Je kunt nooit het ene woord straffeloos vervangen door het andere. Zelfs wanneer ze precies hetzelfde betekenen – fiets en rijwiel –, zijn er nog verschillen: het een is deftiger, of platter, of dichterlijker, of ouderwetser, dan het ander. Zodra twee vormen samen dreigen te vallen, gaan mensen ze verschillende connotaties geven, of een van de twee reserveren voor bijzondere omstandigheden.
Dat geldt niet alleen voor woorden, maar ook voor uitspraakvormen, zinsconstructies en alles wat we hebben in taal. Je kunt nooit ongestraft de een voor de ander uitwisselen. (Al zijn er een paar voorbeelden te bedenken waar het heel moeilijk is om te zien wat het verschil is: Ik denk dat hij mij gezien heeft tegenover Ik denk dat hij mij heeft gezien. Daar was vroeger nog wel een regionaal verschil tussen, maar tegenwoordig lijkt de keuze volgens sommig onderzoek volkomen willekeurig.)
Wonderlijk is wel dat mensen zich nooit iets letterlijk herinneren. Wat heb ik in de eerste alinea van dit stukje gezegd? Niet terugkijken! De strekking weet u nog wel, maar u kunt het alleen in uw eigen woorden navertellen. Ik weet zeker dat er niemand is die het woord voor woord kan herhalen. Ik kan het zelf niet eens; mocht de stroom nu uitvallen zodat ik het opnieuw moest typen, dan zou ik iets anders typen. Maar hoe kan dat nu? Die eigen woorden zijn toch anders en betekenen dan toch iets anders?
Het is nog wonderlijker omdat we eigenlijk wel degelijk allerlei details lijken te onthouden. Wanneer twee mensen met elkaar praten hebben ze na afloop heel subtiele details in hun uitspraak op elkaar afgestemd. Sommige taalkundigen gaan ervan uit dat dit komt doordat we alles opslaan. Iedere keer als je een woord uitspreekt, oriënteer je je op alle eerdere keren dat je dat woord gehoord hebt, en zoekt een soort gemiddelde. Maar tegelijkertijd onthoud je dus de inhoud van het gezegd op een abstracte en onvolmaakte manier – zodat je het wanneer je het bewust probeert te reproduceren alleen kunt reconstrueren.
Ingmar Roerdinkholder zegt
Ik denk dat ik wel weet wat die meneer zonder hoofd met vlinderdasje bedoelde met het weglaten van de r in bv. "mevoi".
Evenmin als de r meestal echt wordt weggelaten op het einde van een woord in bv. koo(r), niet mee(r) hoo(r)t maar er hier een
soort aardappel in de keel r als in het Duits of Brits klinkt, kan (of beter: kon) in de bekakte of quasi bekakte uitspraak de
r ook na een medeklinker op die manier worden geproduceerd. Dus inderdaad, rook kon geen ook worden, maar broek wel bhoek.
"Mevhoi" was de stereotype butler uitspraak voor mevrouw, waarschijnlijk zegt Joost van Olivier B. Bommel dit ook zo. Of Markies de Canteclaer van Barneveldt.
Even terzijde: mij is al heel lang opgevallen dat de Arabische letter 'ayn ongeveer net zo klinkt als de Duitse finale r.
Deze kan ook voor en klinker worden uitgesproken, bv. in het woord 'ayn zelf, dat oog betekent. Deze klank wordt in de Latijnse transcriptie van het Arabisch vaak weergegeven door een soort omgedraaide apostrof of een kleine, hooggeplaatste c. In het Somalisch gewoon door een c, en in het Maltees door gh met en streepje door de h. Beide laatste talen gebruiken een Latijns alfabet.
Ingmar zegt
Sorry, ik heb gereageerd op het verkeerde stukje! Ik wilde gisteravond een opmerking maken bij het toen bovenste stukje
De perfecte uitspraak van de r, maar daar was de reactie mogelijkheid uitgeschakeld. En nu opende ik vanochtend gewoon blindelings weer het bovenste stukje en zag dat je hier wel een opmerking kon plaatsen 😉
Ingmar Roerdinkholder zegt
Volgens mij is er nog altijd regionaal verschil tussen …dat hij mij heeft gezien en …dat hij mij gezien heeft (rode en groene volgorde). In het noorden, met name ook Friesland, hoor je veel vaker gezien heeft (groen). In Drenthe is er naar mijn eigen ervaring zelfs verschil tussen het noorden en zuiden van die provincie, waar noord gezien heeft zegt en zuid vaker allebei.
Ik zou het wel interessant vinden om te weten hoe dit in Limburg is, met name de delen die aan Duitsland grenst, omdat het Duits natuurlijk enkel de groene volgorde toestaat.
Ik heb veel contact met mensen die Nederlands leren in allerlei stadia, en merk dat er inderdaad een kracht van herhaling bestaat. Met name in combinatie met iets met een synoniem proberen duidelijk te maken.
"Hoe gaat het met uw gezin?"
"?"
"Hoe is het met de familie?"
"Ah, goed, dankuwel!"
"Is uw echtgenote weer beter?"
"?"
"Is jouw vrouw niet meer ziek?"
"Ja, niet ziek, dankuwel!"
Dat laatste is trouwens interessant: in heel veel talen antwoordt men op een vraag waarin het woordje "niet" staat, met "ja" waar wij "nee" zouden zeggen.
Ahmed, hou je niet van dropjes?
Ja.
Dit betekent dat Ahmed geen dropjes lust.
Maar Jan zou natuurlijk nee zeggen:
Jan, hou je niet van dropjes?
Nee.
Gaston Dorren zegt
Ik herinner me uit mijn Limburgs(talig)e jeugd dat ik de groene volgorde als 'Hollands' ervoer, als ABN'erig dus. En eigenlijk doe ik dat nog steeds een beetje: ik zég het eerder rood en schríjf het eerder groen, vermoed ik. Vreemd is dat wel, zoals je terecht zegt, want inderdaad is het Duits streng groen.
Ingmar zegt
Misschien is het Duits van over de Limburgse grens, ik bedoel het dialect van bv. Aken, Keulen of Kevelaer, niet zo grün als het officiële Duits?
Het Nedersaksisch uit het noorden van Duitsland (Niedersachsen, Sleeswijk-Holstein, Hamburg, Bremen, Oost-Friesland enz.) is juist wel heel erg streng groen qua volgorde. Evenals het Fries en het voormalige Friestalige Groningen en West-Friesland/Noord-Holland. Wellicht nog een bevestiging van de theorie dat de voorouders/taal van de huidige bewoners van Friesland niet de oude Frisii uit de Romeinse tijd waren, maar latere inwijkeling uit het gebied van de Angelen en de Saksen, voordat deze naar Engeland overstaken.
In Engeland zelf bestaat er natuurlijk geen groene volgorde meer, maar daar is de hele grammatica sowieso al lang geleden volledig op de schop gegaan.