Ingenieur V. heeft een hekel aan mij; hij meent dat ik een extreemlinkse activist ben en stuurt brieven aan mijn werkgever waarin hij aandringt op mijn ontslag. Wat heb ik gedaan? Ik heb ooit een stukje geschreven waarin ik erop wees dat ir. V. lid was van een clubje taalzuiveraars die ook lid waren van organisaties als het Nederlands Blok en de Centrumpartij. Een clubje dat er bovendien nare ideeën op nahield, zoals dat het Nederlands de enige taal zou moeten zijn in het openbare leven, en dat minderheidstalen zoals het Fries, het Turks en de Nederlandse Gebarentaal niet zouden moeten worden gebruikt. Dat ik dat opschreef, maakt mij tot een linkse extremist.
Dat was alweer een eeuwigheid geleden, vóór 6 mei van dit jaar. Inmiddels mag zoals bekend eindelijk alles gezegd worden. En maken zelfs volkomen respectabele mensen gebruik van dat recht om zonder kennis van zaken een mening tot beleid te verheffen. Zoals de opstellers van het regeerakkoord die schrijven:
Prioriteit moet worden gegeven aan het leren van Nederlands, daarom wordt de regeling Onderwijs in Allochtone Levende Talen [OALT] afgeschaft.
Inmiddels mag je dus niet alleen vrolijk voorbijgaan aan de mogelijkheid dat allochtone talen een waarde vertegenwoordigen in een beschaafde samenleving – ik ben bereid toe te geven dat dit eerder een politieke mening is dan een feit – en mag je bovendien weer vrijelijk suggereren dat het OALT niets bijdraagt aan het leren van Nederlands, ja daar misschien zelfs mee in conflict is (maar dat gaat zonder enige kennis van zaken voorbij aan een enorme berg onderzoek dat naar deze kwestie is gedaan en die iets anders suggereert).
Nog iets verder ging het gemeenteraadslid van Leefbaar Rotterdam Michiel Smit, die in juli binnen een week twee keer in het nieuws kwam. De eerste keer protesteerde hij tegen het feit dat de gemeente Rotterdam overheidsbrochures vertaalde in allochtone talen. Dat ontmoedigde volgens hem de buitenlanders die Nederlands zouden willen leren. Op de website van Leefbaar Rotterdamzegt hij:
Communicatie van de overheid moet alleen in het Nederlands plaatsvinden, hiermee stimuleer je noodzaak om ook goed de taal te leren onder nieuwkomers.
Alsof niet vrijwel elke nieuwkomer die noodzaak voelt! En het probleem is eerder dat er nog steeds onvoldoende mogelijkheden zijn om dat Nederlands te leren. (Je zou bijvoorbeeld kunnen beginnen door de Nederlandse tekst van een overheidsbrochure te vergelijken met de vertaling in je eigen taal.)
Aangemoedigd door het succes dat hij met deze mening had, verkondigde hij een paar dagen later dat preken in de moskee voortaan alleen nog maar in het Nederlands mochten worden gehouden. “Of in het Fries”. Daarmee meende hij dus te mogen ingrijpen in de persoonlijke sfeer en daar ook te mogen voorschrijven welke taal men er sprak: spreek Nederlands! (“Of Fries.”)
Op de zojuist al geciteerde website van zijn fractie formuleert Smit trouwens ook nog een persoonlijk ideaal:
Een einde aan alle overheidsdoctrine, dat de multiculturele samenleving zo mooi is, dat maken we zelf wel uit.
Vanuit het standpunt van Smit was het Taalkundige Manifest Het Multiculturele Voordeel dat enkele taalkundigen vorig jaar uitbrachten dus een puur staaltje overheidspropaganda. Dat lijkt me overdreven, al heb ik dat manifest indertijd niet onderschreven. Of multiculturaliteit een voordeel is, of een multiculturele samenleving mooi is, is een politieke vraag. Dat maakt de democratie uit, niet de wetenschap – dat zullen degenen die wel ondertekenden ook zeggen.
Daar staat tegenover dat de tijden nu wel erg drastisch zijn veranderd, en dat meneer Smit en de opstellers van het regeerakkoord nu juist weer lijken te denken dat wat wetenschappelijke onderzoekers hebben gedaan in de loop der tijden volkomen irrelevant is. Dat je ‘links’ bent, of ‘paars’, of zelfs ‘extreemlinks’ als je wijst op de toch aanzienlijke hoeveelheid kennis en inzicht die uit wetenschappelijk onderzoek is voortgekomen, zoals dat aandacht voor de eigen taal het onderwijs in een vreemde taal als het Nederlands eerder baat dan schaadt.
Het wordt dus tijd dat taalkundigen in actie komen. Dat we met zijn allen – ik geloof in ieder geval niet dat er taalkundigen bestaan die van mening zijn dat het heilzaam is om alleen nog onderwijs in het Nederlands te geven – nu eens ‘de straat opgaan’. Dat we dat doen met de enige middelen die ons als onderzoekers passen: voorlichting geven, onderzoeksresultaten voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk maken, laten zien dat iedereen natuurlijk van alles en nog wat over taal mag beweren, maar dat sommige meningen niet stroken met wat we redelijkerwijs weten. Je gaat regeringsbeleid toch ook niet baseren op de gedachte dat wiegendood het resultaat is van hekserij. En dat mensen die voor heksen opkomen allemaal op zijn minst vegetariërs, maar waarschijnlijk gevaarlijke linkse extremisten zijn.
Laat een reactie achter