De website Taalschrift pakt deze maand uit met een goed idee voor internationale communicatie: luistertaal. Waarom zouden tijdens een gesprek alle deelnemers dezelfde taal moeten spreken? Waarom zou je er niet naar streven om mensen hun eigen taal te laten spreken, of een taal die ze beter ligt – ook als die ander die taal niet spreekt maar wel kan verstaan? En waarom zouden we dan in plaats van een paar talen helemaal te leren niet wat meer talen op die passieve manier kunnen leren?
Une Europe de polyglottes n’est pas une Europe de personnes qui parlent couramment de nombreuses langues, mais, dans le meilleur des cas, de personnes qui peuvent se rencontrer en parlant chacun sa propre langue et en comprenant celle de l’autre, sans pour autant être capable de la parler couramment.
Ingmar Roerdinkholder zegt
In de praktijk zie ik dit geregeld tussen bijvoorbeeld Duitse toeristen en Nederlandse kassa-meisjes gebeuren: ieder spreekt zijn eigen taal en begrijpt elkaar behoorlijk goed. Scandinavië is natuurlijk ook een bekend voorbeeld: een Noor en een Zweed kunnen in een gesprek met elkaar beiden hun eigen taal blijven spreken. En er zijn ook bv. 'Diepfriezen' die altijd hun 'tweede rijkstaal' blijven gebruiken, ook als zij zelf in het Nederlands antwoord krijgen van hun gesprekspartner.
Ook Engelstaligen die in Nederland wonen kunnen soms hun eigen taal blijven spreken en in het Nederlands antwoord krijgen (als ze die kans krijgen want bijna iedereen wil in het Engels terugpraten), bijvoorbeeld met oudere mensen die niet goed Engels kunnen of durven te praten. De moeder van mijn eerste vriendinnetje was Amerikaanse en sprak altijd Engels tegen haar dochters, terwijl die meestal in het Nederlands tegen haar terug praatten. Daar slopen in de ene taal dan wel geregeld woorden uit de andere binnen. Maar dit zijn natuurlijk allemaal voorbeelden uit relatief verwante, Germaanse talen, zou dat uitmaken? Zelf heb ik in Wallonië en ook in Brussel (sorry Vlamingen) meestal de neiging om Frans te spreken, maar krijg dan vaak in het Nederlands antwoord.
Maar goed, in Letland, Griekenland of Hongarije zal dat al een stuk moeilijker worden, daar grijpt men al snel op het (al dan niet gebroken)Engels of Duits terug.
Ik vind 'passieve taal' trouwens ook beter klinken dan 'luistertaal', al weet je ook bij dat eerste begrip nog niet direct wat ermee bedoeld wordt.
Ingmar Roerdinkholder zegt
Nog even een aanvullinkje:
ik had het hier laatst, bij het stukje over Esperanto, al over Interlingua gehad. Deze taal heb ik daadwerkelijk een aantal keren gebruikt en wel in het contact met Portugees- en Roemeenstaligen. Voor iemand die bijna alleen Portugees sprak moest ik een briefje schrijven en dat heb ik in het Interlingua gedaan. En in een telefoongesprek met iemand uit Roemenië kon ik ook kort dingen uitleggen en doorgeven in het Interlingua. In beide gevallen werd dit goed begrepen, ik merkte ook verbazing en nieuwsgierigheid over welke taal dit nu was. http://www.interlingua.com/
Als 'Spielerei' heb ik zelf jaren geleden een soort Germaanse Interlingua gemaakt, Middelsprake. http://groups.yahoo.com/group/Middelsprake/
Middelspraak (kort: MS) is een kunstlig maked spraak dat is basered up de wichtigest levend Germanisch sprake. De grammatika is simpel on regelmatig, wat make dat licht to lerne. Man kan forgelike Middelspraak mid Interlingua, de kunstlig spraak basered up Latin/Romanisch, in dat for de meest sprekers af een oller meer Germanisch sprake, mennig af een MS tekst schal wese forstaan direkt, uter enig to lerne fyrst. De levend Germanisch sprake, uter Engelisch, have rund 170 miljon sprekers.
For Engelisch sprekers MS is okso mennig lichter to lerne dan, saege, Duetisch, Nederlandisch oller Swedisch.
MS have een regelmatig spelling, aleen regelmatig wirk-worde, aleen een enig kyn on een enig fal, regelmatig meertal on kenne nik een "umlaut".
Du kan finde uut meer af de spraak's grammatika, wordschat, tekste, luud-dokuments etc. in de "Files" afdeling.
Middelspraak is een af de variants af Folkspraak, lerne meer up http://tech.groups.yahoo.com/group/folkspraak
Middelsprake (abbreviation MS, "Middelspraak" in the language itself) is a constructed language based on the main living Germanic languages. Its grammar is simple and regular which makes it easy to learn. Middelsprake can be compared with Interlingua, the Latin/Romance conlang in that for most speakers of one or several Germanic languages, much of a MS text will be understood readily without any previous learning. The modern Germanic languages, apart from English, have about 170 million speakers. For English speakers MS is also much easier to learn than say German, Dutch or Swedish.
It has a regular orthography, only regular verbs, just one gender and one grammatical case, regular plural and no umlaut.
You can find out more about the language's grammar, vocabulary, texts, sound files etc. in the Files section, above left.
Middelsprake is one of the varieties of Folkspraak, learn more at http://tech.groups.yahoo.com/group/folkspraak/
Gaston Dorren zegt
Als passieve taalbeheersing het doel is, vraagt dat natuurlijk om een ander soort taalles. Nu kan ik op basis van mijn schoolfrans prima een Franstalige website of krant lezen (waar ik blij mee ben), maar een Waalse ober versta ik al amper. We hebben eindeloos geoefend dat 'la fleur que j'ai vue' met een e achteraan moet vanwege die vrouwelijke bloem. In plaats daarvan hadden we beter luister- of conversatie-oefeningen kunnen doen, lijkt me. Overigens zou het best kunnen dat dat nu, 30 jaar later, ook gebeurt.
Mark Bruurmijn zegt
Dat is inderdaad ingevoerd: de moderne vreemde talen Frans en Duits zijn ooit gesplitst in de deelvakken Frans 1 en Frans 1,2 (idem voor Duits uiteraard). Ik heb zelf op het vwo alleen de 1-vakken gevolgd (vanwege een 'natuurprofiel') en die bestonden vooral uit leesvaardigheid (zonder centraal schriftelijk examen). Bij de 'volledige vakken' (de 1,2-varianten) hoorde ook converseren.
Overigens beviel dit systeem niet bijzonder goed en zijn de twee onderdelen volgens mij nu juist weer samengevoegd. (Of is dit per school verschillend?)
Henno Brandsma zegt
Passieve taal is wellicht te weinig specifiek: er is m.i. een groot verschil tussen kunnen lezen en verstaan, bv. Deense kranten en boeken lees ik regelmatig, maar een Deense film verstaan lukt me pas enigszins na enkele dagen in Denemarken, om aan de klanken te wennen. Zelfs binnen lezen (spreken is intrinsiek al gevarieerder door dialect- en uitspraakvarianten en sprekerkarakteristieken) Franse wetenschappelijke teksten zijn geen probleem, Franse strips al lastiger (meer slang en argot). Een taal goed kunnen verstaan is voor mij een hoger niveau van beheersing dan kunnen lezen (ook al omdat je daar meer tijd hebt, verbanden kunt leggen, steun van (etymologische) spelling, etc.).
Binnen Friesland is het niet ongebruikelijk om tweetalige gesprekken te hebben, met sprekers die je goed kent en die elkaars taal accepteren. Ook heb ik "interfriese" kampen en meetings meegemaakt met sprekers van het Seelterfries, Mooring en Fering (alle 3 Friese variëteiten uit Duitsland), naast sprekers van "ons" Fries, die ieder hun eigen variant spraken. Dit werkte door de sterke "wil" daartoe; normaal zullen sprekers van deze varianten Duits of Nederduits spreken, zelfs tussen Noordfriese varianten onderling, maar deze kampen waren ook bedoeld om dit soort gedrag te bevorderen, naast alle gezelligheid…
Ingmar zegt
Ik heb zelfs vaak drietalige gesprekken in Friesland meegemaakt, Henno. Een goede vriend van mij, de Stellingwerver schrijver Johan Veenstra, spreekt met en tegen iedereen altijd Stellingwerfs, een Nedersaksisch dialect, terwijl zijn gesprekspartners dan Nederlands of Fries terug praten. Of Stadsfries. Ik heb Johan ook wel eens geïnterviewd zien worden door de Friese schrijver Douwe Kootstra, de een in het Stellingwerfs en de ander in het Fries, dat was mooi om te horen.
Trouwens, kunnen Westlauwerse Friezen, Saterlanders en Noord-Friezen elkaar echt verstaan? Dat had ik niet gedacht, als je ziet hoeveel die talen van elkaar verschillen.
Ingmar zegt
Ik had zelf in de jaren tachtig op het VWO alleen maar een vak Frans. We hadden veel grammatica en woordenschat, maar ook al geluidsbandjes. "Vive le français" heette de lesmethode, met veel 'moderne' teksten over hippies en Davied Bowíe en zo.
Mijn oudste zoon van dertien gaat nu naar twee gymnasium, hij had in de eerste toch vooral veel vocabulaire en grammatica (waar hij meestal een 9 of 10 voor haalde).
Marc van Oostendorp zegt
Ja, 'passieve taal' is inderdaad misschien te weinig specifiek. In die zin heeft het dan zin om 'leestaal' en 'luistertaal' te onderscheiden. (Mijn indruk is dat de Utrechters de laatste term willen gebruiken voor allebei de betekenissen.) In de didactiek van vreemde talen is ook bekend dat luisteren inderdaad lastiger is dan lezen – en in zekere zin zelfs dan spreken, omdat je bij dat laatste je eigen tempo kunt bepalen.
Henno Brandsma zegt
Ingmar: er zijn inderdaad aanzienlijke verschillen tussen Westerlauwers, Sater- en Noordfries (ook tussen Noordfries onderling, met name de eilanden vs. het vasteland), maar ikzelf heb Noordfries als vak meermalen gevolgd (met verschillende inhoud), en op zo'n kamp hadden we vaak een uurtje "theorie" met correspondenties (ea in het Westerlauwers uit Oudfries â corresprondeert met oo in het Saterfries en uu of ua in het Noordfries (meestal): sleat vs Sloot vs sluat/sluut (of slüütj etc), korte i wordt in het Noordfries e of a (fesk, fasch), sk wordt [sx] in het Saterfries, sk het Eilandnoordfries, "sj" in het Vastelandnoordfries en zo nog veel meer, plus kenden we lijstjes van "Schwere Wörter" zoals "keer(e)" = rijden (in het Noordfries, uit het Deense køre), "ei" voor niet (NF, ook Deens/Juts) etc. Zodra je dat weet en je langzaam spreekt gaat het steeds beter. Tegenwoordig zijn de verschillen beter bekend onder sprekers dan vroeger, denk ik, en is er meer wil toe, zoals ik al stelde. De grote verschillen zijn ontstaan uit onderlinge isolatie en verschillende talen die als externe invloed dienden (veel meer Nederlands voor ons Fries, Duits voor hoge cultuur/kerkzaken etc in de andere Friese talen, terwijl Nederduits in Noordduitsland al vele eeuwen de verkeerstaal en handelstaal is, en er dus veel Nederduits in het Noordfries en Saterfries zit). Tegenwoordig is er meer en makkelijker contact dan vroeger, en ook meer organisaties die er zich mee bezighouden.
Ingmar zegt
Bedankt Henno. Ik vind het Saterfries ook eerder Nedersaksisch dan Fries klinken, zoals het tegenwoordige Oostfries zeg maar, niet zozeer qua woordenschat maar vooral qua klank. Wat wel interessant zou zijn is een vergelijking tussen het Saterlands en het Schiermonnikoogs, omdat het beide dacht ik de enige overblijfselen van het oude grote Oostfriese taalgebied in Groningen en Oostfriesland zijn, al is het Schiers dan de meest westelijke en het Seelters juist een veel oostelijker variant daarvan.
Ingmar zegt
Voor de geïnteresseerden: beluister het Saterlands Fries via de link hieronder
http://www.lowlands-l.net/anniversary/seeltersk.php
Het accent klinkt mij veel meer als Gronings dan als Fries in de oren. Misschien niet vreemd als men bedenkt dat tot een paar honderd jaar geleden in het grootste deel van Groningen nog Fries werd gesproken, maar dan de Oostfriese variant daarvan. Het huidige Nedersaksische Gronings heeft dus waarschijnlijk een Oostfries accent. Daarom klinkt het ook zo anders als het Nedersaksisch van bv. Gelderland, Overijssel of zelfs het nabije Drenthe.
Henk zegt
Er is de nodige sociolinguïstische literatuur over het "asymmetrische" gesprek. Zie bijvoorbeeld dit paper van Jonkman:
http://reitzejjonkman.beepworld.de/ncd.htm