Er is een nieuwe aflevering verschenen van de Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, jg. 120, afl. 1, 2010. In deze aflevering wordt aandacht besteed aan:
1. Het oriëntalisme in de tragedie (17de eeuw)
2. De taalsituatie in Noord en Zuid (18de-19de eeuw)
3. Willems, Ecrevisse en de Kempense teuten (19de eeuw)
4. De schrijfster Rose Gronon (20ste eeuw)
—–
VERSLAGEN EN MEDEDELINGEN VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR
NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE, JG. 120, 2010, AFL. 1
1. Jean Weisgerber, Oriëntalisme in de 17de-eeuwse tragedie, p. 1-14
Onderzocht wordt op welke manier Azië en Afrika worden uitgebeeld in 1 Tamburlaine (1587) van Marlowe, Joseph in Egypten (1640) en Zungchin (1667) van Vondel, Bajazet (1672) van Racine en nog een paar andere Nederlandse en Engelse tragedies. Eigennamen en soortnamen duiden plaatsen en mensen aan, maar vaak ontging de toeschouwers de betekenis ervan. Het onbekende gaf toen aanleiding tot een soort stuurloosheid. De globale visie maakte dat aaneenschakelingen van vreemde plaatsnamen niet veel rijker aan informatie waren dan een route op een kaart. Het probleem van de slavernij was in de 17de eeuw bijzonder acuut, al was haat tegen de Ottomanen niet alleen aan de slavenjacht toe te schrijven. Als katholiek stak Vondel zijn gevoelens niet onder stoelen of banken, hoewel enkele portretten van heidenen blijk geven van zijn tolerantie. Alles wel beschouwd berust de toenmalige zowel als de huidige islamofobie enerzijds op onweerlegbare feiten, anderzijds op misverstanden, vereenvoudigingen en vooroordelen.
2. Luc Daems, L’Ignominie de la servitude – Over Rose Gronon (1901-1979), p. 15-35
Toen Rose Gronon (ps. Marthe Bellefroid, 1901-1979), schrijfster van vaak historisch gesitueerde romans en novellen, in 1979 overleed, werd ze in Vlaanderen beschouwd als één van de belangrijkste prozaïsten van haar generatie. Voor ze in het Nederlands begon te schrijven, had de in Antwerpen geboren auteur al enkele romans uitgebracht in het Frans, die vooral in Frankrijk en Zwitserland in gerespecteerde literaire bladen en kranten zeer lovend onthaald werden. Gronon debuteerde pas in 1954 in het Nederlands met de roman ‘Orso’. Tot haar bekendste werken behoren de romans ‘Sarabande’ (1957), ‘De Ramkoning’ (1962) en ‘Iokasta’ (1970), en de novellen ‘Het huis aan de St.-Aldegondiskaai’ (1958) en ‘De Reis’ (1966). Het boek ‘Iokasta’ noemde Hugo Brems van “een andere klasse”, “een uitzonderlijk goede, sterke en aangrijpende roman”. Hij plaatste hem naast ‘Eline Vere’, of ‘Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan’ van Couperus, misschien ook naast ‘Winter te Antwerpen’ van Gilliams. Veranderende literaire mode nam later gaandeweg meer afstand van Gronons uitgesproken klassieke proza. Meer recent herstelde Bart Vervaeck in ‘Ons Erfdeel’ (2005) Gronon echter in ere en citeerde haar – omwille van ‘De Ramkoning’ – weer bij de grote Vlaamse auteurs.
3. Jozef Mertens, Onder invloed van Jan Frans Willems en Pieter Ecrevisse: 19de-eeuwse mythevorming rond taal, herkomst, handel en wandel van de Kempense teuten, p. 37-92
- Inleiding 37
- 1. Nederlandse aanzetten 42
- 2. Jan Frans Willems en ‘de parabel van de verloren zoon’ (1838) 45
- 2.1. De parabel als techniek van dialectonderzoek 47
- 2.2. Bellefroid-Willems en het Bargoens 49
- 2.3. Vanwaar ‘de parabel in de teutentaal’? 51
- 2.4. Overname van het Bargoens in Nederland 53
- 2.5. Van Bargoens naar zigeunervolk in België 55
- 2.6. Nauwelijks reactie in de teutenregio 62
- 3. Pieter Ecrevisse: de teuten gelijkgesteld met de bokkenrijders (1844/1846) 67
- 3.1. Een denigrerende roman over de teuten 67
- 3.2. Beperkte afwijzing 71
- 3.3. Ecrevisses nagalm 73
- 4. Een onverwachte Brusselse eerbetuiging in ’s lands belang (1847) 76
- Slotbeschouwingen 80
- Bijlagen 87
- 1. De parabel van Lambert Bellefroid (1838) 87
- 2. De mening van J. Moormann (1930) en een hypothese inzake het Kempens Bargoens 88
- Literatuurlijst 90
4. Rik Vosters, Gijsbert Rutten & Marijke van der Wal, Mythes op de pijnbank. Naar een herwaardering van de taalsituatie in de Nederlanden in de 18de en 19de eeuw, p. 93-112
Er waren allerlei mythes rond over het oudere Nederlands, alsook over de Nederlandse taal in de 18de eeuw. Zo zou de taal in het Zuiden vervallen, chaotisch en/of dialectisch zijn, met een totaal gebrek aan
algemene normen. In het Noorden zouden juiste sterke algemene taalnormen gelden, zodat de taal er homogeen en geordend was. Bij nader inzien blijken er ook in het Zuiden algemene normen te zijn geweest in de 18de eeuw. Bovendien lijkt het erop dat het taalgebruik in Noord en Zuid in de praktijk helemaal niet zo verschilde. Er was zowel in het Noorden als in het Zuiden de nodige variatie, meestal tegen de achtergrond van algemene conventies.
Te bestellen bij de boekhandel of rechtstreeks bij de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Koningstraat 18, B-9000 Gent (09/265.93.47) – secretariaat@kantl.be
- Erg beperkte oplage!
- Formaat: 16 x 24 cm
- Omvang: 120 blz.
- Prijs van een aflevering: 11 €
- Prijs van een jaarabonnement, verzending inbegrepen
(binnenland): 33 € – (buitenland): 48 € - ISSN: 0770-786X
- Meer info: jef.mertens@kantl.be
- Zie ook: www.kantl.be
Laat een reactie achter