Subject: | Neder-L, no. 0511.b |
From: | Ben Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Thu, 1 Dec 2005 16:33:02 +0100 |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-Veertiende-jaargang------ Neder-L, no. 0511.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Med: 0511.32: Brabants woordenboek (WBD) na ruim veertig jaar klaar | | (2) Med: 0511.33: Uitreiking Taalunie Scriptieprijs op vr 9 december | | 2005 te Nijmegen | | (3) Lit: 0511.34: Alle zeven Vlaamse delen van de dialectenreeks 'Taal | | in stad en Land' thans voltooid | | (4) Lit: 0511.35: Pas verschenen: Ewoud Sanders. Aarsrivalen, scheld- | | karbonades en terminale baden. (Amsterdam, 2005) | | (5) Lit: 0511.36: Pas verschenen: Nicoline van der Sijs. De geschiedenis| | van het Nederlands in een notendop. (Amsterdam, 2005) | | (6) Lit: 0511.37: Pas verschenen: Rita Ghesquiere. 'Literaire | | Verbeelding'. (Leuven, 2005) | | (7) Lit: 0511.38: Te verschijnen: Redekunstige Grondslag van | | Verstandhouding/Logische Grundlage der Verstaendigung,| | (van Frederik van Eeden,) Nederlands/Duitse | | paralleleditie, (...) door W.H. Vieregge, H.W. | | Schmitz en J. Noordegraaf. (Stuttgart, 2005) | | (8) Sym: 0511.39: Themadag TST-centrale: 'Nederlandstalige lexica', | | Rotterdam, do 8 december 2005 | | (9) Sym: 0511.40: Symposium 'Jeugdliteratuur en andere media', Tilburg, | | wo 25 januari 2006 | |(10) Sym: 0511.41: Studiedag 'Spiegels van Staatsbelang. Kunst en | | literatuur in de Republiek als deugdenspiegel voor | | stadsregenten (1600-1750)', Utrecht, vr 13 jan. 2006 | |(11) Ten: 0511.42: Tentoonstelling 'Hora est! On dissertations', Leiden, | | do 8 december 2005 - vr 4 februari 2006 | |(12) Col: 0511.43: Column Willem Kuiper, no. 66: De moeder die haar kind | | opat | |(13) Informatie over Neder-L | | | *------------------------- -------do-30-november-2005-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 25 Nov 2005 16:13:21 +0100
From: Communicatie <Info@communicatie.ru.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051132.html
Subject: Med: 0511.32: Brabants woordenboek (WBD) na ruim veertig jaar klaar
===============================================
Brabants woordenboek na ruim veertig jaar klaar
===============================================
Aan het Woordenboek van de Brabantse Dialecten is jarenlang gewerkt op de universiteiten van Leuven en, met name, die van Nijmegen, bij het Nijmeegs Centrum voor Dialect- en Naamkunde (NCDN). In 1961 begon prof. Toon Weijnen aan dit imposante project; generaties student-assistenten hebben eraan meegewerkt. Vele kaartenbakken en fiches verder is de klus dan nu geklaard, tegen de verwachting van velen in.
Samen met het Woordenboek van de Limburgse Dialecten, dat over twee jaar zal worden afgerond, is het WBD waarschijnlijk wel het langst lopende project aan deze universiteit geweest. De komende twee jaar zullen beide woordenboeken nog worden gedigitaliseerd, maar het werkelijk grote dialectverzamelen door wetenschappers komt hiermee tot een einde.
Nieuwe projecten, zoals het Woordenboek Gelderse dialecten (waarvan vorige week het eerste deel verscheen en dat in totaal niet meer dan zes delen zal kennen, in zes jaar bijeen te brengen door 1,5 fte), zullen nooit meer een dergelijke omvang en diepgang kennen. De publieke belangstelling voor dialecten is dan nog wel steeds groot, maar subsidiegevers en universiteiten zijn voor dergelijke megaprojecten niet meer te porren.
Om de voleinding van dit monnikenwerk te vieren organiseert de Stichting Het Brabants op vrijdag 2 december een studiedag, waarop onder anderen oud-minister president en ‘Geldroppenaar’ Dries van Agt een feestrede zal houden.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Tue, 22 Nov 2005 10:53:18 +0100
From: Algemeen Secretariaat - Nederl. Taalunie <info@taalunie.org>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051133.html
Subject: Med: 0511.33: Uitreiking Taalunie Scriptieprijs op vr 9 december 2005 te Nijmegen
===================================
(PERSBERICHT Nederlandse Taalunie
Den Haag, 21 november 2005)
Wie wint de Taalunie Scriptieprijs?
===================================
Op 9 december 2005 wordt in Nijmegen de Taalunie Scriptieprijs uitgereikt voor een scriptie over taalkunde/taalbeheersing.
De prijs van EUR 2250 wordt jaarlijks uitgereikt, afwisselend voor een scriptie over een letterkundig onderwerp en een onderwerp op het gebied van taalkunde/taalbeheersing. Met de Scriptieprijs wil de Taalunie studenten Nederlands stimuleren om een kwalitatief zeer hoogstaand Nederlands wetenschappelijk eindwerk te schrijven.
Een jury bestaande uit vijf deskundigen op het terrein van de taalkunde/taalbeheersing wijst de winnaar van de Taalunie Scriptieprijs aan. De Scriptieprijs wordt in twee rondes gekozen: in een eerste ronde wordt per universiteit een winnaar aangeduid. Acht studenten wonnen deze intra-universitaire Scriptieprijs en dingen nu mee naar de interuniversitaire Scriptieprijs.
De genomineerden in alfabetische volgorde:
- Linsey Bertels (Katholieke Universiteit Leuven)De verwerving van het Nederlandse werkwoordsysteem door volwassen studenten Nederlands voor anderstaligen. Een corpusgebaseerde studie
- Kim Heylen (Universiteit Antwerpen)De 10-jarigen van vandaag, de geletterde sprekers en schrijvers van morgen: een analyse van 3 lexicale quanta in spreker en schrijven van kinderen
- MaartenJan Hoekstra (Universiteit van Amsterdam)Van alkoof tot zolder. De etymologie van ruimtebenamingen
- Maartje Janssen (Radboud Universiteit Nijmegen)Het gebruik van hun als subject. Een sociolinguistische studie
- Janet Lassche (Vrije Universiteit Amsterdam)De [hoeven maar te + infinitief] en-constructie en de [hoeven maar te + infinitief] of-constructie. Een onderzoek naar de verschillen tussen deze constructies
- Karin Pijper (Universiteit Leiden)Als ik dat zeg … Analyse en beoordeling van argumentatie in de speeches van het ministerie BKZ
- Katrien De Valck (Universiteit Gent)De taalattitudes van tweetalige jongeren in de rand rond Brussel
- Janneke Wilting (Universiteit van Tilburg) Visuele expressies van emoties in congruente en incongruente condities. Een onderzoek naar de productie en perceptie van emotionele gezichtsuitdrukkingen via de Velten Mood Induction Procedure
Uitreiking
De Taalunie Scriptieprijs wordt uitgereikt op vrijdag 9 december 2005 in de Aula van de Radboud Universiteit Nijmegen tijdens de VIOT-conferentie (http://www.let.ru.nl/viot2005/). De uitreiking van de prijs wordt voorafgegaan door de afsluitingsrede van de conferentie. Deze wordt uitgesproken door prof. dr. Frits van Oostrom.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 22 Nov 2005 10:54:28 +0100
From: Dirk Demuynck <Dirk.Demuynck@lannoo.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051134.html
Subject: Lit: 0511.34: Alle zeven Vlaamse delen van de dialectenreeks 'Taal in stad en Land' thans voltooid
=================
Vlaamse dialecten
=================
Bij uitgeverij Lannoo zijn zopas de laatste delen verschenen van een zevendelige reeks boekjes over de dialecten in Vlaanderen. In deze reeks, de Vlaamse pendant van de Nederlandse reeks “Taal in stad en land”, verschenen vorig jaar al delen over het ‘Belgisch-Limburgs’ (Rob Belemans en Ronny Keulen, ISBN 90-209-5855-0), het ‘Frans-Vlaams’ (Hugo Ryckeboer, 90-209-5856-9) en het ‘Brussels’ (Sera De Vriendt, 90-209-5877-7).
De reeks is nu voltooid met het ‘West-Vlaams’ (Magda Devos en Reinhild Vandekerckhove, 90-209-6051-2), het ‘Oost-Vlaams’ (Johan Taeldeman, 90-209-6048-2), ‘Vlaams-Brabants en Antwerps’ (Miet Ooms en Jacques Van Keymeulen, 90-209-6047-4)) en ‘Stads-Antwerps’ (Georges De Schutter en Jan Nuyts, 90-209-6052-0).
De reeks stond onder redactie van Nicoline van der Sijs. Alle delen kosten EUR 12,50.
Meer informatie: http://www.lannoo.com.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 22 Nov 2005 12:31:10 +0100
From: Prometheus, via <salemans@neder-l.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051135.html
Subject: Lit: 0511.35: Pas verschenen: Ewoud Sanders. Aarsrivalen, scheldkarbonades en terminale baden. (Amsterdam, 2005)
==============
Pas verschenen
==============
Ewoud Sanders. Aarsrivalen, scheldkarbonades en terminale baden. Amsterdam: Uitgeverij Prometheus/NRC Handelsblad, 2005. ISBN 90-446-0824-x, EUR 7,50.
Er zijn tegenwoordig meer Nederlanders die ‘mond-op-mondreclame’ schrijven dan ‘mond-tot-mondreclame’, wat het eigenlijk moet zijn. En ook de verbinding ‘middelpuntvliegende kracht’ (voor ‘middelpuntvliedende kracht’) komt vaker fout dan goed voor, net als ‘ongewenste intimidatie’ (voor ‘ongewenste intimiteit’).
Dit blijkt uit een boek van Ewoud Sanders dat vandaag verschijnt. In ‘Aarsrivalen, scheldkarbonades en terminale baden’ heeft Sanders woorden en uitdrukkingen in kaart gebracht waarvan de schrijfwijze is beinvloed door een ander woord. Zo is het foutieve ‘mond-op-mondreclame’, dat tegenwoordig in 69 procent van de gevallen fout wordt geschreven, beinvloed door ‘mond-op-mondbeademing’. Sanders spreekt in dit verband van ‘woordinfecties’.
Die woordinfecties komen niet alleen op internet voor – waar weinig controle is op teksten – maar ook in kranten en tijdschriften. Zo is in kranten de afgelopen tien jaar ruim 6500 maal ‘minutie’ aangetroffen, in plaats van ‘munitie’. Andere veelvoorkomende foutspellingen zijn ‘orgineel’ voor ‘origineel’ (ruim 1,2 miljoen maal op internet), ‘recentie’ voor ‘recensie’ (ruim 200.000 maal) en ‘kunstof’ voor ‘kunststof’ (meer dan 180.000 vindplaatsen).
In totaal heeft Sanders ruim vijfhonderd woordinfecties in twaalf thematische hoofdstukken bij elkaar gezet. De meeste zijn te vinden op het gebied van sport (‘aarsrivalen’, ‘voetbalstadium’), medische onderwerpen (‘bloedtransplantatie’, ‘bloedvatverwijderaar’, ‘slachtader’) en culinaire zaken (‘slalade’, ’tamponade’ en ‘sherrytomaatjes’). Sanders toont aan dat dergelijke verhaspelingen op alle niveaus voorkomen – bijvoorbeeld ook in stukken van de Eerste en Tweede Kamer. Daarin vinden we onder meer woordinfecties als ‘drankhek’, ‘indentiteit’, ‘intergreren’ en ‘legimitatiebewijs’. Het woord ‘scheldkarbonade’, dat in de titel van het boek voorkomt, is aangetroffen in een proces-verbaal van de politie Haaglanden.
Het is voor het eerst dat verhaspelingen in het Nederlands op deze schaal zijn onderzocht.
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 28 Nov 2005 10:53:43 +0100
From: Patrick Willemsen <redactieassistent@pbo.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051136.html
Subject: Lit: 0511.36: Pas verschenen: Nicoline van der Sijs. De geschiedenis van het Nederlands in een notendop. (Amsterdam, 2005)
==============
Pas verschenen
==============
Nicoline van der Sijs. De geschiedenis van het Nederlands in een notendop. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2005. ISBN 90-351-2840-0, 176 blz., EUR 9,95.
Waarom leren we op school dat ‘hij vindt’ met ‘dt’ moet, maar ‘ik vind’ met een ‘d’? Sinds wanneer wordt het door velen verfoeide ‘hun hebben’ gezegd? Waarom geldt ‘peerd’ voor ‘paard’ als dialect of plat? Welke nieuwe woorden zijn te danken aan de VOC? Welke leenwoorden heeft het Nederlands overgenomen van de Spanjaarden tijdens de Nederlandse Opstand? Sinds wanneer bestaan er spellinggidsen en woordenboeken van het Nederlands?
In ‘De geschiedenis van het Nederlands in een notendop’ wordt de ontstaansgeschiedenis beschreven van het Nederlands zoals wij het dagelijks gebruiken. Ieder hoofdstuk bestaat uit twee delen: een over de ontwikkelingen binnen het Nederlands en een over de invloed van vreemde talen. Het gedeelte over de ontwikkelingen binnen het Nederlands bevat aparte paragrafen over klankveranderingen, spelling, woordvormen, nieuwe woorden, en zinsdelen en zinnen.
Nicoline van der Sijs is etymoloog. Zij publiceerde diverse boeken over de herkomst van woorden en de geschiedenis van de Nederlandse taal, waaronder het Van Dale Groot Leenwoordenboek en Taal als mensenwerk. Tevens is ze hoofdredacteur van Van Dale’s Etymologisch woordenboek en vaste medewerker van Onze Taal.
‘Wat Loe de Jong is voor de Nederlandse bezettingsjaren, wat Gerrit Komrij is voor de Nederlandse gedichten (…), dat is Nicoline van der Sijs voor de Nederlandse woorden.’
Hugo Brandt Corstius, NRC Handelsblad.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 21 Nov 2005 12:14:58 +0100
From: Rachelle Briers <Rachelle.Briers@acco.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051137.html
Subject: Lit: 0511.37: Pas verschenen: Rita Ghesquiere. 'Literaire Verbeelding'. (Leuven, 2005)
==============
Pas verschenen
==============
Rita Ghesquiere. Literaire Verbeelding. Leuven: uitgeverij ACCO, 2005. ISBN 903345954X, 448 blz., EUR 32.00.
Enkele weken geleden verscheen bij Uitgeverij Acco het boek ‘Literaire Verbeelding’ van de auteur Rita Ghesquiere. Dit boek beschrijft de ontwikkeling van de literatuur in West-Europa vanaf de Grieks-Romeinse oudheid tot in de achttiende eeuw. Tussenhaltes zijn de middeleeuwen, het trecento-quattrocento, de Renaissance en de barok.
In een inleiding wordt telkens de politiek-sociale context geschetst. Hoe zag de samenleving eruit in de betrokken periode? Hoe dacht men over de grote levensvragen? Tegen die achtergrond worden dan de klassieke auteurs en werken geplaatst, maar er is ook aandacht voor cultuurgebonden modellen en voor de taal van de literatuur. Rode draden in het betoog zijn verder het secularisatieproces, literatuur en politiek en de mimesisproblematiek. Een mix van klassieke en minder bekende teksten geeft smaak aan het geheel.
De auteur, Rita Ghesquiere is gewoon hoogleraar en doceert het vak Inleiding tot de Studie van de Europese Literatuur en Cultuur aan studenten uit de eerste bachelor van de faculteit Letteren aan de K.U.Leuven (Belgie) en in Kortrijk (Belgie).
Nadere informatie over het boek (met o.a. een inhoudsopgave en het eerste hoofdstuk van het boek): http://www.acco.be/acco_publishing/book/book_detail.php?qs_book_id=121507.
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 25 Nov 2005 16:13:21 +0100
From: Communicatie <Info@communicatie.ru.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051138.html
Subject: Lit: 0511.38: Te verschijnen: Redekunstige Grondslag van Verstandhouding / Logische Grundlage der Verstaendigung, (van Frederik van Eeden,) Nederlands/Duitse paralleleditie, (…) door W.H. Vieregge, H.W. Schmitz en J. Noordegraaf. (Stuttgart, 2005)
=======================================================
Te verschijnen:
Nieuwe Nederlands/Duitse editie werk Frederik van Eeden
=======================================================
Redekunstige Grondslag van Verstandhouding / Logische Grundlage der Verstaendigung, Nederlands/Duitse paralleleditie, uitgegeven, becommentarieerd en geinterpreteerd door Wilhelm H. Vieregge, H. Walter Schmitz en Jan Noordegraaf, ISBN: 3-515-8400-2. Gebaseerd op de 1e editie (1897) en 2e editie (1975) met inleiding door Bastiaan Willink, te verschijnen in 2005 in de serie ‘Beihefte’ van ‘Zeitschrift fuer Dialektologie und Linguistik, Steiner Verlag Stuttgart. Recensie-exemplaren verkrijgbaar bij de uitgever: Steiner Verlag, Stuttgart: Dr. T.Schaber; e-mail: tschaber@steiner-verlag.de
In december 2005 verschijnt bij uitgeverij Steiner Verlag, Stuttgart, de derde editie van de Redekunstige Grondslag van Verstandhouding Logische Grundlage der Verstaendigung, Nederlands/Duitse paralleleditie, vertaald door Wilhelm H. Vieregge en H. Walter Schmitz.
Frederik van Eeden (1860-1932), dichter, prozaist, essayist en toneelschrijver, bij velen misschien bekend van het symbolisch sprookje ‘De kleine Johannes’, of de roman ‘Van de koelen meren des doods’, en minder vanwege zijn wijsgerig werk. Sterker nog: Van Eedens ‘Redekunstige Grondslag van Verstandhouding’ is internationaal gezien zo goed als onbekend. “Ten onrechte”, meent Wilhelm H. Vieregge, auteur en commentator van het Nederlandstalige deel: “Het gaat om een tekst die in de cultuur- en ideeengeschiedenis een plaats verdient naast Wittgensteins (later verschenen) ‘Tractatus’. De bijzonder belangwekkende psychologische en filosofische inzichten die in de ‘Redekunstige Grondslag’ worden aangereikt, maken de boodschap van het werk voor de mens van de eenentwintigste eeuw onmiskenbaar zinvol.”
In deze paralleleditie wordt de tekst opnieuw uitgegeven. Het commentaar en de interpretatie gaan, waar nodig, op onduidelijke of niet gemakkelijk te begrijpen tekstpassages in en plaatsen de ‘Redekunstige grondslag’ in een breder kader. Duidelijk wordt: de betekenis die Van Eedens wetenschappelijke hoofdwerk had in zijn tijd, maar vooral ook de relevantie die er in onze tijd aan moet
worden gegeven.
Auteurs
Wilhelm H. Vieregge was vanaf 1972 tot december 2000 hoogleraar fonetische wetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast is hij kenner van filosofische, literatuurwetenschappelijke en musicologische literatuur. Auteur Schmitz is hoogleraar Kommunikationswissenschaften aan de universiteit te Essen. Hij is kenner van Van Eedens werk.
Presentatie
Het boek wordt op vrijdag 9 december om 18.00 uur gepresenteerd in Boekhandel Roelants – voorheen De Oude Mol – in de Van Broekhuijsenstraat 34 te Nijmegen. Prof. dr. Peter Rietbergen, hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, zal iets zeggen over het tot stand komen en de inhoud van deze Nederlands/Duitse paralleleditie. Daarna zal auteur Vieregge het eerste exemplaar aanbieden aan Francisca van Vloten, een familielid van Van Eedens eerste vrouw Martha van Vloten.
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 23 Nov 2005 12:36:09 +0100
From: tst-centrale <tst-clvv@inl.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051139.html
Subject: Sym: 0511.39: Themadag TST-centrale: 'Nederlandstalige lexica', Rotterdam, do 8 december 2005
==============================
Lexicondag van de TST-centrale
==============================
De TST-centrale (onderdeel van het Instituut voor Nederlandse Lexiologie te Leiden) organiseert op 8 december 2005 in Rotterdam een lezingendag met workshop. De lezingen betreffen de Nederlandstalige computationele en niet-computationele lexica die door de TST-centrale ter beschikking gesteld worden. De dag is bedoeld voor mensen die professioneel met lexica werken en voor studenten.
- Tijd: 8 december 2005
- Plaats: Rotterdam Best Western Savoy Hotel, Hoogstraat 81 Rotterdam
- Meer informatie en Inschrijving: http://www.inl.nl (Afdeling TST-centrale, Activiteiten) of via de volgende link http://www.inl.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=284&Itemid=311
- Kosten: deelname is gratis
Zowel de makers als de gebruikers van de bestanden komen aan het woord. Een deel van het middagprogramma is ingeruimd voor de workshop ‘MijnLexicon’. Welke onderzoeksvragen zou u willen kunnen beantwoorden met behulp van een lexicon? Welk lexicon heeft u nodig voor de applicatie die u wilt ontwikkelen? Welke informatie moet uw lexicon bevatten? Wat is uw ideale manier van zoeken in een lexicon? Aansluitend zijn er voordrachten over verschillende initiatieven voor het aan elkaar koppelen van lexica. Aan bod komen weer een aantal lexica van TST-centrale maar ook de historische lexica van de Taalbank van het INL. Tot slot zal een applicatie die bedoeld is om lexica te unificeren en te koppelen, gepresenteerd worden.
Programma
9:00 Registratie en ontvangst
10:00 Opening
dr. Jeannine Beeken (TST-centrale, INL, Leiden)
10:15 E-lex: van vergaarbak naar vraagbaak
drs. Richard Piepenbrock (Kluwer Content Office)
10:45 E-lex als beginpunt van taaltechnologische ontwikkeling
dr. Antal van den Bosch (Taal- en Informatiewetenschappen, Faculteit Communicatie en Cultuur, Universiteit van Tilburg)
11:15 Presentatie van de promotie-cd Referentiebestand Nederlands
11:30 Het Referentiebestand Belgisch Nederlands in gebruik
lic. Sara Vancalster en lic. Piet Creten (Cel Taaladvies, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap)
12:00 Van lexicon tot lexicon: het Nederlandse PAROLE-lexicon
drs. Tilly Ruitenberg (Taalbank, INL, Leiden)
13:00 lunch
14:00 Samen sterk: e-Lex, Woordenlijst Nederlandse Taal, Referentiebestand Nederlands en Referentiebestand Belgisch Nederlands
drs. Isa Maks (TST-centrale, INL, Leiden)
14:30 Workshop MijnLexicon
Interactief, onder leiding van drs. Steven Krauwer (Uil-OTS Utrecht)
15:30 thee
16:00 De integratie van historische woordenboeken
lic. Katrien Depuydt (Taalbank, INL, Leiden)
16:30 LEXUS, een flexibele webgebaseerde lexiconapplicatie
drs. Marc Kemps-Snijders (MPI, Nijmegen)
17:00 Afsluiting + borrel
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 28 Nov 2005 13:45:16 +0100
From: Symposium Jeugdliteratuur en andere media <Acw@drcmail.uvt.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051140.html
Subject: Sym: 0511.40: Symposium 'Jeugdliteratuur en andere media', Tilburg, wo 25 januari 2006.
===========================================
Symposium ‘Jeugdliteratuur en andere media’
===========================================
Dit 20ste symposium staat in het teken van Cultuureducatie in woord en beeld, georganiseerd door de Universiteit van Tilburg, Faculteit Communicatie en Cultuur op woensdag 25 januari 2006.
Lezen is tegenwoordig heel vaak ‘digitaal lezen’. Leesbevordering moet dan ook niet meer alleen gericht zijn op het lezen van boeken, maar ook op het lezen van andere informatiedragers. De discussie over de rol die de verschillende media (moeten) spelen in de culturele socialisatie is nog in volle gang. De vraag of ze vooral hun eigenheid moeten bewaren of moeten samengaan, wordt niet eensluidend beantwoord.
De tegengestelde geluiden over de verhouding tussen (jeugd)literatuur en andere media en de plaats van de diverse media in cultuureducatie komen ook in het symposiumprogramma aan bod. Het programma bestaat uit een plenaire lezing en vijftien lezingen ondergebracht in vijf thema’s. Die thema’s zijn geent op de verschillende leeftijdsfasen in de culturele socialisatie en cultuureducatie. Vanuit verschillende perspectieven wordt aandacht geschonken aan de grote verscheidenheid aan media-ervaringen die kinderen en jongeren vandaag de dag opdoen.
Dit symposium is vooral interessant voor iedereen die zich in zijn werk of studie met jeugdliteratuur bezighoudt.
Entree: EUR 40,- voor fulltime studenten (HBO en universiteit) en EUR 115,- voor anderen
Datum: woensdag 25 januari 2006
Plaats: aula, Universiteit van Tilburg
Meer informatie: http://www.uvt.nl/faculteiten/fcc/jeugdliteratuur/
E-mail: acw@uvt.nl
Telefoon: +31 (0)13-466.30.60
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 21 Nov 2005 13:56:01 +0100
From: Kornee van der Haven <kornee.vanderhaven@let.uu.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051141.html
Subject: Sym: 0511.41: Studiedag 'Spiegels van Staatsbelang. Kunst en literatuur in de Republiek als deugdenspiegel voor stadsregenten (1600-1750)', Utrecht, vr 13 januari 2006
==================================================================
Spiegels van Staatsbelang
Kunst en literatuur in de Republiek als deugdenspiegel voor stadsregenten (1600-1750)
XVe Utrecht Renaissance Colloquium
Org.: OGC, Huizinga Instituut, Renaissance Studies (UU)
13 januari 2006, 10.30-17.00 uur, Sweelinckzaal, Drift 21, Utrecht
==================================================================
Op wat voor wijze konden vroegmoderne kunst en literatuur het publiek laten zien hoe gestreden diende te worden tegen politiek eigenbelang en ‘staatszucht’? Lieten stedelijke regenten zich regels voorschrijven over ‘goed bestuur’ door toneelschrijvers, schilders en komedianten of dienden kunst en literatuur als regentenspiegel enkel ter zelfbevestiging van de eigen opvattingen? Deze vragen zullen aan de orde komen tijdens het Utrecht Renaissance Colloquium “Spiegels van Staatsbelang” op 13 januari 2006.
De thematiek van deze studiedag sluit aan bij de toenemende belangstelling voor de stedelijke omgeving die in de vroegmoderne tijd in hoge mate bepalend was voor de ontwikkeling van kunst en literatuur in de Republiek. In de Republiek speelde het stedelijke regentendom een belangrijke rol bij de stedelijke culturele ontwikkeling en het wordt daarom hoog tijd na te gaan in hoeverre deze regenten het veronderstelde morele ‘nut’ van kunst en literatuur ook van toepassing lieten zijn op de eigen handel en wandel.
Tijdens het colloquium zal geput worden uit een grote verscheidenheid aan bronnen: politieke traktaten, emblemata, theatervoorstellingen, decoraties en schilderijen. Specialisten uit verschillende vakgebieden zullen proberen een antwoord te geven op de vraag in hoeverre kunst en literatuur maar ook politieke handboeken in de vroegmoderne tijd functioneerden als ‘deugdenspiegel’ voor de (stedelijke) magistraat.
Programma
Het programma staat onder voorzitterschap van prof. dr. Harald Hendrix (Utrecht)
10.30 u. Ontvangst en koffie
11.00 u. Matthias Weiss MA (Frankfurt) “Reason or Revelation? German Mirrors of Princes in the Wake of the Reformation.”
11.30 u. Drs. Freya Sierhuis (Florence)
“Onrecht, wraak en politieke instabiliteit – De Nederlandse wraaktragedie als een berijmde Mirror for Magistrates?”
12.00 u. Discussie
12.20 u. Lunchpauze
13.30 u. Dr. Bettina Noak (Berlijn)
“Het briesen van de olifant – Regentendeugd in Romeins gewaad”
14.00 u. Drs. Kornee van der Haven (Utrecht)
“Staatsdomheid of Vrijheidsstrijd? – De rebellie van Brutus op het Amsterdamse en Hamburgse toneel”
14.30 u. Discussie
15.00 u. Thee
15.20 u. Dr. Arnoud Visser (St Andrews)
“Het humanisme regeert – Politieke emblemata als beeldvormers en opinieleiders in de Republiek”
15.50 u. Dr. Jan Baptist Bedaux (Amsterdam)
“Spiegels van goed bestuur – De stadhuisdecoratie als deugdenspiegel voor de magistraat”
16.20 u. Discussie
16.40 u. Afsluiting door Dr. Paul Kevel (Amsterdam). Aansluitend: borrel
Locatie: Sweelinckzaal, Drift 21, Utrecht
Opgeven liefst voor 1 januari 2006 via: Kornee.vanderHaven@let.uu.nl. Tel. +31 (0)30-253.64.68
Kosten voor deelname bedragen 15 euro, inclusief koffie, thee en lunch. Medewerkers en studenten verbonden aan het OGC, het Huizinga Instituut of de Master Renaissance Studies hebben vrij toegang. De deelnemers ontvangen een syllabus met aanbevolen literatuur ter voorbereiding.
Het colloquium wordt mogelijk gemaakt mede dankzij financiele ondersteuning door NWO.
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 22 Nov 2005 12:39:42 +0100
From: Kasper van Ommen <K_van_Ommen@library.leidenuniv.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051142.html
Subject: Ten: 0511.42: Tentoonstelling 'Hora est! On dissertations', Leiden, do 8 december 2005 - vr 4 februari 2006
=====================================================
Tentoonstelling over dissertaties door de eeuwen heen
=====================================================
Hierbij nodig ik u uit aanwezig te zijn bij de opening van de tentoonstelling
Hora est!
On dissertations
op donderdag 8 december 2005 om 16.00 uur in de Universiteitsbibliotheek, Witte Singel 27, Leiden.
De tentoonstelling belicht het verschijnsel ‘dissertatie’ door de eeuwen heen, met uiteraard speciale aandacht voor de Leidse collectie dissertaties. De tentoonstelling wordt geopend door de historica en publiciste Reinildis van Ditzhuyzen (bezig met een dissertatie over het fenomeen promoveren en auteur van o.a. ‘Hoe hoort het eigenlijk?’) en door de rector magnificus van de Universiteit Leiden, prof. dr. D. Breimer.
Per jaar ronden in Nederland ruim duizend wetenschappers hun proefschrift af. Vervolgens verdedigen ze hun arbeid van jaren dan tijdens een academisch ritueel van een uur dat promotieplechtigheid heet. Slechts weinigen weten dat de promotie teruggrijpt op een middeleeuws wetenschappelijk gebruik (de ‘disputatio’) en dat het proefschrift in de 21e eeuw een elektronische verschijningsvorm heeft gekregen. Vanaf 1 januari 2006 geldt voor promovendi de verplichting om de proefschriften ook digitaal aan de Leidse universiteit aan te leveren.
In de Universiteitsbibliotheek Leiden zijn meer dan een half miljoen proefschriften aanwezig. Deze proefschriften zijn deels afkomstig van Nederlandse universiteiten, deels van een groot aantal buitenlandse universiteiten (vooral uit Frankrijk en Duitsland). Honderden daarvan zijn meer dan vier eeuwen oud. Pas dit jaar zijn de proefschriften ontdekt van een twintigtal beroemde Nobelprijswinnaars en wetenschappers, zoals Albert Einstein, Marie Curie-Sklodowska, Max Weber, Robert Oppenheimer, Luigi Pirandello, Max Planck en Niels Bohr.
De tentoonstelling is te bezichtigen tot en met 4 februari 2006 in de Tielehal van de Universiteitsbibliotheek Leiden, Witte Singel 27, tijdens de openingsuren van de bibliotheek. De bibliotheek is gesloten van 25 december 2005 t/m 1 januari 2006
De catalogus ‘Hora est! On dissertations’ [Kleine Publicaties van de Universiteitsbibliotheek Leiden, nr. 71] is te koop voor EUR 10 bij de receptie van de Universiteitsbibliotheek, Witte Singel 27, 2311 BG Leiden, telefoon +31 (0)71-527.28.00 of te bestellen via e-mail: ommen@library.leidenuniv.nl
K. De Belder, MA, MLIS
Bibliothecaris van de Universiteit Leiden
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 27 Nov 2005 01:33:17 +0100
From: Willem Kuiper <wkuiper@xs4all.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/051143.html
Subject: Col: 0511.43: Column Willem Kuiper, no. 66: De moeder die haar kind opat
=============================
Column Willem Kuiper, no. 66:
De moeder die haar kind opat
=============================
Tot de meest aangrijpende passages in De Joodse Oorlog van (Flavius) Josephus – zie http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/10/051042.html – behoort zijn beschrijving van de honger van de inwoners van Jeruzalem tijdens het beleg van Titus in het jaar 70. Was er tijdens het beleg van Jotapata een groot gebrek aan water – dat werd als het regende opgevangen en opgeslagen in onderaardse kelders – in Jeruzalem ontbrak het aan eten. Door de (burger)oorlog waren er veel meer strijders binnen de muren dan de stad kon voeden. En zoals nog altijd gebruikelijk werd ook toen en daar de schaarste niet eerlijk verdeeld. Het Recht van de Sterkste en de Wet van de Jungle leidden tot plundering van de zwakken en veroorzaakten een niet te beschrijven ellende.
In ‘Die destructie vander stat van Jherusalem’ van de Antwerpse drukker Willem Vorsterman (ca. 1525) lezen wij dat de honger zo nijpend was dat Pylatus liet omroepen dat iedereen iedereen mocht beroven, met als gevolg dat de vader het eten van zijn kind stal, en het kind het eten van zijn ouders. Totdat al het eten op was en de mensen bij hopen stierven. Dan zoomt hij in op een weduwe:
@ Hoe die van Jherusalem van grooten honger bederven, ende van der vrouwen die haer kint adt van grooten hongher.
Een luttel tijts hier nae was binnen Jherusalem soe grooten dieren tijt van spijsen, dat eenen appel seven bisanten vercocht wert, ende die lieden aten alle die beesten diese ghecrighen conden: honden, catten, ratten ende muisen. Ja dat noch meer is, si aten menschen dreck. Ende daer werdt groot ghe[D3v]ween ende gheroep in der stadt van ghebreken, want daer veel lieden van hongher storven, ja alle daghe wel hondert ende tsestich ten minsten. Ende men werpse in groote grachten buiten der stadt. Pilatus dit merckende dede uut roepen dat een iegelijck die spijse d’een den anderen namen die conden, d’welck si deden, want die vader naem’t den kinde, ’t kint den vader oft der moeder, soe langhe als’er spijse in der stadt was. Ende doe die spijse al ghegheten was, storvense met grooten hopen van hongher. Binnen die stadt van Jherusalem wo[o]nde op die tijt een weduwe, die eenen jonghen soone hadde, ende si en hadde gheen spijse als datse seer flau was. Ende bi cans doot zijnde van grooten hongher nam si haer kint, ende vierendeeldet, en[D4r]de briet dat een vierendeel aen eenen spit, om dat alsoe te eeten.
[houtsnede op Destructie D3 verso]
[http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/11/vorsterman-ca-1525.gif]
@ Hoe Pilatus van den [roost] dede halen, dien hi gheroken hadde.
Pilatus ende die coninck Archila[u]s ghinghen op dien selven dach al coutende voorbi der voorghenoemder vrouwen huis. Ende Pilatus wert den roost rieckende ende seide tot sinen dienaers: “Gaet ende besiet waer men desen roost braet, want ick luste hebbe te eten!” Die knechten ghinghen voor der voorghenoemder weduwen huis ende clopten op die dore ende men dedese terstont open. Die dienaers traden in huis ende groeteden die vrouwe ende seiden tot haer aldus: “Mijn heere Pilatus ontbiedt u dat ghi hem van uwen roost seint, die[n] ghi ghebraden hebt.” Ende die vrouwe antwoorde: “Dat wil ick gaerne doen,” ende si gaf den knechten dat een quartier van haren kinde. Ende doen die knechten dat kinde soe ghevierendeelt saghen, werdense so vervaert ende verschrickt, datse naeliex in onmacht vielen, ende riepen met vervaerder herten tot Pilatum. Ende doen’t Pilatus sach, vraechde hi hem lieden aldus: “Hoe coemdi so vervaert? En brengdi mi ghenen roost?” “Here.” spraken si, “een vrouwe heeft haer kindt gevierendeelt ende gaf ons een vierendeel, om dat ghij’t na uwen wille sout doen braden.” Ende doen Pilatus dat sach, wert hi ooc seer vervaert, ende ghinc in zijn palleis van grooten drucke te bedde ligghen, ende en stont in drie daghen niet op.
‘Die destructie vander stat van Jherusalem’ is zoals bijna alle Nederlandse teksten uit de Middeleeuwen niet oorspronkelijk, maar vertaald. De brontekst is het Franse chanson de geste ‘La venjance nostre seigneur’. Volgens de titelpagina van de editie zou deze ‘Venjance’ 12e-eeuws zijn, maar in de inleiding kan ik geen woord over de datering vinden… Als u het mij vraagt komt 13e-eeuws dichter bij de realiteit, en mijn immer behulpzame collega Jelle Koopmans geeft mij hierin gelijk: ook in de Romanistiek heeft men er een handje van teksten ouder in te schatten dan ze feitelijk zijn. Later werd dit chanson de geste ontrijmd tot ‘La vengeance de nostre-seigneur’. Deze proza-bewerking is de brontekst van de vertaling die Willem Vorsterman drukte, hem kennende vermoedelijk herdrukte. De Franse proza-versie bevat wat minder details dan de chanson de geste-versie, maar vertelt hetzelfde verhaal:
De als Maria gedoopte koningin van Afrika is na de dood van haar echtgenoot met een dienares naar Jeruzalem geemigreerd. Daar heeft zij zich bekeerd tot Jezus Christus. Op een dag wordt hun huis geplunderd van alles wat eetbaar is. Aanvankelijk houden zij zich in leven met (brand)netels uit de moestuin, maar ook dat raakt op. Als gevolg hiervan kunnen de koningin en haar dienares hun zuigelingen – de koningin heeft een dochter, de dienares een zoon – niet in leven houden. De koningsdochter sterft als eerste. De dienares stelt voor het kind niet in een knekelput te gooien, maar op te eten. En als haar zoon sterft, eten zij die ook op. De koningin weigert in alle standen, maar dan verschijnt er een engel Gods die haar gelast aan dit voorstel gehoor te geven, omdat het zo voorspeld is en dus moet uitkomen. De koningin gehoorzaamt, waarop haar dienares het kind meeneemt naar de keuken en een kwart ervan bereidt. De koningin kan amper een hap door haar keel krijgen en valt voortdurend flauw tijdens het eten. De dienares kan er beter tegen… Terwijl het kind gebraden wordt, loopt Pylatus door de stad, en krijgt de lucht in zijn neus. Hij stuurt zijn mannen op de geur af en eist een deel van de BBQ. De moeder geeft driekwart van haar ‘rauwe’ kind aan de verbijsterde soldaten en zegt dat Pylatus het zelf maar moet klaarmaken en op smaak brengen. Als Pylatus beseft wat er op zijn bord ligt, wordt hij door walging bevangen en moet hij drie dagen het bed houden.
Hoewel ‘La vengeance de nostre-seigneur’ een karikatuur is van ‘De Joodse Oorlog’ van (Flavius) Josephus is deze passage wel degelijk afkomstig uit ‘De bello judaeico’. In boek VI, hoofdstuk 3, paragraaf 4, in de prachtige vertaling van Meijer en Wes van de Griekse Josephus, lezen wij:
Een vrouw van de overzijde van de Jordaan – ze heette Maria en was een dochter van Eleazar – was met een groot aantal anderen naar Jeruzalem gevlucht, waar ze vervolgens in het beleg verzeild was geraakt. Ze kwam uit het dorp Bethezuba (dat betekent: ‘Huis van Hyssop’). Ze stond bekend als een rijke vrouw uit een goede familie. Al haar bezittingen die ze op haar vlucht uit Perea had meegenomen naar de stad, hadden de terroristenleiders haar afgepakt. Wat ze nog overhad aan kleine kostbaarheden alsmede alles wat ze aan voedsel had kunnen inslaan, was haar door hun trawanten op hun dagelijkse plundertochten ontstolen. Grote verbittering maakte zich van haar meester. Ze schold de plunderaars de huid vol en vloekte hen geweldig uit. Ze probeerde hen bewust te provoceren en zo woedend te maken dat ze haar zouden doden. Dat lukte haar echter niet, en er was ook niemand die haar uit medelijden wilde doden. Ze had er genoeg van om nog langer voor anderen op zoek te gaan naar eten – er was toch nergens meer iets te vinden. De honger tastte haar ingewanden en haar ruggemerg aan, maar erger nog dan de honger was haar allesverterende waanzinnige woede. In haar waanzin en haar vertwijfeling vergreep zij zich aan de natuur. Ze had een baby, die nog aan de borst was. Ze greep het kind vast en zei: “Rampzalig kind, waarvoor zal ik je nog langer in leven houden? Het is oorlog, er is hongersnood, onze eigen mensen staan elkaar naar het leven. Als we het uithouden totdat de Romeinen komen, wacht ons de slavernij, en zolang ze er nog niet zijn, is er de honger. En de opstandelingen zijn nog erger. Kom, geef jij mij maar eens iets te eten. De opstandelingen zullen ervoor gestraft worden, de mensen hebben er een mooi verhaal aan, het is het enige dat nog aan de ellende van de joden ontbreekt.” Ze sloeg haar zoontje dood, deed het kind in de pan en at de helft op. De andere helft dekte ze af en bewaarde ze. Onmiddellijk kwamen de opstandelingen er aan. Ze waren op de misdadige geur afgekomen en dreigden haar ter plekke te doden als ze niet op de proppen kwam met wat ze bereid had. Ze antwoordde dat ze een mooi stukje voor hen bewaard had en liet hun de restanten van haar kind zien. Toen de mannen dat zagen, bleven ze vol afgrijzen en ontzetting als aan de grond genageld staan. “Het is mijn eigen kind,” zei ze, “en ik heb het zelf klaargemaakt. Eet er maar van, zelf heb ik al gegeten. Je hoeft je toch niet nog slapper te gedragen dan een vrouw? Medelijden hoef je ook niet te hebben. Dat heeft zijn moeder ook niet. Maar als jullie zo vroom zijn en niet willen accepteren wat ik je aanbied, laten we het er dan op houden dat ik jullie portie al op heb en dat het restant dus van mij is.” Daarop gingen de mannen sidderend de deur uit. Dat was iets waartoe ze niet de moed hadden, en het was ook het enige waarvoor ze terugschrokken, al kostte het hun nog moeite genoeg dat voedsel aan de moeder te laten. De gruweldaad werd ogenblikkelijk overal in de stad bekend. Iedereen huiverde bij de gedachte dat hij het zelf gedaan zou kunnen hebben. De hongerenden wilden alleen nog maar dood. Ze prezen iedereen gelukkig die al gestorven was zonder ooit iets van al deze ellende gehoord en gezien te hebben.
Welke indruk deze passage op Jacob van M(a)erlant gemaakt heeft, is moeilijk te zeggen. Hij vertaalt haar zonder noemenswaardige veranderingen, weglatingen en toevoegingen. Daarom, en ook omdat ‘Die wrake van Jherusalem’ zeer moeilijk leesbaar is, laat ik dit citaat achterwege.
Hoewel de middeleeuwers geen greintje medelijden voelden voor de Joden in Jeruzalem hadden zij dat kennelijk wel met de moeder en haar kind. Bij Josephus doodt de moeder haar kind, in de ‘Vengeance’ sterft het kind de hongerdood, waarna de moeder niet goed weet wat met het dode kind te doen. Haar dienares stelt dan voor om het kind dan maar op te eten, en als haar zoon doodgaat ook hem op te eten. Natuurlijk weigert de koningin – in haar edele inborst is geen plaats voor kannibalistisch opportunisme – maar als een engel haar dit beveelt, gehoorzaamt zij alsnog aan de wil van God, want het was immers voorspeld.
Bij Josephus is er geen sprake van de uitkomst van een voorspelling: eens zal de/een moeder haar kind opeten. Zijn horrorstory lijkt een demonstratie van waartoe razernij de mens kan brengen. Woede – blinde woede – is een levensgevaarlijke emotie, die alle grenzen overschrijdt. De middeleeuwse mens was hiermee vertrouwd. In de ‘Roman de la Rose’ worden ‘woede’ en ‘nijd’ als levensbedreigend geportretteerd, waarbij expliciet vermeld wordt dat woede zelfs bloedverwanten niet spaart. De woedende moeie (tante) van Mariken van Nieumeghen is – net als de moeder van Josephus – een vrouw die door haar woede ‘des duivels’, en dus tot alles in staat is. Marikens tante weigert haar nichtje een veilige overnachting en maakt haar zodoende een potentieel slachtoffer van een geweldsdelict. De moeder van Josephus gaat nog verder en slaat de hand aan haar kind.
Het voorval komt ook de Romeinen ter ore. Volgens Josephus reageerden zij als volgt:
Het duurde niet lang of ook de Romeinen hoorden het bericht van deze tragedie. Sommigen weigerden het te geloven, anderen hadden medelijden, maar de meesten gingen er de Joden nog meer door haten. Caesar wees ook voor deze daad alle verantwoordelijkheid tegenover God van de hand. Hij bezwoer dat hij de Joden vrede en zelfbeschikking had aangeboden en dat hij zich bereid had verklaard hun amnestie te verlenen voor al hun misdaden. Zij waren het geweest, die hadden gekozen voor conflict in plaats van consensus, voor oorlog in plaats van vrede, voor honger en gebrek in plaats van overvloed en welvaart. Zij waren ermee begonnen eigenhandig de Tempel in brand te steken. Wij hadden die voor hen willen beschermen. Zij waren er nu ook verantwoordelijk voor dat men zich op die manier van eten voorzag. Maar hij zou ervoor zorgen dat deze misdaad tegen de mensheid, waarvan een kind nu het slachtoffer was geworden, onder het puin van de stad toegedekt zou worden en dat de zon niet langer op de aarde zou hoeven neer te kijken naar een stad waar moeders zich op zo’n manier voedden. Meer dan bij de moeders paste zoiets bij de vaders. Die waren immers ondanks al die ellende gewoon blijven doorvechten. Terwijl hij dat alles zo de revue liet passeren, realiseerde hij zich dat hij te maken had met mannen die volstrekt vertwijfeld waren. Ze zouden voor geen enkele vorm van redelijkheid meer vatbaar zijn. Ze hadden alle leed al meegemaakt. Het was daarom niet te verwachten dat ze hierna nog van gedachten zouden veranderen.
Een van de vragen waarmee Josephus geworsteld moet hebben luidde: Hoe kan het dat God Zijn eigen volk laat omkomen en Zijn Tempel verwoesten!? Antwoord: eigen schuld. Maar hoe verbeeld je die ‘eigen schuld’? Door Adam en Eva van een verboden vrucht te laten eten. Door Kain broedermoord te laten plegen. Door mensen om een gouden kalf te laten dansen. Door een moeder haar eigen kind te laten opeten. Door Joden te laten roepen: Zijn bloed kome over ons en onze kinderen!
Het verhaal over de moeder die haar kind opeet – hoe huiveringwekkend het ook is, of juist omdat het zo morbide is – vertoont het karakter van een ‘broodje aap’-verhaal.
De situatie in het belegerde Jeruzalem moet meer dan verschrikkelijk geweest zijn. Erger dan de Hongerwinter of een vergelijkbare hongersnood. Maar is dat een reden voor een moeder om haar eigen kind te slachten en op te eten? In een land waar spijswetten met een dodelijke ernst genomen worden.
Ten tijde van het beleg van Jeruzalem was de overgrote meerderheid van de Joden niet alleen overtuigd van de (spoedige) komst van de Messias – vandaar dat zij doorvochten – maar ook de Apokalyps, het einde der tijden, was het gesprek van de dag. De val van de heilige stad en de verwoesting van de Tempel moet voor veel gelovige Joden een zeker teken geweest zijn dat het einde der tijden nabij was. Daarover waren in het verleden door profeten uitspraken gedaan. Het ultieme zou gebeuren als het onmogelijke zou plaatsvinden: de Messias zou opstaan als een maagd een kind zou baren, en het einde der tijden zou daar zijn als de moeder haar kind zou opeten.
De moeder die haar kind doodt en opeet is geen bedenksel van Josephus, maar ontleend aan het Oudtestamentische Bijbelboek ‘Lamentationes’, de klaagzangen op een eerdere ondergang van Jeruzalem – die van 587 v.C. door Nebukadnezar – gedurende de Middeleeuwen aan Jeremias toegeschreven. In de woorden van de Middelnederlandse Bijbelvertaler van 1360:
“Hier volget ‘Jeremias’ geween’, dat men heet ‘Trenos’, dat hi hadde op die destructie van Jherusalem, mit viere abceen. – Joth. Der ontfermhertiger wive hande soden [kookten] haer kijnder, si worden haer spise in der bedroeftheit der dochter mijns volcs.
[‘Vulgaat’ – 4:10 IOTH manus mulierum misericordium coxerunt filios suos facti sunt cibus earum in contritione filiae populi mei]
Josephus kende deze voorspelling en refereert hier onmiskenbaar aan:
Zij waren er nu ook verantwoordelijk voor dat men zich op die manier van eten voorzag. Maar hij zou ervoor zorgen dat deze misdaad tegen de mensheid, waarvan een kind nu het slachtoffer was geworden, onder het puin van de stad toegedekt zou worden en dat de zon niet langer op de aarde zou hoeven neer te kijken naar een stad waar moeders zich op zo’n manier voedden.
De wanhoopsdaad van een uitzinnige moeder – die ook nog eens niet uit Jeruzalem afkomstig was – wordt door Josephus zonder blikken of blozen gegeneraliseerd tot Jeremias’ “een stad waar moeders zich op zo’n manier voedden.”
Waar het Josephus om gaat, is dat de Joden alle ellende over zichzelf hebben afgeroepen en dat de Romeinen onschuldig zijn. Of hij dat echt denkt is de vraag, maar het is wel het standpunt dat hij inneemt als overloper naar en protege van Titus – de veroveraar van Jeruzalem en de verwoester van de Tempel – die hij van alle schuld wil vrijpleiten.
En zo kon het gebeuren dat wat niets anders was dan Oudtestamentische beeldspraak dankzij Josephus’ ‘De Joodse Oorlog’ de status kreeg van een waargebeurde misdaad tegen de menselijkheid, en sindsdien beeldvormend werd voor hoe intens verdorven het Joodse volk was, en volgens sommigen nog altijd is.
Literatuur:
- Flavius Josephus, ‘De Joodse Oorlog & Uit mijn leven’. Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door F.J.A.M. Meijer en M.A. Wes. Baarn 1992.
- ‘The oldest version of the twelfth-century poem’ La venjance nostre seigneur. Edited by Loyal A.T. Gryting. Baltimore 1952.
- ‘La vengeance de nostre-seigneur. The old and middle french prose versions – the version of Japheth.’ Edited by Alvin E. Ford. Toronto 1984.
- ‘Die destructie vander stat van Jherusalem. een Vlaams Volksboek, naar het uniek exemplaar van de Antwerpse druk van Willem Vorsterman (ca. 1525), met toelating van de’ British Library. Bezorgd en ingeleid door W.L. Braekman. Brugge 1984.
[Citaat bewerkt door mij, WK.]
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-= *-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://www.neder-l.nl/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar salemans@neder-l.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@neder-l.nl, naar | | Willem.Kuiper@uva.nl, naar P.J.Verkruijsse@uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Marc.van.Oostendorp@meertens.knaw.nl of naar | | P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------* *-Einde-------------------- Neder-L, no. 0511.b --------------------------*
Laat een reactie achter