Onlangs werd ook mij een baan aangeboden met een goed salaris, een lease-auto en een mobiele telefoon. De onbekende die me over deze baan aanschreef, werkte bij een bedrijf dat `erotische websites’ maakte. Het bedrijf zocht iemand die veel van zoekmachines wist om hen te helpen hun website `vindbaar’ te maken. Mijn correspondent had de indruk dat ik zo iemand was omdat ik wel over zoekmachines geschreven heb. Ik heb het aanbod maar niet aangenomen. Ik zoek nog verder naar een passende werkkring.
Gezien de rijkdom en roem die je met goed zoeken op Internet moeiteloos verwerven kunt, is het misschien een wonder dat er toch nog twee deelnemers aan de prijsvraag hebben deelgenomen. Waarom je talenten verspillen aan het winnen van een t-shirt als je met evenveel moeite in het bezit kunt komen van een driedelig pak?
De twee deelnemers waren allebei nog even goed ook: ze misten allebei 1 vraag. Dat was gelukkig niet dezelfde. Daarnaast lieten ze in de details van de beantwoording allebei af en toe een steekje vallen, maar daar was weinig verontrustends bij. De vergadering van de jury kon daarom dit jaar zeer kort zijn. Het enige punt van discussie was nog dat een van de inzenders een kamergenoot was van de juryvoorzitter: was het wel veroorloofd om zo iemand een prijs te geven? De voorzitter maakte echter spoedig een einde aan deze discussies door erop te wijzen dat de reglementen wel familieleden van Neder-L-redacteuren uitsluiten, maar geen kamergenoten.
Alles bij elkaar zijn er dit jaar twee prijswinnaars van de kerstprijsvraag: Age Rotshuizen en Ton van der Wouden. Zij krijgen allebei een t-shirt. Meneer Rotshuizen, meldt u zich in dit verband nog een keer bij de juryvoorzitter. Het e-mailadres waarvandaan u uw inzending stuurde, genereert een foutmelding als wij het proberen te bereiken.
Marc van Oostendorp
Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl
De vragen en de antwoorden
1. Noem een schrijver van wie in de tentoonstelling ‘Gaan waar de woorden gaan’ de stem te horen en een borstbeeld te zien is. Antwoord:
Simon Carmiggelt
Vindplaats:
http://www.letmus.nl/bax.html
Toelichting:
Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet je natuurlijk weten dat deze tentoonstelling te zien is in het Letterkundig Museum. Van der Wouden wijst erop dat deze informatie te vinden is In het archief van Neder-L. Vervolgens is met een van de standaardzoekmachines of een index op Nederlandse musea het Internet-adres van het Letterkundig Museum snel gevonden. Enig zoekwerk op deze site levert al snel een pagina met informatie over de tentoonstelling op waar een foto te zien is “van een bezoekster die een telefoonhoorn aan haar oor heeft, voor een tekstbord met daarop de naam Carmiggelt en naast een borstbeeld van Simon Carmiggelt” in de woorden van Van der Wouden.
2. Welk tekstformaat zal gebruikt worden in de elektronische editie van de ANS?
Antwoord:
HTML
Vindplaats:
http://www.ned.univie.ac.at/ned-tk/digitaal-03.htm
Toelichting:
Bijdragen aan de onvolprezen rubriek DigiTaal van Nederlandse Taalkunde worden online geplaatst. Een van deze bijdragen behelst de elektronische ANS. Daarin wordt deze kwestie aan de orde gebracht. Van der Wouden is kennelijk een trouwe lezer van deze rubriek, maar Rotshuizen wist hem helaas niet te vinden.
3. Wat was in de zeventiende eeuw een Carreldoek?
Antwoord:
Een soort van Seildoek, sijnde het stijfste
Vindplaats:
http://pc-78-120.udac.se:8001/WWW/Nautica/Etymology/Winschooten(1681).html
Toelichting:
Beide deelnemers vonden deze pagina door ‘carreldoek’ in te voeren bij HotBot (http://www.hotbot.com/)
4. Op welke leeftijd beginnen kinderen hun eerste lettergrepen te produceren?
Antwoord:
Rond het eerste levensjaar
Vindplaats:
(bijvoorbeeld) http://www.cyberear.com/foss/praten.htm
Toelichting:
Bovenstaand Internet-adres met een tamelijk eenduidig antwoord werd gevonden door Rotshuizen. Van der Wouden kwam met een uitvoerige en onduidelijke beschouwing gebaseerd op de kindertaalrubriek van Maaike Verrips bij Ouders Online (http://www.ouders.nl/ltaal.htm). In eerste instantie wilde de jury deze redenering niet goedkeuren, maar de juryvoorzitter wees erop dat elke verwijzing naar het prijzenswaardige initiatief van Verrips een bonuspunt oplevert. Met dit argument ging de jury uiteindelijk accoord.
5. In welke stad woont de dichteres Jo Govaerts?
Antwoord:
Londen.
Vindplaats:
http://home.luna.nl/~poetry/part/37/index.html,
Toelichting:
Te vinden met de gebruikelijke zoekmachines.
6. P. van Haps schreef een brief van ‘Antonia’ aan ‘Theodoor’. In welk jaar deed hij dat?
Antwoord:
—
Vindplaats:
—
Toelichting:
Op de een of andere manier is er iets misgegaan bij de formulering van deze vraag. Over de genoemde brief is in het geheel geen informatie te vinden op Internet, zo hij al bestaat. P. van Haps schreef in 1705 diverse brieven, waaronder een brief van ‘Antonia’ en een brief ‘aan Theodoor’, maar een brief ‘van Antonia aan Theodoor’ was er waarschijnlijk niet bij. Dit alles is na te lezen op http://www.let.LeidenUniv.nl/Dutch/Latijn/NH01.html of http://www.let.LeidenUniv.nl/Dutch/Latijn/NH02.html.
Deze pagina’s waren door de inzenders gevonden. Hun antwoorden zijn goedgerekend.
7. Wat was de titel van de lezing van Veerle Fraeters tijdens het International Medieval Congres in Leeds, in juli 1998?
Antwoord:
The Middle Dutch Translation of Tabula Chemica: An Amalgam of Alchemy and Religion, a Blend of Prose and Verse.
Vindplaats:
http://www.let.uu.nl/nederlands/nlren/VLUG98.htmlof http://www.leeds.ac.uk/imi/imc/imc98/main.htm
Toelichting:
Het eerste adres (waarin ‘Congres’ wordt gespeld met 1 s) werd gevonden door Rotshuizen, het tweede (waarin ‘Congres’ 2-en telt) door Van der Wouden.
8. Wie deed dit jaar de volgende uitspraak: ‘Knuvelder is veertig jaar meegegaan. Als wij dat halen, mogen we al heel blij zijn. Langer kan zo’n concept niet standhouden.’
Antwoord:
prof. dr. A.M. Musschoot
Vindplaats:
http://www.taalunie.org/_/publicaties/taalschrift/ts98_2_2.html
Toelichting:
Van der Wouden kwam niet verder dan: “Ik vermoed Arie-Jan Gelderblom of iemand anders uit de kring van de nieuwe Nederlandse Literatuurgeschiedenis, maar ik heb het nog niet kunnen vinden.” Dit kon de jury niet goedrekenen. Rotshuizen dacht kennelijk ook in eerste instantie aan Gelderblom en hij trok de juiste conclusie: met het programma MetaCrawler (http://www.metacrawler.com/) zocht hij op “Gelderblom Knuvelder” en vond het interview met Gelderblom en Musschoot op de website van de Taalunie.
9. Welke uitgever zal de nieuwe editie van het Verzameld Werk van Willem Elsschot uitgeven?
Antwoord:
Querido
Vindplaats:
http://www.knaw.nl/chi/index-ned/lopende/onderzoek-fr.htm
Toelichting:
Het antwoord op deze vraag moest wel bij het Huygens Instituut te vinden zijn.
10. Vertaal in het Haags: ‘Knuvelder is veertig jaar meegegaan. Als wij dat halen, mogen we al heel blij zijn. Langer kan zo’n concept niet standhouden.’
Antwoord:
Knuvelde^ah is veigtig j^ah meigegaan. Als w`e dat halen, m^augen we al heil bl`e z`en. Lang^ah ken zo’n concept nie standhouden of Knuveld^ah is veigtig jaar meig^uhgaan. Als w`e dat hal^uh, mog^uh w^uh al heil bl`e z`en. Lang^ah ken zo’n concept nie standhoud^uh.
Vindplaats:
http://users.bart.nl/~cjmdbr/haags.htm
Toelichting:
Het genoemde Internet-adres bevatte tot voor kort een programmaatje dat teksten ‘vertaalde’ van het Standaardnederlands in het Haags. Merkwaardig genoeg leverde dat bij de twee inzenders kennelijk verschillende transcripties op. Het programma is ondertussen helaas alweer verdwenen, zodat de jury niet heeft controleren wat het juiste antwoord was.
11. Welke simpele logische fout zit er volgens professor Nerbonne in het PRO-theorema?
Antwoord:
“Equivocatie” – waarin een cruciale term ambigu wordt gebruikt: “governed” wordt anders gebruikt voor anaforen dan voor pronomina.
Vindplaats:
http://odur.let.rug.nl/~nerbonne/oratie
Toelichting:
Het was kennelijk geen probleem om Nerbonne in Groningen te vinden en vervolgens zijn oratie door te lezen.
12. Welk literair genre beoefende Eelckje van Bouricius?
Antwoord:
Dichtkunst
Vindplaats:
http://www.leidenuniv.nl/host/mnl/tntl/bkort.htmlof http://www.leidenuniv.nl/host/mnl/tntl/114/114-4/index.html
Toelichting:
Op de website van de Maatschappij staat op een aantal plaatsen te lezen dat in TNTL 114/4 een artikel verscheen met als titel ‘Eelckje van Bouricius: een zeventiende-eeuwse dichteres in de marge van de literaire wereld’. Beide deelnemers vonden een van deze pagina’s en trokken hieruit de terechte conclusie dat Van Bouricius aan dichtkunst deed.
Laat een reactie achter