Google kan wel inpakken. Gisterenavond kreeg ik een seintje dat er een nieuwe kleine zoekmachine voor het Nederlands online is, Kronos. Hij is nog in staat van ontwikkeling, ik heb hem nog nergens aangekondigd gezien, de interface is wat eenvoudiger dan die van andere zoekmachines. Maar hij biedt iets anders: historische diepte.
Je gebruikt Kronos om oude voorkomens van Nederlandse woorden te zoeken. Als basis gebruikt het systeem het Chronologisch Woordenboek dat Nicoline van der Sijs tien jaar geleden samenstelde en waarin ze van zeer veel Nederlandse woorden vermeldde wanneer ze voor het eerst werden opgetekend. Dat woordenboek is in Kronos uitgebreid met heel veel nieuwe bronnen — vooral oude teksten die te vinden zijn bij de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren of het al Project Laurens Jz. Coster. Je kunt daardoor ineens de woorden zien in de omgeving waarin ze echt gebruikt werden.
Soms worden Van der Sijs’ bevindingen daardoor sterk verbeterd. In 2002 kwam de eerste vindplaats voor crisis bijvoorbeeld nog uit 1763. Dankzij Kronos weten we nu dat Bartholomeus Engelsman het al in 1485 gebruikte (so en salmen die lopinge int begin niet stempen op dat crisis niet belet en wert).
Ook van sommige ogenschijnlijk nieuwe woorden vind je op deze manier oude vindplaatsen. Dat twitteren al in 1916 door Arthur van Schendel gebruikt werd (het twitteren van een vogeltje achter den struik klonk zoo klein als het breken van een sprietje gras) wekt misschien geen verbazing; dat ontvrienden in 1723 werd genoemd in een woordenboek van Lambert ten Kate en in 1897 verwerkt in het gedicht Niemandsvriend van Guido Gezelle (Men scheldt dat ge, iedereen ontvriend, tot voedsel van den ezel dient) is al bijzonderder. Vlijtige taalsnuffelaars hadden al een paar jaar geleden met de hand nog net iets eerdere vindplaatsen van allebei die woorden gevonden (zie dit stukje uit NRC Handelsblad), maar die kwamen allemaal uit woordenboeken. Nu hebben we vindplaatsen in het wild, in échte teksten.
Een enkele keer gaat het nog mis: voor computer worden heel oude teksten gevonden, maar dan blijkt het steeds om het voorwoord te gaan waarin wordt uitgelegd hoe de editeur de tekst met zijn computer bewerkt heeft. Kronos denkt ook nog dat euro bij de eerder genoemde Bartholomeus voorkomt, maar dat blijkt te gaan om een afbreking aan het eind van de regel (‘euro-pa’).
Dat zijn kinderziektes. Ondertussen heeft iedereen die in de geschiedenis van het Nederlands wil graven er een fijn nieuw schepje bij.
Laat een reactie achter