Op dagen dat de KNMI zegt dat het weeralarm ‘oranje’ is en de NS zijn treinen alvast wat later laat vertrekken in verband met ‘verwacht weer’, op zulke dagen ben ik blij dat ik lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde ben. En dat ik mijn contributie stelselmatig te laat overmaak.
De Maatschappij is natuurlijk toch al een zeer eerbiedwaardig genootschap en het is een voorrecht om er lid van te zijn. Het is goed dat een dergelijk instituut er is, al is het maar om tradities te bewaken in een tijd waarin weinig meer heilig lijkt.
Maar als ik eerlijk ben, denk ik veel te weinig aan mijn lidmaatschap. Ik zou natuurlijk eigenlijk actief moeten worden in een van de werkgroepen, ik zou het Nieuw Letterkundig Magazijn en het Jaarboek aandachtiger moeten bestuderen dan ik doe. Maar als je diep in mijn hart kijkt, ben ik vooral lid vanwege de aanmaningen van de penningmeester, Aad Groos.
Helaas, ik heb dit jaar een fout gemaakt. Ik kreeg deze mail (ik schend nu even het briefgeheim, de stijl verdient het):
Geacht medelid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde,
Helaas helaas! U bent blijkbaar nog niet in de gelegenheid geweest om uw contributie voor het jaar 2011 te betalen Het eerste verzoek om uw contributie te betalen is in maart 2011 uitgegaan; het tweede verzoek in september 2011.
Zeer binnenkort gaat het verzoek om betaling van uw contributie voor het jaar 2012 de deur uit. Ik hoop om al vóórdat dat verzoek u bereikt uw bijdrage voor 2011 te mogen verwelkomen. Dan kunnen u en ik met een schone lei beginnen!
[…] Tot slot. Ik zal de eerste zijn om te erkennen dat hij, dat ben ik dus, fouten maakt. Mocht u van mening zijn dat dat wat uw contributiebetaling betreft zo is, wilt u mij dat dan laten weten?
Mijn fout: in antwoord hierop heb ik ineens 60 euro overgemaakt, de contributie voor twee jaar. Meneer Groos! Kunt u mij die 30 euro voor 2012 terugstorten? Dan beloof ik dat het volgend jaar alsnog overmaak, nadat ik voldoende aanmaningen heb gekregen.
Laat een reactie achter