Volgens mondelinge overlevering leefde er in de zesde eeuw voor Christus op het Griekse eiland Samos een slaaf die Aesopus heette. Hij zou oorspronkelijk uit Thracië gekomen zijn en grote bekendheid genoten hebben als bedenker en verteller van fabels. Omdat hij ‘maar’ een slaaf was, mocht hij geen mensen in zijn verhalen opvoeren [Willem Kuiper en Rob Resoort, Het ongelukkige leven van Esopus. Amsterdam 1990. Griffioen]. Zijn fabels zijn nog altijd actueel:
Er was eens een schorpioen die naar de overkant van een rivier wilde. Maar een schorpioen kan niet zwemmen. Hij vroeg daarom aan een waterrat of die hem op zijn rug naar de overkant van de rivier wilde zwemmen.
— “Ik kijk wel uit,” zei de waterrat, “schorpioenen zijn levensgevaarlijk. Als jij mij steekt, ben ik er geweest!”
— “Maar,” zei de schorpioen, “je denkt toch niet dat ik zo gek ben om jou te steken als jij mij overzwemt?”
— “Nee,” zei de waterrat, “dat zou niet logisch zijn. Kom maar op mijn rug zitten, dan zwem ik je naar de overkant.”
De schorpioen kroop op de rug van de waterrat en de waterrat begon te zwemmen. Halverwege de rivier stak de schorpioen de waterrat, die toen tegen de schorpioen zei: “Hoe kun je dat nou doen? Nu gaan wij alletwee dood!”
— “Maar,” zei de schorpioen, “ik ben toch een schorpioen…”
Willem Kuiper zegt
Deze fabel werd naverteld toen het kabinet Rutte geïnstalleerd werd.
Afgelopen zaterdag, 21 april 2012, werd deze fabel werkelijkheid.