Een soundscape als afsluiting dat de op het podium verzamelde dichters vijf minuten lang over zich heen moesten laten gaan. Starend naar het publiek dat weer naar hen staarde. De onbeschrijflijke blik van K. Schippers.
Het woord ‘randgebeuren’ – dankzij zijn lelijkheid heeft het een iconische kracht van jewelste.
Zo is daar het bewegingstheater in de foyer. Vrijeschoolcreativiteit voor gevorderden, elk jaar weer.
En elk jaar weer de grote woorden van dichters uit landen met grote problemen. Eenduidige rechtvaardigheid en orale tradities. Parallellisme, herhaling. Ik dacht dat het Menno ter Braak was die sprak van de ‘historische instelling’ waarmee de lezer de meeste literatuur van vóór Multatuli te lijf gaat. Zulke dichters – ze komen uit een wereld die op het journaal de mijne is. Ik contextualiseer ze. Een politiek-antropologische instelling – als ik ze hoor, ben ik mijn eigen buitenlandcorrespondent.
En elk jaar weer die paar dichters waarvan je zou willen dat ze hun werk in het Nederlands hadden geschreven. Een oude Sloveen, een wat minder oude Canadese. De paradox van het lezen: hun wereld is de mijne en ze breiden mijn wereld uit. Het overkwam me, jaren geleden, met surrealistische dichters uit China. Het overkomt me elk jaar wel weer.
Laat een reactie achter