Geen uitzonderingen? Jawel, eenheden en andere afkortingen die de wetenschap gebruikt. Het blijft ‘1 kg’, niet ‘1 k.g.’ en koolzuur blijft CO2, niet C.O.2 of c.o.2. Dat zijn internationale afspraken, en juist door de cijfers die er vaak voor of in staan, vormen ze een herkenbare groep.
Dan de hoofdletterkwestie. Ook eenvoudig: woorden die voluit met een hoofdletter worden geschreven, worden dat in de afgekorte versie ook. Dus E.U., P.K.N. (Protestantse Kerk in Nederland) en W.m.o. (Wet maatschappelijke ondersteuning), maar a.d.h.d., n.b. en l.o.l.. (Afkortingen die als zodanig eigennamen zijn, zoals ANWB en sp.a, vallen buiten het bereik van spellingregelaars.) Toegegeven, de puntjes hebben minder nut bij afkortingen die helemaal uit hoofdletters bestaan, dus we zouden ook zonder kunnen. Omwille van de consequentie stel ik voor om ze erin te houden.
Een paar hoofdregels en twee eenvoudige uitzonderingen, veel meer is er dus niet nodig. Hoogstens nog een definitie, om te voorkomen dat alledaagse woorden die als afkorting te beschouwen zouden kunnen zijn, zoals info en horeca, opeens met een of meer puntjes geschreven zouden moeten worden.
Maar hoe is de praktijk? Complex, om niet te zeggen chaotisch. Mijn gids en leidsman op spellinggebied, het Witte Boekje, heeft ruim 3 pagina’s nodig om alle regels en richtlijnen op te sommen – nog meer dan die voor de beruchte tussen-n. Het houdt rekening met de uitspraak van de afkorting en de lengte van de afkorting, het kijkt naar de mate van inburgering en de mate van herkenbaarheid, het onderscheidt tussen zelfstandig gebruik (Vinex) en gebruik in een samenstelling (vinexwijk), het spreekt behoedzaam van ‘sommige’, ‘meestal’, ‘heel soms’ en ‘bijzonderheden’. Kortom, de makers van het Witte Boekje laten me welbeschouwd in de kou staan. Hier kan een taalgebruiker niks mee.
Het toppunt is wel dat ze zelf klagen dat ‘de dagelijkse praktijk grillig is’. Zeg, regelgevers, niet van dat softe – geef ons van de dagelijkse praktijk eens gauw regels! Eenvoudige, goed te onthouden regels, waarmee te werken valt. De mijne bijvoorbeeld, van hierboven. Betere is ook goed.
Frans van Nes zegt
Als je het mij vraagt zijn PKN en EU ook eigennamen. Als er op dit punt twijfel mogelijk is, is de voorgestelde regelgeving misschien toch niet zo eenduidig als ze wordt voorgespiegeld.
Gaston Dorren zegt
Ik betwijfel het bij deze voorbeelden, maar het probleem zie ik wel: zijn KRO en KNVB eigennamen of afkortingen van eigennamen? Dan zou het misschien beter zijn om bij afkortingen die uit hoofdletters bestaan de puntjes in alle gevallen weg te laten, aangezien het misverstand dat de puntjes oplossen in die gevallen vrijwel niet aan de orde is.
Onze Taal zegt
De 'echte' regelmakers, die van het Groene Boekje, zijn over afkortingen minstens zo omzichtig als wij in het Witte Boekje zijn. Dat blijkt vooral uit het document dat als uitgebreide basis dient voor wat er in de spellingregels staat: de Technische Handleiding (http://taalunieversum.org/spelling/download/technische_handleiding.pdf). Afkortingen worden daar een 'grijs gebied' genoemd, waar nogal eens wat kan veranderen; de praktijk heeft er dus invloed op. Zo is er een verschuiving van hoofdletters naar kleine letters, en zijn er gevallen waarin hoofdletters juist usance zijn gebleven, zoals medische en Engelse afkortingen.
Natuurlijk is het leuk om een sluitend systeem op te leggen, maar daarmee ga je juist zo ver van de praktijk af staan dat de kans vervolgens geringer is dat je systeem daar ooit door overgenomen zal worden. Dat is bij sommige 'uitwassen' in de spellingregels ook al gebleken – denk aan de (nu weer afgeschafte) paardebloem-regel.
Gaston Dorren zegt
Het komt er dus op neer dat de Nederlandse regelgevers op het gebied van afkortingen doen wat de Engelstalige wereld met spelling in het algemeen doet: kijken hoe de praktijk is en die in woordenboeken vastleggen. Het resultaat is ook hetzelfde als in de Engelstalige wereld: een chaotische schrijfwijze die bijna niemand echt in de vingers krijgt.
Natuurlijk is dat niet heel erg; je kunt er zelfs voor pleiten. Maar wees dan consequent en volg op alle gebieden de praktijk, niet alleen bij afkortingen. De praktijk is 'kado', niet 'cadeau', de praktijk is 'CDA-er' en niet 'CDA'er', enzovoort. En je kunt er ook voor pleiten om de spelling helemaal vrij te laten. Maar wees ook dan consequent, en schaf de Spellingwet af. Allemaal prima (al heeft het niet mijn persoonlijke voorkeur).
Maar als dat allemaal níét gebeurt; als de praktijk noch gevolgd noch vrij gelaten wordt, wees ook dan consequent en formuleer óók voor afkortingen bruikbare regels.
Overigens besef ik dat de makers van het Witte Boekje niet de 'echte' regelmakers zijn. Maar aangezien jullie werk uit onvrede met het Groene Boekje is voortgekomen, en aangezien er juist op dit terrein alle reden is tot onvrede, lijkt het me logisch dat jullie je hier, net als met de tussen-n, niet te veel aan het Groene Boekje gelegen laten liggen.
Anoniem zegt
Engelse afkortingen blijven in hoofdketters? En wat dan met "asap" en "nimby", die schrijven we toch zonder hoofdletters.