Ben ik nou echt de enige die nostalgische gevoelens heeft over de fax? Je hoort mensen wel hun weemoed uitspreken over de handgeschreven brief, en dat is natuurlijk ook terecht. Ah, dat moment dat je als tiener op je kamertje zat en beneden de brievenbus hoorde klepperen en zo snel mogelijk naar beneden stormde om te zien wat er gekomen was en of daar nog een brief bij zat van een meisje uit Beieren! De jeugd van tegenwoordig kent dat niet meer. Geen wonder dat ze voor galg en rad opgroeit.
Maar dan de fax, die was toch ook niet mis! Twintig jaar geleden ging ik voor een paar maanden als student naar Noorwegen. Naar mijn vriendin bellen was te duur, haar schrijven duurde te lang, e-mail had ik op de universiteit wel maar zij thuis niet. Maar we konden wel faxen en dat deden we dan ook! Hele lange rollen vol – ja, jongens en meisjes, die oude faxmachines hadden geen losse blaadjes, dus je kon je handgeschreven tekst net zo lang maken als je wilde en bovendien enorm lange tekeningen maken.
Nu, de fax is inmiddels in de golven van de tijd ten onder gegaan. Er waren nog wat jaren dat je hem eigenlijk alleen gebruikte om je creditcardgegevens mee te versturen omdat mensen de e-mail niet vertrouwden, maar ook dat is voorgoed voorbij, nu iedereen ineens vertrouwt op de zonderlinge veiligheidscode achterop de kaart (waarom die drie cijfers veiliger zijn dan de gewone cijfers voorop de kaart weet ik niet).
Dan worden we nu weer opgeschrikt door het bericht dat ook die e-mail zelf gaat verdwijnen. Dat de jeugd in Amerika in het afgelopen jaar al 34% minder tijd aan e-mail is gaan besteden. Dat het systeem opgegeten gaat worden door sociale netwerken en sites waar je documenten kan delen.
En natuurlijk is Dropbox handiger om samen aan een document te werken – geen kans meer dat je elkaars werk overschrijft, geen gedoe meer met tientallen verschillende versies. Natuurlijk kun je sommige conversaties efficiënter voeren via Twitter of met meer mensen delen via LinkedIn. En natuurlijk ben ik het aan mezelf verplicht om blij te zijn dat we nu eindelijk verlost zijn van de dwang om een aanhef te schrijven (‘Beste meneer Oostendorp’) alsmede een ondertekening (‘Ik hoop spoedig van u te horen’). Dat is natuurlijk allemaal sentimentele onzin, dat weet ik wel. Wat heb je eraan, weg ermee!
Maar, maar, maar wanneer dat allemaal zomaar verdwijnt, dat kan toch niet! Ik heb een oeuvre van twintig jaar e-mailen bij elkaar geschreven, dat mag toch zomaar niet verdwijnen! Dat gun je de jongeren van nu toch ook! Zowel de blijdschap wanneer er een leuk mailtje binnenkomt als de wanhoop wanneer je na een weekendje weg ineens overspoeld wordt. Hoe moet dat nu verder met de wereld!
Laat een reactie achter