Een definitie van de neerlandistiek kun je tegenwoordig gewoon vinden op het internet. Geen oeverloze discussies meer over de eenheid, de toekomst, dan wel de dood van de neerlandistiek. Gewoon even surfen naar Wikipedia en je weet het. Daar staat so wie so alles in, en nog hartstikke betrouwbaar ook. Waarom zou een mens zich nog druk maken? De neerlandistiek, dat is gewoon “De wetenschap die zich bezighoudt met de Nederlandse taal en cultuur (bron: Wikipedia, geraadpleegd op 5 juni 2012)” Die toevoeging tussen haakjes moet er wel bij, want voor je het weet is het morgen wat anders. Maar dat is in de wetenschap natuurlijk altijd al zo geweest.
Maar wat een verbluffende eenvoud! Eigenlijk jammer van het hele lemma daarachteraan, waarin een beetje obligaat uitgeweid wordt over de letterkunde (historisch of modern), de taalkunde (historisch of modern), en de taalbeheersing (ofwel communicatiekunde). Daar moet je je dan helemaal doorheen worstelen, voordat je aan het belangrijkste deel toekomt: het kopje Wetenswaardigheden en misverstanden.
Ik vind het eigenlijk zonde om erover te beginnen, want je zult zien dat iemand het gaat aanpassen, maar het lemma Neerlandistiek eindigt met een paragraafje dat werkelijk een bijzonder stukje, tja hoe zeg je dat, een stukje volksneerlandistiek is. Het zijn maar 6 wetenswaardigheden (of misverstanden, het is vaak niet duidelijk welk van de twee het is), maar ik bewaar ze graag voor het nageslacht door ze te citeren. En om het hilarische effect nog wat aan te zetten geef ik er een beetje commentaar bij.
1. Een neerlandicus houdt zich niet bezig met de juistheid van spelling. Tijdens de studie wordt dan ook geen aandacht besteed aan spelling. Wel kan bijvoorbeeld onderzocht worden wat de oorzaken van spelfouten bij tweedetaalverwervers zijn.
Mooi nietwaar? Elke zin is net ernaast. Want een neerlandicus kan zich natuurlijk best bezighouden met de juistheid van spelling. Bedoeld wordt waarschijnlijk dat een juiste spelling geen doel van de neerlandistiek is (of dat neerlandici net zo slecht spellen als de rest van de bevolking), maar dat staat er niet. En in elke opleiding Nederlands die ik ken wordt wel degelijk aandacht besteed aan spelling, al is het alleen maar aan de theorie. Ook worden werkstukken vol spelfouten in de neerlandistiek net zo hard afgekeurd als in elke andere opleiding. En wat te denken van dat eigenaardige onderzoeksonderwerp spelfouten bij tweedetaalverwervers? Daar zou ik wel eens een proefschrift over willen lezen. Tot nu toe lijken echter andere taalverwervingsproblemen hoger op het prioriteitenlijstje te staan. De meeste tweedetaalverwervers komen pas heel laat toe aan de spelling, en dan zijn ze al snel beter dan de moedertaalsprekers.
2. Neerlandici hebben in Nederland niet automatisch de bevoegdheid om les te geven. Hiervoor moet een postdoctoraal of speciale master gevolgd worden. In Vlaanderen is het wel algemene regel dat neerlandici hun studie combineren met een aggregaat, wat onderwijsbevoegdheid geeft.
Dit zal wel bedoeld zijn als misverstand, maar misschien is het een wetenswaardigheid dat de meeste neerlandici in Vlaanderen wel een lesbevoegdheid hebben en hun Nederlandse collega’s niet. De wetenswaardigheid suggereert trouwens ook een theoretisch verschil, maar inmiddels heeft het aggregaat in Vlaanderen, net als de educatieve masteropleiding in Nederland, een omvang van 60 studiepunten. Dus wat die “algemene regel” eigenlijk inhoudt, geen idee.
3. Een neerlandicus houdt zich ook met andere talen bezig. Het Nederlands komt in allerlei opzichten overeen met andere talen, maar het onderscheidt zich daar in meerdere of mindere mate ook van. Als bijvoorbeeld het Nederlands van allochtonen onderzocht wordt, is het handig om te weten hoe hun moedertaal eruitziet.
Beetje jammer voor die eenvoudige definitie aan het begin, want nu blijkt ineens dat de neerlandistiek zich, behalve met Nederlandse taal en cultuur, ook met andere talen bezighoudt, zij het dan slechts “in allerlei opzichten” en “in meerdere of mindere mate,” waar je gelukkig alle kanten mee op kunt. En misschien houdt de neerlandicus zich ook wel met andere culturen bezig, want ik kan me voorstellen dat het ook handig is dat je iets weet van de cultuur van al die allochtonen van wie je als neerlandicus het Nederlands onderzoekt.
4. Een generatief taalkundige zal de zinnen “hun hebben dat gedaan” of “hij loopte” niet snel als fout beschouwen.
Ik denk dat dit een verdwaald misverstand is uit het lemma “generatieve taalkunde.” Of het moet de wetenswaardigheid zijn dat elke neerlandicus ook een generatief taalkundige is. Of dat neerlandici alleen de zinnen “hun hebben gedaan” of “hij loopte” wél (snel) als fout beschouwen als ze geen generatief taalkundige zijn. Je kunt er uren over speculeren, dat is het mooie hiervan. Ik denk dat het toch een wetenswaardigheid is.
5. Tijdens het symposium ‘Eenheid binnen de Neerlandistiek’ op 19 maart 2003 bleek uit een plenaire vergadering dat men van de vier hoofdrichtingen taalbeheersing het minst bij de neerlandistiek vond passen.
Hier hebben we nou echt een wetenswaardigheid. Wat we ermee moeten is een mysterie, maar we nemen het voor kennisgeving aan. U denkt misschien: “Vier hoofdrichtingen? Het waren er toch drie?” Ja, maar in de uitwerking is Taalkunde/Linguïstiek niet gesplitst in een historisch en een modern deel, en Letterkunde wel. Waarom, vraag het mij niet: het is misschien de legitimatie om het hele lemma te lezen.
6. Letterkundigen kunnen een literaire tekst op verschillende manieren benaderen. Er kan naar de tekst afzonderlijk gekeken worden waardoor er gesproken wordt van een tekstuele benadering. Ook kan er gekeken worden naar de sociale en culturele situatie waarin een tekst geschreven is, of naar persoonlijke voorkeuren van een auteur. Als dergelijke zaken worden besproken in een analyse is er sprake van een contextuele benadering.
Je zou zeggen: dit is gewoon een uitwerking van het onderdeel literaire analyse, dat thuishoort onder Letterkunde, maar blijkbaar is het een wetenswaardigheid of een misverstand. Misschien zijn er mensen die denken dat letterkundigen een literaire tekst (of welke tekst dan ook) maar op één manier kunnen benaderen. Daarmee zouden ze zich onderscheiden van gewone lezers, maar dat doen ze dus niet. Toch goed om te weten.
Wie het Wikipedia-lemma helemaal leest, leert niet alleen iets over neerlandistiek, maar ook over wikipedia zelf. Met een variant op een Nederlands spreekwoord (dat tot de cultuur en dus tot het domein van de neerlandistiek behoort) zou je dat kunnen karakteriseren als: zoals de waard is, beschrijft hij zijn gasten. De neerlandistiek-volgens-wikipedia wordt zo’n beetje omschreven zoals ook het lemma in elkaar lijkt te zijn gezet: “(Leuk) bezig zijn met Nederlandse taal en cultuur.”
Laat een reactie achter