door Miet Ooms
Als docent Nederlands voor Anderstaligen probeer ik mij zoveel mogelijk in te leven in de situatie van mijn cursisten. Enerzijds betekent dat voor mij de moeilijkheidsgraad van mijn taal inschatten aan de hand van de moedertaal en de verdere talenkennis van de cursist. Dat is vrij eenvoudig als mijn cursist het Engels, Duits en/of Frans beheerst, dan koppel ik terug naar die talen en zoek ik zo een link. Het is moeilijker als de beheersing van die talen er niet of onvoldoende is en als ikzelf de moedertaal van de cursist niet ken. Dan is het moeilijk om te voorspellen waar de cursist precies problemen zal ondervinden. Ik heb afgelopen weekend bijvoorbeeld geleerd dat het Turks geen onderscheid kent in grammaticale geslachten. Geen wonder dus dat het gebruik van het lidwoorden en de correcte verbuiging van het adjectief in het Nederlands grote problemen voor hen oplevert.
Daarnaast probeer ik me voor te stellen hoe het voelt om de taal van je omgeving niet te beheersen, om voortdurend je collega’s, de winkelbedienden, de leerkrachten van je kinderen enz. vanalles te horen zeggen dat je niet begrijpt, waar je niets van kunt maken. Wetende dat je zo een hoop ongetwijfeld interessante gesprekken gewoonweg mist, omdat je de taal niet beheerst. Dat kan niet makkelijk zijn.
Waar ik (nog) niet bij had stilgestaan, is hoe een kind, een kleuter, zich moet voelen in zo’n situatie. Als anderstalig kind gedropt worden in een groep kinderen van je leeftijd met een juf (meestal) en je begrijpt absoluut niets van wat ze zeggen of van je willen. En niemand die je kan uitleggen wat, hoe, waarom en wat je moet doen om die situatie te keren. ‘Och, kinderen zijn daar flexibel in, die leren dat snel’, wordt wel gezegd. Dat is voor een gedeelte wel juist, maar toch, voor zo’n kind moet dat enorm indrukwekkend zijn.
Vanmorgen las ik in de blogreeks ‘Brieven uit Brussel’ van politiek filosoof Bleri Lleshi net zo’n getuigenis. In ‘Brieven uit Brussel’ laat Lleshi een aantal jonge mensen met een migrantenachtergrond aan het woord over hun stad, hun leven, multiculturaliteit enz. Dit keer gaat het om een 21-jarige studente, Melat G. Nigussie, van Ethiopische afkomst. Ze kwam als jong kind in België terecht, en leerde Nederlands door op school op hoop van zegen in een kleuterklasje ‘gedropt’ te worden. Nu studeert ze taal- en letterkunde (Nederlands-Engels) en leert ze kinderen zoals zij er eentje was Nederlands. Haar getuigenis, een mooi verhaal over de liefde voor een taal, kan je hier lezen. Een prachtige getuigenis, een aanrader voor iedereen die van zijn moedertaal en meertaligheid houdt.
Laat een reactie achter