Ik heb de afgelopen jaren nergens zoveel over het Nederlands geleerd als bij mijn Zuid-Italiaanse schoonfamilie. Deze zomer was ik er ook weer een paar weken en iedere keer steek ik weer van alles op.
Natuurlijk, sommige dingen weet iedereen. Dat Italianen veel meer met hun handen praten, en veel meer geneigd zijn elkaar in de rede te vallen, dan Nederlanders of Vlamingen bijvoorbeeld.
Met dat eerste heb ik grote problemen.
Nederlands accent
Het Italiaans is anders dan het Nederlands een taal waarvan de fonologie voor een deel met de handen gemaakt wordt en dat blijk ik lastig te vinden. Althans, ik zit zelf bepaald niet stil als ik praat, maar ik maak daarbij allerlei op zich betekenisloze handbewegingen, die alleen dienen om belangrijke zinsdelen te onderstrepen, zoals Nederlandstaligen nu eenmaal doen.
Het probleem ontstaat als ik probeer een gebaar te maken dat een geconventionaliseerde betekenis heeft: je duim tegenover je vingers zetten en dan die hand met de duim naar het lichaam gekeerd een aantal keer bewegen. Dat moet dan zoiets betekenen als ‘wat wil je nou?’, maar hoe simpel dat ook klinkt, ik doe het altijd net verkeerd. Ik heb dus als het ware net zo’n sterk Nederlands accent in mijn gebaren als in mijn spraak.
Familie-etentje
Dat geldt eigenlijk ook vooor dat door elkaar heen praten. Iedere cultuur heeft een aantal onuitgesproken afspraken over hoeveel milliseconden je mag wachten met een antwoord op je gesprekspartner voor het pijnlijk wordt: in Scandinavische landen mag dat langer dan bij ons. In Italië lijkt het eerder de bedoeling om er vooral voor te zorgen dat die ander nooit zijn laatste woorden zegt, want dan wordt het pijnlijk.
Ik denk niet dat ik dat ooit goed zal doen, zoals omgekeerd mijn vrouw de kadans van een Nederlands gesprek misschien nooit te pakken gaat krijgen; al is zij er wel beter in dan ik.Al deze dingen zijn geloof ik wel onderzocht, maar een onderwerp waar een vergelijkend gespreksanalyticus (ik weet niet of die bestaan, maar het zou leuk zijn als dat zo was) zich eens over zou moeten buigen: de verschillende manieren van door elkaar heen praten tijdens Italiaanse en Nederlandse groepsgesprekken, laten we zeggen tijdens een familie-etentje.
Nu even centraal!
Mijn indruk is dat die sterk van elkaar verschillen. Tijdens een Nederlands etentje, praten de mensen wel door elkaar, maar kun je dan altijd de groep opdelen in een aantal kleine deelgroepjes die onderling met elkaar aan het praten zijn zonder elkaar echt in de rede te vallen. Als twee mensen tegelijk praten, nemen ze nooit deel aan hetzelfde gesprek. (Als zoiets tijdens een vergadering gebeurt, roept er op zeker moment iemand ‘Nu even centraal!’)
Tijdens een Italiaans etentje is dat helemaal niet noodzakelijkerwijs het geval. Zo’n Italiaans gesprek is meer een kolkend geheel, waar ook als het ‘centraal’ is, tijdens veel momenten (hoewel natuurlijk niet de hele tijd) allerlei mensen tegelijk praten, niet tegen hun eigen groepje, maar tegen iedereen tegelijk.
Laat een reactie achter