Subject: | Neder-L, no. 9905.b |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Thu, 20 May 1999 02:26:53 +0200 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Zevende-jaargang--------- Neder-L, no. 9905.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 9905.12: Evenementenagenda, met: | | - Tentoonstelling over gebarentaal, t/m ma 7 juni | | 1999 (Amsterdam) | | - Tentoonstelling 'Onder de Hamer', do 20 mei - zo 29 | | augustus 1999 (Amsterdam) | | - Expositie over J.C. Bloem, vr 28 mei - zo 7 november| | 1999 (Den Haag) | | - Lezing over Jan Luyken en uitreiking Van Goens- | | Prijs, za 29 mei 1999 (Leiden) | | - Uitreiking prijzen Nederlandse letterkunde, za 29 | | mei 1999 (Leiden) | | - Congres 'The Bookshop of the World', wo 15 - vr 17 | | september 1999 (Londen) | | - Viering '140 jaar Leeskabinet', vr 28 mei 1999 | | (Rotterdam) | | - Tentoonstelling 'Computer-Schrift', do 27 mei - zo | | 19 september 1999 (Tilburg) | | - Tweede Utrecht Symposium on Medieval Literacy, do | | 24 - za 26 juni 1999 (Utrecht) | | (2) Vac: 9905.13: Vacature voor een hoogleraar Nederlandse Taalkunde | | aan de FU Berlijn (deadline: do 17 juni 1999) | | (3) Med: 9905.14: Taalunie verlengt samenwerking met Aruba en | | Nederlandse Antillen | | (4) Ten: 9905.15: Tentoonstelling 'Duizend jaar handschrift' van do 15 | | juli - zo 10 oktober 1999 te Den Haag | | (5) Lit: 9905.16: Pas verschenen: Ramona Land. De Nieuwe Gids 1885-1895.| | Diskette. (Leiden 1999) | | (6) Lit: 9905.17: Pas verschenen: W. Crouwel, B. B"uch, P. van Capelle- | | veen, G. Kleis en R. Breugelmans. Het zegel van de | | libel. Sub Signo Libelli. (Amsterdam/Den Haag 1999) | | (7) Col: 9905.18: Linguistisch Miniatuurtje LIX: Moet je horen: kun je | | lachen! | | (8) Med: 9905.19: 30ste Poetry International Festival, van za 12 - vr | | 18 juni 1999 te Rotterdam | | (9) Med: 9905.20: Rectificatie 9905.04 | |(10) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 15 May 1999 00:44:46 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 9905.12: Evenementenagenda
=================
Evenementenagenda
=================
AMSTERDAM, Centrale hal Maagdenhuis, Spui 21.
Tentoonstelling over gebarentaal, 12 april – 7 juni 1999, 8.30 – 18 uur.
- De tentoonstelling ‘Kijk! Gebarentaal in Nederland; over allerlei facetten van de Nederlandse gebarentaal’ is gerealiseerd in samenwerking met de Stichting Vi-taal in Den Haag, het Universiteitsmuseum Utrecht en het Utrechts Instituut voor Linguistiek/OTS.
AMSTERDAM, Joods Historisch Museum, Jonas Dani”el Meijerplein 2-4, 020-6269945.
Tentoonstelling ‘Onder de Hamer’, 20 mei – 29 augustus 1999, dagelijks 11-17 uur.
- De expositie ‘Onder de Hamer; de veelzijdige verzameling van David Henriques de Castro’ gaat over de collecties van de 19e-eeuwse Portugese jood die na zijn dood in 1898 geveild werden. Nu is weer een aantal topstukken bijeengebracht, zoals zijn Atlas van Amsterdam en een schitterende middeleeuwse geillumineerde historiebijbel. Website: http://www.jhm.nl/
DEN HAAG, Letterkundig Museum, Prins Willem-Alexanderhof 5, 070-3339666.
Opening expositie over J.C. Bloem, vrijdag 28 mei 1999, 16 uur.
- Opening van de tentoonstelling ‘Altijd dit lege hart; de dichter J.C. Bloem’. Prof. dr. H.T.M. van Vliet belicht Bloem en zijn poezie en prof. dr. A.L. S”otemann interpreteert het gedicht ‘Na de bevrijding I’. De expositie is te bezichtigen tot en met 7 november 1999.
LEIDEN, Academiegebouw, Rapenburg 73.
Lezing over Jan Luyken en uitreiking Van Goens-Prijs, zaterdag 29 mei
1999, 14.30 uur.
- Lezing ‘Binnen en buiten. Symboliek in de emblemen van Jan Luyken’. Ter gelegenheid van het feit dat Luyken 350 jaar geleden werd geboren. Ook uitreiking van de Van Goens-Prijs aan Mariken Goris en Wilma Wissink. De prijs is ingesteld om nog niet gepromoveerde onderzoekers te stimuleren tot publicaties over de Nederlandse literatuur. Inl. 071-5272832; fax 071-5272836.
LEIDEN, Academiegebouw, Rapenburg 73.
Uitreiking prijzen Nederlandse letterkunde, zaterdag 29 mei 1999, 16 uur.
- Uitreiking van de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de Frans Kellendonk Prijs en de Henri”ette Roland Holst Prijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Prijswinnaars zijn Erik Menkveld, Dirk van Weelden en Geert Mak. Inl. 071-5272832; fax 071-5272836.
LONDEN, British Library.
Congres over ‘The Bookshop of the World’, woensdag 15 – vrijdag 17
september 1999.
- Het zwaartepunt van het congres ligt op de relatie tussen de Nederlanden en Groot-Brittannie. Informatie: Katheryn Ronnau-Bradbeer, Association for Low Countries Studies c/o CDFC, Dept. Of Dutch, University College Lndon, Gower Street, London WC1E 6BT, fax +44 171 916 6985, e-mail: ucldkrb@ucl.ac.uk
ROTTERDAM, Erasmus Universiteit, Woudestein, Burgemeester Oudlaan 50.
‘140 jaar Leeskabinet’, vrijdag 28 mei 1999, 15 uur.
- Viering van het 140-jarig bestaan van het Rotterdams Leeskabinet. Thema ‘Stadscultuur, stadsliteratuur’. Uitreiking Leeskabinet-prijs. Met prof. dr. A.C. Zijderveld en prof. dr. M.E. Halberts. Inl. 010-4081195.
TILBURG, Scryption, Spoorlaan 434a, 013-5800821.
Tentoonstelling ‘Computer-Schrift’, 27 mei – 19 september 1999.
- Expositie over de relatie tussen handschrift en computers in het kader van ‘1999: het jaar van het handschrift; haalt het handschrift het jaar 3000?’.
UTRECHT, Universiteit Utrecht.
Tweede Utrecht Symposium on Medieval Literacy, donderdag 24 – zaterdag 26 juni 1999.
- Het Pionierproject ‘Verschriftelijking’ organiseert het symposium over ‘Spoken and written language: relations between Latin and Vernaculars in the earlier Middle Ages’. Informatie en aanmelding: dr. Marco Mostert, Kromme Nieuwe Gracht 66, 3512 HL Utrecht, 030-2536453, e-mail: marco.mostert@let.ruu.nl
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 17 May 1999 22:33:20 +0200
From: "Arie Verhagen" <Arie.Verhagen@letmail.let.leidenuniv.nl>
Subject: Vac: 9905.13: Vacature voor een hoogleraar Nederlandse Taalkunde aan de FU Berlijn (deadline: do 17 juni 1999)
================
Vacature Berlijn
================
Op 6 mei jl. is in Duitse kranten (o.a. Die Zeit) een advertentie verschenen voor een hoogleraar (C3) Nederlandse Taalkunde aan de Freie Universitaet Berlin. De instelling van deze leerstoel vloeit voort uit een samenwerkingsovereenkomst tussen de FU en de Nederlandse Taalunie. Deze overeenkomst voorziet in gezamenlijke financiering door de Taalunie en de FU gedurende 5 jaar, en stelt verder dat het in de bedoeling ligt de leerstoel daarna nogmaals voor eenzelfde periode te bezetten. Nadere inlichtingen kunnen verkregen worden bij prof. dr. Frans de Rover (voorz. sollicitatiecommissie, tel. FU +49-30-8384405, prive +49-30-8736349) of prof. dr. Jan Konst (tel. FU +49-30-8382986, prive +49-30-61283065).
Sollicitaties dienen binnen 6 weken na 6 mei jl. binnen te zijn.
De tekst van de advertentie luidt als volgt:
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
FU BERLIN
An der Freien Universitaet Berlin ist folgende Stelle zu besetzen:
Fachbereich Philosophie und Geisteswissenschaften in Kooperation mit der Nederlandse Taalunie
_ Fach: Niederlaendische Philologie _
NEDERLANDSE TAALUNIE PROFESSUR
fuer Niederlaendische Philologie
C3 auf Zeit (5 Jahre) oder
vergleichbares Angestelltenverhaeltnis.
Aufgabengebiet: Vertretung des Faches Niederlaendische Philologie: Niederlaendische Sprache und Sprachwissenschaft in Forschung und Lehre mit den Schwerpunkten Struktur der niederlaendischen Gegenwartsprache und Entwicklung der niederlaendischen Sprache.
Einstellungsvoraussetzungen: Habilitation oder gleichwertige wissenschaftliche Leistungen gem. Par. 100 BerlHG.
Erwuenscht: Bekanntheit mit Theorie und Praxis des (literarischen) Uebersetzens aus dem Niederlaendischen ins Deutsche.
Bewerbungen mit den ueblichen Unterlagen sind innerhalb von 6 Wochen unter Angabe der Kennziffer P 1/97 zu richten an die Freie Universitaet Berlin, Fachbereich Philosophie und Geisteswissenschaften, Habelschwerdter Allee 45, 14195 Berlin.
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 17 May 1999 12:58:03 +0200
From: Nederlandse Taalunie <secr@ntu.nl>
Subject: Med: 9905.14: Taalunie verlengt samenwerking met Aruba en Nederlandse Antillen
================================================================
Taalunie verlengt samenwerking met Aruba en Nederlandse Antillen
================================================================
Nederland, Vlaanderen, Aruba en de Nederlandse Antillen gaan voor nog eens vier jaar samenwerken op het gebied van de Nederlandse taal. Daartoe is op 12 mei een overeenkomst ondertekend door de onderwijsministers M. Wever-Lacl’e (Aruba), Ph. Nieuw (Antillen) en L. Hermans (als voorzitter van het Comit’e van Ministers van de Nederlandse Taalunie).
De afgelopen vier jaar hebben deze partijen al samengewerkt aan de verbetering van de positie van het Nederlands op Aruba en de Antillen. Hoewel het Nederlands daar voor de meeste bewoners een vreemde taal is, heeft het een belangrijke functie in het onderwijs, bij de overheid en op de arbeidsmarkt. Door de samenwerking tot 2002 te verlengen, willen de Antilliaanse en Arubaanse overheden samen met de Taalunie de kwaliteit van het onderwijs Nederlands garanderen, rekening houdend met de specifieke taalsituatie op de eilanden.
De hoofdlijnen van de samenwerking tussen Aruba, de Nederlandse Antillen en de Nederlandse Taalunie zijn vastgelegd in een beleidsplan voor de periode 1999-2002 en vloeien voort uit het Taalunie-colloquium ‘Nederlands in het Caribisch Gebied’, dat in oktober 1998 werd gehouden op Curacao. Er zal de komende jaren vooral worden gewerkt aan kwaliteitsbevordering van het onderwijs Nederlands in het reguliere en het hoger onderwijs ‘en bij de volwasseneneducatie. Bovendien zal er het nodige worden gedaan aan leesbevordering.
De Nederlandse Taalunie
Postbus 10595
2501 HN Den Haag
http://www.taalunie.org/
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 17 May 1999 10:42:34 +0200
From: Luc Pruijn <mvhboek@bart.nl>
Subject: Ten: 9905.15: Tentoonstelling 'Duizend jaar handschrift' van do 15 juli - zo 10 oktober 1999 te Den Haag
==========================================
Tentoonstelling ‘Duizend jaar handschrift’
==========================================
Het Museum van het Boek organiseert van 15 juli tot en met 10 oktober 1999 een tentoonstelling met de titel ‘Duizend jaar handschrift’, die geheel is samengesteld uit de rijke verzameling van het museum. De tentoonstelling, die chronologisch is opgebouwd, laat zien welke rol het handschrift in de westerse wereld in ruim tien eeuwen heeft gespeeld. Daarbij is speciale aandacht voor de invloed van belangrijke technische ontwikkelingen op het gebruik van het handschrift.
Prachtige, met de hand geschreven boeken uit de Middeleeuwen domineren het eerste deel van het overzicht. Te zien is welke lettervormen in die periode werden toegepast en hoeveel aandacht er besteed werd aan het versieren van letters. Een selectie van fraai uitgevoerde werken uit de periode na 1450 toont de invloed van de uitvinding van de boekdrukkunst op het gebruik van het handschrift. Ook is er aandacht voor de invloed van de lithografie – een nieuwe reproductietechniek – op de rol van het handschrift.
Na 1850 is er een grote variatie te zien in toepassingen. De hernieuwde belangstelling voor oude technieken en oude lettervormen betekende ook een nieuwe stimulans voor het handschrift. Schrijfletters werden gebruikt bij het ontwerpen van boekbanden en om bijzondere accenten aan te brengen in de vorm van initialen of titels in boeken. Daarnaast tonen een aantal unieke ontwerpbladen de rol van het handschrift bij het ontwerpen van nieuwe druklettertypen. Het overzicht sluit af met kalligrafisch werk van zeer recente datum. Het handschrift is daarbij gebruikt als artistiek element.
Het jaar van het handschrift
De tentoonstelling ‘Duizend jaar handschrift’ maakt deel uit van het jaar van het handschrift. Het Nationaal Schoolmuseum in Rotterdam, het Scryption in Tilburg en het Museum van het Boek/Museum Meermanno-Westreenianum in Den Haag hebben het jaar 1999 uitgeroepen tot het jaar van het handschrift. Deze drie musea bieden een gevarieerd programma van tentoonstellingen en evenementen.
Speciale activiteiten
Het scriptorium is een aparte ruimte in het museum die is ingericht als ‘middeleeuwse’ schrijfwerkplaats. Deze is alle weekenden tijdens de zomervakantie (van 3 juli tot en met 5 september van 12 tot 17 uur) geopend voor individuele bezoekers vanaf 9 jaar. Zowel volwassenen als kinderen kunnen zich, gehuld in een monnikspij, een middeleeuwse schrijver wanen en met een ganzenveer een stukje tekst kopieren en verluchten. Echte middeleeuwse handschriften zijn in de boekzaal van het museum te bewonderen. Voor kinderen is er bovendien een leuke speurtocht beschikbaar.
Dag van het handschrift
Op zaterdag 18 september (van 12 tot 17 uur) organiseert het museum een dag van het handschrift, met allerlei demonstraties en met een kinderworkshop. Tijdens deze workshop kunnen kinderen (van 9 tot 12 jaar) een speciale meerlijnenpen van balsahout maken en daarna een kleurrijk alfabet schrijven om in te lijsten. Bovendien presenteren alle belangrijke kalligrafieverenigingen uit Nederland en Vlaanderen zich op deze dag in de bijzondere mini-expositie ‘Het alfabet in handschrift’.
Openingstijden: van dinsdag tot en met vrijdag van 11 tot 17 uur; zaterdag, zon- en feestdagen van 12 tot 17 uur.
Entreeprijzen: NLG 5,-, t/m 12 jaar gratis, MJK gratis, CJP NLG 4,-, Vrienden van het museum gratis. Deelname scriptorium: NLG 5,-; deelname kinderworkshop: NLG 5,-.
Museum van het Boek / Nationaal Schoolmuseum / Scryption
Prinsessegracht 30 / Nieuwemarkt 1A / Spoorlaan 434a
2514 AP Den Haag / 3001 AM Rotterdam / 5038 CH Tilburg
tel. 070-3462700 / tel. 010-4045425 / tel. 013-5800821
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 15 May 1999 00:44:46 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Lit: 9905.16: Pas verschenen: Ramona Land. De Nieuwe Gids 1885-1895. Diskette. (Leiden 1999)
==============
Pas verschenen
==============
Ramona Land. De Nieuwe Gids 1885-1895. Leiden: Masters Software, 1999 (Literaire Tijdschriften in Nederland, 7). Diskette.
De reeks Literaire Tijdschriften in Nederland (LTN) ontsluit tijdschriften die in literair- en cultuurhistorisch opzicht van betekenis zijn geweest. Door de gevolgde systematiek kunnen onderzoekers voor allerlei doeleinden snel de informatie vinden die zij nodig hebben.
Ieder deel van de reeks opent met een bibliografische beschrijving van een tijdschrift, waarin algemene gegevens staan vermeld als titel en ondertitel, redactie en uitgever, frequentie en datum van verschijning. Daarna worden in een analytische inhoudsopgave in chronologische volgorde alle bijdragen vermeld en van korte annotaties voorzien. Tenslotte volgt dan het belangrijkste zoekapparaat: de index, die zowel naar het tijdschrift zelf als naar de analytische inhoudsopgave verwijst. In een doorlopend alfabet zijn niet alleen de namen van de medewerkers te vinden, maar ook alle andere persoonsnamen en een groot aantal zaaknamen. De werkwijze wordt steeds expliciet verantwoord, zodat de gebruiker precies weet waar hij aan toe is.
In de LTN-reeks zijn indertijd bij uitgeverij De Graaf te Nieuwkoop in boekvorm al verschillende delen verschenen: over de tijdschriften Critisch Bulletin (dl. 1-2), De Vrije Bladen (dl. 3), Werk en Criterium (dl. 4), De Stroom en Het Getij (dl. 5) en Podium (dl. 6). In een aangepaste versie wordt de reeks nu in digitale vorm voortgezet. Voorlopig krijgen belangrijke negentiende-eeuwse bladen de voorrang. Als deel 7 is verschenen een beschrijving van De Nieuwe Gids over de periode 1885-1895, verzorgd door drs. Ramona Land. In voorbereiding is een deel over het veelzijdige weekblad De Kroniek (1895-1907). Verder staan onder meer op het programma: de almanak Tesselschade, het Tweemaandelijksch Tijdschrift, De XXe Eeuw, De Beweging en Nederland.
De begeleidingscommissie van dit project bestaat uit drs. G.J. van Bork (UvA), dr. B.P.M. Dongelmans (UL), dr. N. Maas (Haarlem), dr. J.M.J. Sicking (RUG) en dr. P.J. Verkruijsse (UvA). De firma Masters Software te Leiden treedt op als uitgever. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door stipendia van de commissie voor literair-historische opdrachten van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
De prijs van de diskette met De Nieuwe Gids 1885-1895 bedraagt NLG 95,- incl. BTW. Deze prijs betreft ‘e’en licentie voor een particulier of een instituut (per fysieke locatie). Het programma draait onder DOS (versie 3.0 of hoger), Windows (3, ’95 en ’98) en OS/2 en is geschikt voor gebruik in een netwerk. Benodigde vrije schijfruimte: 8 MB; vrij machinegeheugen ruim 600 kB. Bestellingen kan men richten aan Masters Software, W. de Zwijgerlaan 135, 2316 CX Leiden, tel./fax 071-5223958.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 15 May 1999 00:44:46 +0200
From: P.J. Verkruijsse <Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Lit: 9905.17: Pas verschenen: W. Crouwel, B. B"uch, P. van Capelleveen, G. Kleis en R. Breugelmans. Het zegel van de libel. Sub Signo Libelli. (Amsterdam/Den Haag 1999)
==============
Pas verschenen
==============
Wim Crouwel, Boudewijn B”uch, Paul van Capelleveen, Gerrit Kleis en R. Breugelmans. Het zegel van de libel. Sub Signo Libelli. Bevattende een bibliografie van de pers najaar 1983 – februari 1999. Amsterdam/Den Haag: De Buitenkant/Museum van het Boek, 1999. 144 blz.; ills.; NLG 38,50; ISBN 90-76452-51-2.
De begeleidende publicatie bij de expositie in het Museum van het Boek in Den Haag (nog tot 27 juni te bezichtigen) over het prachtige fonds van Sub Signo Libelli is een boekje dat niet mag ontbreken in de kast van iedere drukkunst- en literatuurminnaar. De inmiddels 236 uitgaven van de marginale persen van Ger Kleis vormen – zo niet stuk voor stuk, dan toch in meerderheid – hoogtepunten van bijzonder verzorgd en doordacht drukwerk op de ‘ouderwetse’ wijze, dat wil zeggen met de hand gezet uit loden letter, afgedrukt op een handpers op mooi papier en in kleine oplagen.
De hoofdmoot van dit boek wordt gevormd door de door R. Breugelmans samengestelde bibliografie van de uitgaven van SSL over de periode najaar 1983 tot en met februari 1999, de nummers 108-236. De nummers 1-107 zijn eerder – op dezelfde voorbeeldige wijze – door Breugelmans beschreven in de in 1983 verschenen publicatie ‘107 maal Sub Signo Libelli’. De persoonlijke relaties die neerlandicus Ger Kleis met vele letterkundigen onderhoudt, leiden ertoe dat in zijn drukkersfonds tal van eerste drukken van literair werk verschijnen. Men treft er werk titels aan van onder meer Kees Ouwens, Boudewijn B”uch, F. Bastet, Gerrit Komrij, Anton Korteweg, Kees Winkler, J.M.A. Biesheuvel, Willem van Toorn, Tom van Deel, Redbad Fokkema, Tom Lanoye en Anneke Brassinga. Daarnaast drukt Kleis werk van oudere literatoren en van buitenlandse schrijvers.
Bijzonder verhelderend is de ‘autobiografie’ van Kleis, hier opgenomen onder de titel ‘Leven met de pers of Sub Signo Libelli geboekstaafd’. Vanaf zijn kennismaking als student in Amsterdam bij de legendarische Hellinga met de analytische bibliografie volgt Kleis het spoor vooruit via de jacht op persen en letter, zijn worsteling met de vormgeving en zijn contacten met margedrukkers, typografen, ontwerpers, bibliofielen, dichters en schrijvers. Zijn onderwijsbaan op het Barlaeus zorgt geruime tijd voor stagnatie in zijn drukkersactiviteiten. Volledig afgeknapt op het ‘ideologisch politiek geharrewar op het ministerie van onderwijs’, heeft Ger Kleis zich inmiddels teruggetrokken in Drenthe waar de lust tot drukken is teruggekeerd en de libel zich weer kan verpoppen tot boekjes.
De lof van de perfectie van de drukwerken van Kleis – op veilingen wordt deze perfectie tegenwoordig zeer hoog gewaardeerd! – wordt in het boek gezongen in proza door Wim Crouwel en Paul van Capelleveen en in dicht door Boudewijn B”uch. Breugelmans heeft gezorgd voor registers op de bibliografie en uitgeverij De Buitenkant voor een – zoals gewoonlijk – fraaie vormgeving.
P.J. Verkruijsse
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 15 May 1999 11:41:05 +0200
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
Subject: Col: 9905.18: Linguistisch Miniatuurtje LIX: Moet je horen: kun je lachen!
==============================
Linguistisch Miniatuurtje LIX:
Moet je horen: kun je lachen!
==============================
Iedere Nederlander is in staat om binnen enkele seconden de klassieke grap te herkennen. En niet alleen de communicatieve situatie of de extralinguistische factoren zijn daarbij bepalend. De klassieke grap heeft ook een typische vorm. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat geen enkele taalkundige daar ooit eens een verloren middag aan heeft opgeofferd, maar ik kan zo in de gauwigheid geen literatuur ontdekken. Toch bestaan er bijzondere syntactische vormen die de mop kenmerken. We zouden deze ‘iocationele indicatoren’ kunnen noemen.
Wanneer een verhaal begint met de zinsneden “Lopen twee linguisten door de Kalverstraat. Zegt de een tegen de ander…”, dan weet je onmiddellijk dat het om een grap gaat. Nou is die Kalverstraat wel een weggevertje, maar in andere settings gaat het ook: “Zitten zes professoren in de rectorskamer. Slaakt er een opeens een kreet”. Het lijkt er dus wel degelijk op dat die syntactische vorm een duidelijke iocationele indicator is.
Maar wat is die syntactische vorm dan precies? Zo op het eerste gezicht lijkt het begin van de grap, met die twee persoonsvormen in zinsinitiele positie, op de zogeheten ‘Croma-constructie’: “hou je van vlees, braad je in Croma”. Maar dat kan onmogelijk de onderliggende structuur zijn. De Croma-constructie kent een typische semantiek, die er ruwweg gesteld op neerkomt dat het eerste gedeelte in oorzakelijk verband staat tot het tweede. Een als-danbetekenis. Maar in de iocationele setting is de betekenis “Als er twee linguisten door de Kalverstraat lopen, dan zegt de een tegen de ander” een onmogelijke interpretatie.
Dezelfde constructie komt ook nog in een andere betekenis voor, geillustreerd in: “Lig ik net te slapen, wordt er gebeld”. Deze semantiek is te omschrijven als een speciale vorm van het presens historicum, ook wel de ‘vivid past’ genoemd: de zin suggereert een levendige opeenvolging van gebeurtenissen: de eerste gebeurtenis is net begonnen en de tweede is plotseling van aard. Een parafrase zonder zinsinitiele persoonsvorm brengt de verleden tijd aan het licht: “ik lag net te slapen toen er werd gebeld”, of: “toen ik net lag te slapen, werd er gebeld”.
Hoewel de levendigheid van deze semantiek wel past bij de klassieke grap, kan daar in dit geval geen sprake van zijn. De grap is eerder tijdloos dan verleden tijd. Bovendien kun je in de grap de eerste zin gewoon aanvullen met het woordje ‘er’, zonder dat dit met het tweede gedeelte dient te gebeuren: “er lopen twee linguisten door de Kalverstraat. Zegt de een tegen de ander”. De zinsinitiele posities van de twee persoonsvormen zijn dus onafhankelijk van elkaar.
Het zou anders wel aantrekkelijk zijn om de eerste zin van de grap, zoals in de croma- of vividpast-constructie te beschouwen als een onderdeel van de tweede zin. Als dat kan, is er in de tweede zin namelijk helemaal geen sprake van een zinsinitiele persoonsvorm. De eerste zinsplaats is dan gewoon ingevuld met de eerste zin. Toch is ook dat een verkeerde gedachte. Terwijl de croma- en vividpastconstructie, ook qua intonatie, duidelijk ‘e’en zin vormen, blijkt het in de grap mogelijk om allerlei aparte zinnen tussen te voegen: “Lopen twee linguisten door de Kalverstraat. Het motregent een beetje, en het is niet erg druk. Zegt ineens de ene linguist tegen de ander…”. Doe je datzelfde in een vividpast-constructie, dan krijg je automatisch de intonatie van een tussenzin: “Lig ik net te slapen –de wekker is gezet, de gordijnen zijn al dicht– wordt er gebeld.”
De volgende vraag is: is er niet in beide gevallen gewoon sprake van de zogeheten ’topicdeletie’, het weglaten van het eerste zinsdeel als dat in de context duidelijk of overbodig is, zoals bijvoorbeeld in “ben even weg”, “heb ik al gedaan”, of “ben ik al geweest”? Zo lijkt in de eerste zin het woordje ‘er’ weggelaten: “Er lopen twee linguisten door de Kalverstraat”. Topicdeletie van ‘er’ is niet zo vreemd, want dat woordje is immers nagenoeg betekenisloos. Wel moeten we hierbij vaststellen, dat het in het midden van een normale conversatie ongebruikelijk is dat ‘er’ in topicpositie wordt weggelaten. Stel je een gesprek voor, waar plotseling de opmerking wordt gemaakt “Hee, er zit een vlek op je trui!”. Probeer ‘er’ daar maar eens weg te laten. Met andere woorden: weglating van ‘er’ kan wel begrepen worden als topicdeletie, maar deze bijzondere vorm moet gerelateerd zijn aan het begin van een verhaal. Het is voorstelbaar, dat het introducerende karakter van het (presentationele!) ‘er’ bij het begin van een verhaal vanzelf spreekt.
Dat aan het begin van een grap niet ELKE topicdeletie, maar alleen weglating van ‘er’ is toegestaan, ondersteunt deze gedachte. Een begin van een grap met de zin: “Liepen Hans en Riny door de Kalverstraat” is niet goed denkbaar. Een nonspecifiek subject is noodzakelijk, net als bij het presentationele ‘er’.
Is de zinsinitiele positie van de persoonsvorm in de vervolgzin ook topicdeletie? Dat is veel problematischer. De vraag is namelijk: WAT is daar weggelaten? Ik heb de indruk dat op de eerste zinsplaats wel een of ander temporeel connectief zoals ‘dan’ passend is, maar een concrete invulling van ‘dan’ levert een gek resultaat: “Er lopen twee linguisten door de Kalverstraat. Dan zegt de een tegen de ander…”. Dat is eigenlijk gewoon fout. Ook andere temporele elementen lijken in eerste instantie wel mogelijk, maar vallen af. Zo kun je bijvoorbeeld stellen dat de volledige zin luidt “Opeens zegt de een tegen de ander…”, maar in dat geval is de zin “Zegt opeens de een tegen de ander…” problematisch. Daar kan immers ‘opeens’ niet in topicpositie zijn weggelaten.
Daar komt bij, dat het onmogelijk blijkt om in het vervolg van de grap andere topics weg te laten: “Lopen twee linguisten door de Kalverstraat. Ligt ineens een drol voor hun voeten”. In de tweede zin is ‘er’ nu verplicht, en wel in postverbale positie! Ook de variant “Er lopen twee linguisten door de Kalverstraat. Ben even vergeten wie het waren” lijkt, hoewel niet onmogelijk, een beetje vreemd, en in elk geval geen iocationele indicatie.
De conclusie moet zijn, dat er in de vervolgzin van de mop geen sprake is van topicdeletie, maar van een lege operator in topicpositie. Dat ziet er wel hetzelfde uit, maar blijkbaar is het subtiel anders. Zo’n lege operator kan namelijk verantwoordelijk worden gesteld voor de speciale semantiek, die met geen enkel woord in het Nederlands correspondeert. Die semantiek houdt onder andere in: de indicatie van een lopend verhaal, met levendige opeenvolging van gebeurtenissen. Ook buiten de grap komt dit procede voor: de uiting “komt me daar ineens Henk binnenlopen!” versterkt het plotselinge en onverwachte karakter van de gebeurtenis. Invulling van een expliciet temporeel connectief als ‘dan’ doet dit karakter verloren gaan.
Syntactische iocationele indicatoren zijn dus de topicdeletie van het presentationele ‘er’ in de eerste zin, en het voorkomen van een lege operator in topicpositie in vervolgzinnen. Daarmee wordt de indruk gewekt, dat de loop der gebeurtenissen verrassend en spannend is. Dit wekt natuurlijk de interesse van de toehoorders op, die benieuwd raken naar het vervolg.
Maar hoe loopt die grap nou af? Voor de fijnproevers dan, met regie-aanwijzingen: (vertellen tijdens een college over taalwetenschap) Lopen twee linguisten door de Kalverstraat. Zegt de een: “Kun je ook topicdeletie hebben in negatieve zinnen?” Antwoordt de ander: “Weet ik niet” (met stalen gezicht wachten op aarzelend gelach).
Tja. Ze zijn altijd flauwer als je ze uitlegt.
Peter-Arno Coppen
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 15 May 1999 00:44:46 +0200
From: Marja Westerveld, via Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl
Subject: Med: 9905.19: 30ste Poetry International Festival van za 12 - vr 18 juni 1999 te Rotterdam
===================================
30ste POETRY INTERNATIONAL FESTIVAL
12 tot en met 18 juni 1999
Rotterdamse Schouwburg
===================================
Poetry International, dat ieder jaar garant staat voor een poeziefestival met wereldvermaarde dichters ‘en nieuwe ontdekkingen, viert dit jaar zijn dertigste verjaardag. Daarom is het festival van 1999, dat tevens het laatste van deze eeuw zal zijn, extra groots en feestelijk van opzet. Een week vol unieke optredens, lezingen, interviews, discussies, vertaalprojecten, theatrale acts, films en muziek. Een kleine greep uit het programma:
De Mongoolse dichter en leider van het schriftloze volk der Toevenen, Galsan Tschinag, opent – zoals Charles Simic en Les Murray dat de afgelopen jaren deden – het festival met zijn ‘Verdediging van de poezie’. Daarna zullen akrobaten, muzikanten, jongleurs en dansers een keur van internationale dichters ondersteunen in een wervelend en kleurrijk music-hallprogramma, als een hommage aan de eerste moderne twintigste-eeuwse dichter in het Nederlandse taalgebied, Paul van Ostaijen.
Speciale aandacht is er voor twee contrasterende eilandculturen: het festival presenteert het beste uit de hedendaagse IJslandse poezie (met o.a. Bj”ork-tekstschrijver Sj’on, en het performancefenomeen Didda), en uit de hedendaagse Caribische poezie (met o.a. ‘Edouard Glissant en Kamau Brathwaite).
Vijf dichters jonger dan het festival treden op in een opwindende ‘poetry slam’ en de twee grootste Nederlandstalige dichters van onze tijd, Hugo Claus en Gerrit Kouwenaar, staan centraal in een aan hen gewijd programma. Ook zijn er programma’s rond het werk van de vorig jaar overleden Zbigniew Herbert en rond de tweehonderdste geboortedag van Alexander Poesjkin. Vertaalprojecten worden gewijd aan de poezie van de Kroatische dichter Slavko Mihalic en van Willem Jan Otten.
Het laatste festival van de eeuw besluit met een programma waarin dichters uit alle windstreken een museum voor de twintigste-eeuwse poezie inrichten: ieder leest een gedicht uit zijn/haar taal dat mee moet de volgende eeuw in.
Van maandag 14 tot en met donderdag 17 juni zal simultaan worden geprogrammeerd in de twee zalen van de Rotterdamse Schouwburg. Op de overige dagen (12, 13 en 18 juni) is alleen de grote zaal in gebruik. De programma’s beginnen om 16.00 uur (in de tuin van de Schouwburg), 20.00 uur en 21.30 uur. De toegang bedraagt per avond NLG 17,50/12,50 (CJP/Pas 65/RotterdamPas). Een passe-partout kost NLG 70,-/f 50,-. De middagprogramma’s zijn gratis.
Een uitgebreide gratis programmakrant en de festivalcatalogus (met informatie over en gedichten van alle dichters) zijn vanaf half mei beschikbaar. Voor meer informatie: Stichting Poetry International, William Boothlaan 4, 3012 VJ Rotterdam t.a.v. Marja Westerveld, pr-medewerker, tel. 010-2822777.
Overzicht hoofdprogramma’s
‘Defense of poetry’ door Galsan Tschinag
Sinds 1997 opent het Poetry International Festival met een ‘verdediging van de poezie’. Na de Amerikaanse dichter Charles Simic en de Australische dichter Les Murray, zal dit jaar een dichter uit Mongolie de openingslezing houden. Galsan Tschinag (1944) is de jongste zoon van een nomadische veehouder. In de jaren zestig studeerde hij in Leipzig, reden waarom hij het Duits als de taal van zijn boeken koos – zijn moedertaal, het Toeveens, kent geen schrift. Tschinag is het stamhoofd van de Toevenen. In 1994 leidde hij zijn volk, dat in de loop van de eeuw verstrooid was geraakt en her en der rond de hoofdstad Ulaanbaatar was gaan leven, in een grote karavaan terug naar het oorspronkelijke gebied in de Altaj, het hooggebergte in het westen van Mongolie. Hij is een zanger, verteller en dichter in de oude traditie – een nomade in de nieuwe tijd, die met het ene been in een oeroude samenleving en met het andere in de moderne wereld leeft, een bruggenbouwer tussen nomadenland en avondland. “Wij hebben twintig oren en ‘e’en mond,” zegt Tschinag, waarmee hij aangeeft hoe kostbaar woorden voor hem zijn. In zijn verdediging van de poezie zal hij ingaan op die kostbaarheid van taal en de bijzondere kracht van poezie.
Dertig jaar Poetry International: jubileumactiviteiten
In 1999 vindt het Poetry International festival voor de dertigste keer plaats. Sinds het bescheiden, maar geinspireerde begin in 1970, is het festival in de loop der jaren uitgegroeid tot het grootste en belangrijkste jaarlijkse poeziefestijn in Europa en tot een internationaal ontmoetingspunt voor dichters en poezieliefhebbers van over de hele wereld. Met een verrassende presentatie van hoogtepunten uit 30 jaar Poetry en met een spectaculaire ‘poetry slam’ zullen zowel het heden, als het verleden en de toekomst van het festival en – vooral – van de poezie op een feestelijke manier aan de orde komen.
Luistermuren: hoogtepunten uit 30 jaar Poetry International
Met de ‘Luistermuren’ van kunstenaar Chaim Levano hebben de bezoekers van het festival toegang tot de hoogtepunten uit dertig jaar Poetry International. In de entreehal van de Rotterdamse Schouwburg zal een drietal kleurige muren worden opgesteld, waarvan de zijden in totaal een zeventigtal ‘sprekende monden’ bevatten. Hieruit zijn de stemmen te horen van onder anderen: Elisabeth Bishop, Joseph Brodsky, Cees Buddingh’, Hugo Claus, Hans Faverey, Maurice Gilliams, Seamus Heaney, Zbigniew Herbert, Miroslav Holub, Robert Lowell, Lucebert, Czeslaw Milosz, Pablo Neruda, Octavio Paz, Paul Rodenko, Wole Soyinka en Tomas Transtr”omer. Ook Nederlandse vertalingen van de in de oorspronkelijke talen klinkende gedichten zullen uit de monden te horen zijn.
Poetry Slam
Vijf dichters jonger dan het festival zullen onder leiding van een DJ optreden tijdens een spectaculaire ‘poetry slam’. De ‘poetry slam’ is een vorm van poezievoordracht die in het club- en cafe-circuit van Chicago is ontstaan, naar het voorbeeld van boks- en worstelwedstrijden, en ook in Europa snel aan populariteit heeft gewonnen. Tijdens een ‘slam’ proberen verschillende dichters elkaar in een aantal ronden te overtroeven met de kracht van hun woorden en voordracht. Het publiek laat door aanmoedigingen of boegeroep weten wie van de dichters doorgaat naar een volgende ronde en uiteindelijk wint. Inmiddels hebben de ‘slams’ geleid tot een nieuw genre: de zogenaamde ‘slam poetry’, en tot een nieuwe stijl van voordragen, terwijl het wedstrijdelement een minder belangrijke rol is gaan spelen. De ‘slam’-dichters die tijdens het Poetry International Festival (‘en in een speciaal middagprogramma voor scholieren) optreden, zullen zorgen voor een flitsend en enerverend poeziespektakel in de ‘slam’-stijl.
Het laatste festival van de twintigste eeuw
Omdat het dertigste festival het laatste festival in de twintigste eeuw is, zullen dichterlijke hoogtepunten van die afgelopen eeuw in het programma een plaats krijgen.
Hedendaagse Music-Hall
De dichters dragen hun werk voor in het cabaret. Dat was het ideaal van Paul van Ostaijen, die met zijn debuutbundel ‘Music-Hall’ het begin van de moderne, twintigste-eeuwse poezie inluidde. Poetry International besluit de eeuw met een hommage aan het begin ervan. Een bonte wemeling van akrobaten, jongleurs en danseresjes en een keur van internationale dichters treedt op in een hedendaags music-hallprogramma. Het jazztrio Janssen Glerum Janssen zet, kranig en vast, een razende dans in.
Drie toppen van de twintigste-eeuwse poezie
Drie dichters vertellen elk over een gedicht uit de poezie van de afgelopen eeuw dat op hen een diepe indruk heeft gemaakt. Cees Nooteboom spreekt over een gedicht van Gottfried Benn, Lorna Goodison over een gedicht van Derek Walcott, en Alvaro Mutis over een gedicht van K.P. Kafavis.
Museum van de twintigste-eeuwse poezie
Minder goede gedichten blijven historisch, persoons- en tijdsgebonden. Zij zullen niet meegaan over de eeuwgrens. “Grote gedichten”, stelde Kees Fens daarentegen terecht vast, “gaan zich steeds meer voegen in het geheel van de poezie.” Het laatste festival van de eeuw besluit met een programma waarin dichters uit alle windstreken een museum voor de twintigste-eeuwse poezie inrichten; ieder leest een van de grote gedichten uit zijn/haar taal die de eeuwgrens over zullen gaan.
Dichtersschimmen
Niet alleen levende dichters loopt u tijdens het festival tegen het lijf, ook dichters uit het verleden zullen ter gelegenheid van het laatste festival van de eeuw uit het schimmenrijk terugkeren om u toe te spreken. Emily Dickinson, Anna Achmatova, Alexander Poesjkin, Herman Gorter, J.W. Goethe, Fernando Pessoa, Federico Garc’ia Lorca en Sappho waren rusteloos rond in de foyers van de Rotterdamse Schouwburg. Zij hebben de gedaante aangenomen van een achttal acteurs van de Arnhemse Toneelschool. De regie van dit schimmenspel ligt bij Peter Sonneveld.
Hedendaagse IJslandse poezie
Met zijn afgelegen ligging, zijn onherbergzame klimaat en natuur, en zijn grote literaire verleden heeft IJsland door de eeuwen heen tot de verbeelding van dichters gesproken. Vergilius beschrijft het al als ‘Ultima Thule’, een onbereikbaar, mythisch eiland aan het einde van de wereld. En in onze eeuw raakten onder anderen J.L. Borges en W.H. Auden dermate gefascineerd door het eiland, dat zij er herhaaldelijk over schreven. Daarnaast is IJsland van oudsher een eiland van dichters en poezielezers. Tot op de dag van vandaag zijn de meest geliefde schrijvers op het eiland dichters, en tot het begin van deze eeuw was de IJslandse cultuur zelfs vrijwel uitsluitend een poetische cultuur. Als gevolg van de achtereenvolgende overheersingen door Noorwegen en Denemarken was het toch al geisoleerde eiland eeuwenlang zo goed als afgesloten van de politieke en culturele ontwikkelingen op het continent. Men koesterde de eigen taal, en de grote nationale gedichten als de Saga’s en de Edda, die aan het eind van de middeleeuwen ontstonden, als het onvervreemdbaar erfgoed uit een ‘Gouden Tijd’. Hierdoor ontstond in de loop van de tijd een romantische, sterk nationalistisch getinte dichtkunst, geinspireerd op de oude vormtradities. Pas na de Tweede Wereldoorlog drong het internationale modernisme krachtig tot het eiland door, wat tot een opbloei van de andere kunsten leidde en tot een revolutie in de IJslandse poezie. Onder invloed van dichters als Lorca, Eliot en Pound werden de oude vormen en thema’s plotseling losgelaten, met alle felle discussies en polemieken tot gevolg. Inmiddels is de IJslandse poezie individualistisch en meerstemmig als overal elders, al heeft ze een geheel eigen sfeer en speelt de traditie, meer dan ergens anders, nog altijd een grote rol. In de dertigjarige geschiedenis van Poetry International trad nooit een dichter uit IJsland op tijdens het festival. Dit jaar wordt speciale aandacht besteed aan de IJslandse poezie: op 17 juni, de dag waarop de IJslanders hun onafhankelijkheid vieren, zullen vijf van de belangrijkste hedendaagse IJslandse dichters optreden, onder wie Sj’on, die ook de tekstschrijver van Bj”ork is.
De Nieuwe Wereld van de Caribische poezie
De Caribische zee heeft vele dichters voortgebracht, onder wie zelfs twee Nobelprijswinnaars, in 1960 Saint-John Perse en in 1992 Derek Walcott. De geschiedenis van kolonialisme en slavernij, van het verzet daartegen en van de uiteindelijke dekolonisatie en diaspora, heeft ertoe geleid dat in de Cariben een opzienbarende hoeveelheid talen wordt gesproken: naast verschillende varianten van het Creools en verschillende Europese talen (Frans, Engels, Spaans, Nederlands), ook nog het Papiaments en diverse pidgintalen. De mengeling van literaire invloeden uit Europa, Afrika en Noord-Amerika zijn door Derek Walcott vergeleken met de resten van een Oude Wereld, die aan de stranden van een Nieuwe Wereld zijn aangespoeld. De Caribische dichter is een Robinson Crusoe die deze resten niet als wrakstukken van zich af werpt, maar ze gebruikt om iets nieuws van te maken. Hij laat zich niet ketenen aan het verleden noch aan een geloof in de vooruitgang, maar verkiest een vervloeiende, samengestelde, gefantaseerde identiteit en een poetica van tegenwoordigheden, van plaats; waarin de Caribische vulkanen, koralen, orkanen en stranden een grote rol spelen. Met name dankzij drie lange epische gedichten – ‘Les Indes’ (1955) van ‘Edouard Glissant, ‘Omeros’ (1990) van Derek Walcott en ‘Turner’ (1994) van David Dabydeen – is die Nieuwe Wereld in de internationale poezie een belangrijke plaats in gaan nemen. Glissant en Dabydeen zijn op het festival te gast, samen met drie andere groten uit de Caribische poezie: Kamau Brathwaite, Lorna Goodison en Olive Senior.
Een programma rond het werk van Zbigniew Herbert (1924-1998)
De vorig jaar overleden Pool Zbigniew Herbert behoort tot de grote twintigste-eeuwse dichters van wie de ideeen de glans van het universele hebben en moeiteloos de grenzen van hun eigen cultuur overstijgen. Zijn bewogen, filosofisch en historisch georienteerde gedichten werden dan ook in bijna alle Europese talen vertaald, en zijn van grote invloed gebleken op talloze hedendaagse dichters. In juni 1999 verschijnen Zbigniew Herberts ‘Verzamelde gedichten’ bij uitgeverij De Bezige Bij, in de vertaling van Nijhoffprijswinnaar Gerard Rasch. Het is de eerste complete uitgave van Herberts poezie ter wereld. Rond de presentatie van dit monumentale boek aan de Poolse ambassadeur organiseert Poetry International een programma waarin een aantal bekende dichters hun favoriete Herbert-gedicht voorleest en iets over de dichter en zijn invloed op hun werk vertelt. Verder zullen er geluidsopnamen van voordrachten van Zbigniew Herbert te horen zijn en muziek die een rol in zijn werk speelt, en wordt er een unieke film van de Duitse documentairemaaktster Leonore Ditzen vertoond, gemaakt tijdens een verblijf van de dichter in Berlijn, eind jaren zestig.
Twee grootmeesters van de Nederlandstalige poezie: Hugo Claus en Gerrit Kouwenaar
Op het festival zullen twee van de belangrijkste en invloedrijkste dichters uit het Nederlandse taalgebied, die in hun werk tevens twee volstrekte tegenpolen zijn, centraal staan in een speciaal programma. Hugo Claus leest voor uit zijn nieuwe bundel ‘Wreed geluk’, die vlak voor het festival verscheen, en gaat met criticus en essayist Cyrille Offermans in gesprek over zijn werk. Gerrit Kouwenaar, van wie in 1998 ‘Helder maar grijzer. Gedichten 1978-1996’ en ‘Een glas om te breken’ verschenen, spreekt met criticus Hans Groenewegen en leest voor uit zijn recente werk.
Meelezen
Poetry International biedt het festivalpubliek een vervolg op de spoedcursus poezielezen van vorig jaar. Geen betere persoon om een gedicht mee te lezen dan een goede vertaler, want vertalen betekent uiterst precies lezen. Drie vertalers – John Irons, Hans Boland en Gerard Rasch – lezen met het publiek een gedicht van een dichter van het festival die door hen is vertaald.
C. Buddingh’-prijs voor nieuwe Nederlandstalige poezie
Een drie- of viertal dichtbundels zal door de jury van de C. Buddingh’-prijs voor Nieuwe Nederlandse Poezie 1999 – bestaande uit Yra van Dijk, Peter de Boer en Gillis Dorleijn – worden uitgeroepen tot de mooiste van de in totaal 25 debuten van het afgelopen jaar. Een speciaal programma rond de uitreiking van de prijs biedt het festivalpubliek de bijzondere gelegenheid met deze veelbelovende nieuwe dichters kennis te maken. Zij dragen voor uit hun genomineerde debuut en een vermaard dichter gaat kort met ieder van hen in gesprek, waarna de prijswinnaar bekend zal worden gemaakt.
De tweehonderdste geboortedag van Alexandr Poesjkin
Alexandr Poesjkin (1799-1837) wordt in Rusland ‘de Zon van onze Literatuur’ genoemd. Nog steeds kent iedere Rus gedichten van hem uit het hoofd. Zijn werk is van grote invloed geweest, en niet alleen op vele Russische schrijvers. In Nederland is hij merkwaardig genoeg veel minder bekend dan zijn literair nageslacht. Op 26 mei 1999 is het tweehonderd jaar geleden dat Poesjkin werd geboren. Ter gelegenheid van dit feit zal Hans Boland – vertaler en biograaf van Poesjkin – samen met fotograaf Gerrit Oorthuys in de Rotterdamse Schouwburg een kleine Poesjkin-expositie inrichten. Op de expositie zal een reportage te horen zijn van VPRO-radio over leven en werk van Poesjkin en over de plekken in Petersburg die aan hem herinneren. Hans Boland zal daarnaast samen met geluidskunstenaar Mat Wijn een hoorspelversie brengen van een van Poesjkins gedichten.
Onvertaalbare gedichten
Alle landen en talen hebben hun eigen specifieke woorden, cultureel bepaalde achtergronden en sfeer. Daardoor zijn sommige zaken wellicht niet of nauwelijks in een andere taal uit te drukken. Acht dichters uit verschillende landen lezen een volgens hen onvertaalbaar gedicht van zichzelf voor en proberen uit te leggen waarom dat gedicht niet in een andere taal is over te brengen.
Vertaalprojecten gewijd aan Slavko Mihalic en Willem Jan Otten
Dichters die te gast zijn op het festival vertalen tijdens een aantal sessies werk van twee van hun collega’s naar hun eigen taal. De resultaten worden op de laatste dag van het festival gepresenteerd tijdens een gratis toegankelijk programma in de tuin van Cafe Floor.
Poetry International wijdt een vertaalproject aan het in Nederland nog onbekende werk van Slavko Mihalic (Karlovac, 1928). Mihalic geldt als de belangrijkste naoorlogse dichter in Kroatie. Naast verhalen, essays en toneel, publiceerde hij negentien bundels gedichten waarvan sommige in zijn land al voor klassiek doorgaan. Zijn poezie werd in talloze talen vertaald. Grote verzamelbundels verschenen onder andere in Amerika, Canada, Duitsland, Polen en Hongarije. Het vertaalproject staat onder leiding van Nada Pinteric en Roel Schuyt.
Willem Jan Otten zweeg na zijn zevende bundel ‘Paviljoenen’ ruim zeven jaar als dichter. In 1998 publiceerde hij de omvangrijke en indrukwekkende bundel ‘Eindaugustuswind’. Onder leiding van Francis Jones wordt ook aan het werk van Otten een vertaalproject gewijd.
Doorfluisteringen
Het wezen van de poezie is dat wat bij vertaling verloren gaat, heeft de Amerikaanse dichter Robert Frost ooit gezegd. Wanneer de vertaler zich concentreert op het evenaren van klank en ritme van het origineel, gaan betekenissen verloren, en omgekeerd gaat het vasthouden aan de betekenissen meestal ten koste van de taalmuziek. Het is de taak van de vertaler de verliezen zoveel mogelijk te beperken. Wat de gevolgen van vertalen kunnen zijn, wordt gedemonstreerd in het project Doorfluisteringen, waarin dit jaar een gedicht van Hugo Claus van de ene taal naar de andere taal zal worden overgezet, om op de slotdag van het festival terug te keren in het Nederlands.
Poetry in the Afternoon (gratis middagprogramma’s)
Op 14, 15, 16 en 17 juni zullen gratis toegankelijke middagprogramma’s plaatsvinden in de tuin van Cafe Floor. Dichters van het festival geven alvast een voorproefje van wat er in de avondprogramma’s te genieten zal zijn en gaan op informele wijze in gesprek over verschillende thema’s: de Nieuwe Wereld en de Caribische poezie, poezie en de zoektocht naar het nieuwe, poezie en gehoor, poezie en de traditie.
Deelnemende dichters Poetry International 1999
Anneke Brassinga (Nederland), Kamau Brathwaite (Barbados), Nina Cassian (Roemeni”e), Chen Li (Taiwan), Hugo Claus (Belgi”e), David Dabydeen (Guyana), Vilborg Dagbjartsd’ottir (IJsland), Didda (IJsland), Anne Feddema (Nederland,Friesland), ‘Edouard Glissant (Martinique), Lorna Goodison (Jamaica), Robert Gray (Australi”e), Durs Gruenbein (Duitsland), Haji Gora Haji (Zanzibar), Ismail Kadare (Albani”e), Brendan Kennelly (Ierland), Gerrit Kouwenaar (Nederland), Alexander Leontjev (Rusland), Thomas Lynch (Verenigde Staten), Hanny Michaelis (Nederland), K. Michel (Nederland), Slavko Mihalic (Kroati”e), Alvaro Mutis (Colombia), Cees Nooteboom (Nederland), Baldur @skarsson (IJsland), Albert Ostermaier (Duitsland), Willem Jan Otten (Nederland), Miquel de Palol (Spanje, Cataloni”e), Olive Senior (Jamaica), Sj’on (IJsland), Paulo Teixeira (Portugal), Galsan Tschinag (Mongoli”e), Linda Vilhj’almsd’ottir (IJsland), Elly de Waard Nederland), Adam Zagajewski (Polen). Poetry slam: Bastian Boettcher (Duitsland), Ruben van Gogh (Nederland), Hagar Peeters (Nederland), Boris Preckwitz (Duitsland), Tracy Splinter (Zuid-Afrika).
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 15 May 1999 00:44:46 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Med: 9905.20: Rectificatie 9905.04
====================
Rectificatie 9905.04
====================
In de e-mailversie van Neder-L-bulletin 9905.a is in artikel 9905.04 een activiteit van de stichting Kalander aangekondigd voor zondag 6 juni. Deze datum is onjuist: de bijeenkomst in het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam vindt plaats op zaterdag 12 juni 1999 (zoals wel correct wordt vermeld in de webversie van artikel 9905.04):
12 juni Lezing ‘De vele gezichten van Bontekoe’ door drs. G. Verhoeven, D. Wildeman en dr. P. Verkruijsse
Plaats: Amsterdam, Nederlands Scheepvaart Museum
Aanvang: 13.00 uur
Entree: NLG 25,- (donateurs: NLG 20,-; wanneer u behalve de lezing ook het museum wilt bezoeken, betaalt u NLG 14,50 extra – bezitters van een museumjaarkaart hebben gratis toegang tot het museum; maximumaantal deelnemers: 20 personen)
13.00 uur Inleiding over de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaartmuseum in Amsterdam door de bibliothecaris D. Wildeman
13.30 uur Lezing door drs. Garrelt Verhoeven: De vele gezichten van Bontekoe
14.30 uur Lezing en demonstratie door dr. Piet Verkruijsse over het onderzoek naar de uitgaven van het Journaal van Bontekoe aan de hand van de uitgaven uit de collectie van het NSM.
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl (voor | | neerlandistiek op het Web), of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9905.b --------------------------*
Laat een reactie achter