Geachte collega,
Vandaag willen we ons met het verzoek tot u wenden een initiatief tot de publicatie van een verzamelbundel rond het onderwerp Ziekte en literatuur te ondersteunen.
Sinds de antieke oudheid bestaat er een levendige relatie tussen literatuur en geneeskunde. De eerste zang van de Ilias spreekt al van de pest in het kamp van de Achaiërs, gezonden uit wraak door de god Apollo. Het aforisme is een belangrijk literair procedé in de verspreiding van geneeskundige kennis vanaf het Corpus Hippocraticum tot de Aphorismi de cognoscendis et curandis morbis van Herman Boerhaave. Talloze dichtende geleerden en geleerde dichters behandelden de problematiek van de ziektes en hun invloed op de natuur en de geest van de mens (zie bijvoorbeeld de database Literatuur en Geneeskunde van de VUmetamedica).
Tegen de achtergrond van deze bevindingen krijgt de relatie van (natuur-)wetenschap, geneeskunde en literatuur steeds meer aandacht in de literatuur- en cultuurwetenschap. Voor het Nederlandse taalgebied zou men bijvoorbeeld kunnen denken aan het onderzoek van Lia van Gemert, Inger Leemans, Jürgen Pieters of Hans de Waardt. Recent verscheen het boek Ontspoorde cellen, kanker in fictie (2011), onder redactie van Arko Oderwald. In haar studie Gedeelde kennis. Literatuur en wetenschap in Nederland van Darwin tot Einstein(2011) heeft Mary Kemperink zich ook vanuit theoretisch oogpunt met de verhouding tussen wetenschap en literatuur beziggehouden. Zij beroept zich onder meer op de ideeën van Ludwik Fleck. In de internationale context speelt het onderwerp literatuur en wetenschap eveneens een belangrijke rol, zoals blijkt uit boeken als Literatur und Wissen (2008) van Ralf Klausnitzer, The machine in the text. Science and literature in the age of Shakespeare and Galileo(2011) van Howard Marchitello of Literature and science (2011) van Charlotte Sleigh.
We willen bij deze belangstelling aansluiten door een bundel samen te stellen over het onderwerp Illness and Literature, waarbij we niet voor een bepaald tijdvak kiezen, maar bij deze eerste inventarisatie van benaderingswijzen en onderwerpen de gehele periode van de middeleeuwen tot de (post-)moderne tijd willen bestrijken. Daarbij gaat de aandacht uit naar (literaire) teksten uit de Lage Landen: van Hadewijch en de middeleeuwse artesliteratuur, de zeventiende-eeuwse teksten van geleerde dichters en artsen, zoals Huygens en van Beverwijck, de verlichting, waar literatuur en kennis in de geleerde genootschappen een vruchtbare symbiose konden aangaan, de negentiende eeuw – denk aan Bilderdijks De ziekte der geleerden (1807) – tot de talrijke denkbare onderwerpen uit de moderne en postmoderne literatuur. Omdat de bloei van de wetenschappen en de literaire vormen in de Nederlandse gouden eeuw ook voor de internationale ontwikkelingen op dit gebied bijzonder belangrijk was, zal in het boek enige extra nadruk worden gelegd op de vroegmoderne tijd.
Als mogelijke onderwerpen denken we aan beschrijvingen van een periode, een casestudy, een schrijver, een personage of een (zieke) verteller. Motieven als melancholie, de relatie tussen geneeskunde en magie, visioenen en extases als ziektebeelden, creativiteit, de representatie van ziektebeelden als syfilis en epilepsie in de literatuur of het wetenschappelijk racisme en erfelijkheid zijn mogelijke onderwerpen. Ook de functie van geneeskunde als vorm van kennis is een welkom vraagstuk waarbij die tevens een rol in de uitwisseling van culturen (in het kolonialisme of tussen aangrenzende landen) kan spelen. Ten slotte denken we aan schrijvende artsen of de wijze waarop artsen in de literatuur worden gepresenteerd. Natuurlijk zijn ook andere onderwerpen, in overleg met de redactie, meer dan welkom.
De bundel zal onder meer worden gefinancierd door de Deutsche Forschungsgemeinschaft (DFG) en zal in de reeks Berliner Mittelalter- und Frühneuzeitforschung verschijnen. De publicatie wordt tevens gesteund door de WOG Historische Letterkunde.
We streven naar een publicatie in het jaar 2014.
In verband met het aanvragen van aanvullende fondsen ter financiering van het boek hebben we de namen van de medewerkers en de titels van hun beoogde bijdragen nodig. Zou u ons – als u belangstelling hebt om mee te doen – tot 1 juli 2012 kunnen laten weten (via r.a.m.honings@hum.leidenuniv.nl) of u een artikel zou willen schrijven en wat het thema zou kunnen zijn? De eerste versie van de bijdrage zouden we dan graag tot 1 oktober 2013 willen ontvangen.
De omvang van de stukken bedraagt 5000 woorden en de artikelen worden – gezien het beoogde internationale publiek – in het Engels gepubliceerd. De auteur zal zelf zorgen voor een adequate Engelse versie van haar of zijn bijdrage. We nodigen u hartelijk uit om aan dit initiatief deel te nemen en hopen op een positieve reactie.
Jaap Grave (Berlijn)
Rick Honings (Leiden/Berlijn)
Bettina Noak (Berlijn)
Laat een reactie achter