eetvelde [uitgever van die editie] heeft zich tot taak gesteld die legende naar het breed publiek te brengen op plaat en cassette.” Weet iemand hoe goed die opname is en waar je er een kopie van kunt verkrijgen?
Bij voorbaat bedankt voor de hulp!
Thomas Shannon.
Dr. Thomas F. Shannon |Email: tshannon@socrates.berkeley.edu
Hoogleraar voor germaanse |Tel.: 1-510-642-7446 (sekr.)
Linguistiek & Neerlandistiek | 1-510-642-2004 (kamer)
Department of German | 1-707-745-4403 (prive)
5319 Dwinelle Hall |Fax: 1-510-642-3243 (sekr.)
University of California | 1-707-747-1453 (prive)
Berkeley, CA 94720-3243 USA
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 14 Jan 1998 17:04:34 GMT
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
Subject: Col: 9712.21: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XLIII: Allerlei rare gedachtenkronkels
================================================================
Linguistisch Miniatuurtje XLIII: Allerlei rare gedachtenkronkels
================================================================
Het eigenaardige feit doet zich voor dat, terwijl de wetenschappelijke dilettant een onbekommerde openheid van geest tentoonspreidt, de gespecialiseerde onderzoeker juist gekenmerkt wordt door een zekere bewustzijnsvernauwing. Waar de eerste bereid is om op basis van halve evidentie een compleet wereldbeeld omver te werpen, ziet de laatste juist in vage waarnemingen bevestigingen van een bestaande theorie.
Iedere taalwetenschapper zal deze observatie herkennen. Wie zich bezighoudt met small clauses ziet overal small clauses, wie werkt aan verb of predicate raising ziet zelfs in zinnen zonder predicaat wel verborgen aanwijzingen voor dit fenomeen.
Ik denk niet alleen dat deze omstandigheid onvermijdelijk is, ik acht haar ook een gezonde zaak. Juist door een bepaalde analyse tot aan haar grenzen door te trekken, kan haar waarde pas goed vastgesteld worden. Alleen door die grenzen af en toe te overschrijden kan de taalwetenschapper ze aftasten. Wetenschappelijk onderzoek kan niet zonder oogkleppen.
Twijfel is voor de halfhartigen. Of voor degenen die af en toe een miniatuurtje schrijven en hun bedenksels tegenover een ongespecialiseerd publiek aannemelijk willen maken. Dat kan niet zonder afstand te nemen. En afstand zorgt altijd voor twijfel. Probeer het maar eens uit.
Ik heb ooit een dissertatie geschreven over NP-specificeerders. Telwoorden en determinatoren, voor de jongeren onder u. Hoewel de theorie tegenwoordig radicaal anders lijkt, geloof ik nog steeds dat mijn analyse van destijds in essentie juist is (dit onderstreept wat ik boven constateerde over oogkleppen). De meeste plooien waren netjes gladgestreken, en de gesignaleerde verbanden moeten onder de huidige theoretische opvattingen nog steeds verantwoord worden.
Zo had ik een aardig idee over telwoorden als “alletwee” en “allebei”. De gedachte dat “alletwee” gelezen moest worden als “al de twee” was niet zo erg opzienbarend. Maar hoe kon je daarmee “alletwee de boeken” verklaren? Een afleiding uit “al de twee de boeken” was natuurlijk ondenkbaar. Dus redeneerde ik als volgt: de basis voor zo’n NP is “al de twee boeken”. Van daaruit kun je twee dingen doen. Ofwel je versmelt die hele specifier tot “alletwee” (in de huidige analyse waar je Q en D als functionele projectie zou beschouwen kun je dat mooi met hoofdverplaatsing doen), ofwel je verplaatst het telwoord “twee” naar “al”, zodat je krijgt “al+twee de t boeken”. Insertie van schwa om “al” en “twee” aan elkaar te plakken, en je hebt de gewenste structuur. Als bonus verklaar je waarom je niet kunt hebben “alletwee die weinige boeken”. “Weinige” staat als telwoord namelijk op de plaats waar “twee” gestaan zou hebben.
Nu liep ik onlangs aan tegen een voorbeeld dat hier sterk op lijkt: wat moeten we met het woord “allerlei”? De varianten “tweeerlei”, “velerlei”, generlei”, en “allerhande”, “velerhande” laten zien dat er variatie is in het eerste deel van deze woordvorming, maar ook -weliswaar beperkt- in het tweede. De nieuwe ANS beschouwt het eerste lid van de samenstelling als een telwoord of onbepaald voornaamwoord, en het geheel als onbepaald voornaamwoord.
In het licht van mijn eigen analyse zou ik me in eerste instantie afvragen: is “allerlei” een telwoord of een determinator? De tweede hypothese lijkt af te vallen: als “allerlei” een determinator is, waarom kunnen we het dan niet combineren met een telwoord? “twee allerlei boeken” is fout, evenals “allerlei twee boeken” en “twee van de allerlei boeken”. Niet eens twijfelachtig, maar radicaal fout.
Maar ook de benoeming als telwoord lijkt problematisch. Naast “twee zulke boeken” is “allerlei zulke boeken” prima, maar in tegenstelling tot “die twee boeken” is “die allerlei boeken” slecht. Is “allerlei” dan te vergelijken met complexe QPs zoals “een paar”? Immers, “een paar zulke boeken” is goed en “die een paar boeken” is fout. Maar ook daar duikt een probleem op: “een paar van die boeken” is goed, maar “allerlei van die boeken” is vreemd. Misschien niet echt fout, maar zeker vreemd.
Volgende hypothese. Is “allerlei” dan, net als “alletwee”, gevormd uit het telwoord “al” en een element dat uit een lagere positie verplaatst is? Kijk, daar hebben we het. Volslagen onaannemelijk van een afstand beschouwd, maar als je eenmaal vrede hebt met die verplaatsingsanalyse bij “alletwee” een logisch gevolg. Onder deze gedachtenkronkel zou “allerlei boeken” gevormd moeten zijn uit iets als “al de lei boeken”, waarna verplaatsing van “lei” via “de” naar “al” een samenklontering tot “allerlei” tot gevolg moet hebben. Nou is “lei” natuurlijk geen telwoord, en we zouden het als een adjectief moeten beschouwen. Bonus? De samenstelling “allerlei” heeft zowel een quantificationeel betekenisaspect als een modificerend. De betekenis van “allerlei boeken” is te omschrijven als “een onbepaald aantal boeken van verschillende soort”.
Hoewel ik een korte tijd gecharmeerd ben geweest van deze gedachte, komt ze me nu onaantrekkelijk voor, om een aantal redenen. Ten eerste zou je op grond van deze analyse verwachten dat het quantificationele betekenisaspect geen existentiele quantor zou inhouden (“een onbepaald aantal”) maar juist een universele (“alle”). En ten tweede is de historische ontwikkeling van de constructie natuurlijk van dien aard dat “al” oorspronkelijk een quantor bij “lei” is geweest en niet bij de nominale kern van de totale NP.
Exit leuke gedachte (afstand)? Nou nee (oogkleppen). Misschien is er nog iets van te redden. Neem nou een woord als “verschillende”. Dat kan op twee manieren gebruikt worden: als adjectief en als telwoord. “Die verschillende boeken” is dus dubbelzinnig. Uiteraard is “verschillende” oorspronkelijk een adjectief (tegenwoordig deelwoord van een werkwoord, zelfs). Als het op een gegeven moment opgevat wordt als telwoord, is dit dan een categorieverandering, of neemt het als adjectief de telwoordpositie in? Met andere woorden, als je de NP “verschillende van die boeken” hebt, onderhoudt “verschillende” dan nog een relatie met die adjectiefpositie? Een mogelijke aanwijzing hiervoor is het contrast tussen “enkele van die vele boeken” en “verschillende van die vele boeken”. Waar de eerste NP ongemarkeerd is, is de tweede op z’n minst vreemd. Als “verschillende” vanuit adjectiefpositie verplaatst is, via de postdeterminerpositie voor telwoorden naar de predeterminerpositie, dan volgt dit gedrag automatisch.
Maar daarmee is toch weer een opening gegeven voor een analyse van “allerlei”. Als “allerlei” eigenlijk een adjectief is, en verplaatst moet worden naar de voorste telwoordpositie, dan onderhoudt het dus een spoor-antecedentrelatie. Deze verhindert invulling van de tweede telwoordpositie, en is blijkbaar ook enigszins gevoelig voor de partitiefconstructie. Dit haalt de scherpe kantjes van de eerdere analyse af (geen syntactische afleiding van “al” en “lei”), maar handhaaft het verplaatsingsidee. Beetje lef heb ik nog wel.
Peter-Arno Coppen
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@let.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@let.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl (voor | | neerlandistiek op het Web), of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9801.b --------------------------*
Laat een reactie achter