Geesteswetenschappers houden zich bezig met het ingewikkeldste onderwerp dat er is. De natuurwetenschappen gaan over betrekkelijk eenvoudige zaken: natuurverschijnselen die relatief gemakkelijk, met enig experimenteel vernuft, uit hun context te lichten zijn, zodat je abstracte theorieën kunt formuleren die deze vereenvoudigde verschijnselen beschrijven.
Dat de menselijke geest het moeilijkst denkbare onderzoeksgebied is, komt door twee redenen. In de eerste plaats is de geest waarschijnlijk het product van op zichzelf al zeer complexe verschijnselen als het menselijk brein en de menselijke samenleving.
Die zaken zou je dus ook goed moeten begrijpen voor je zegt dat je de menselijke geest begrijpt. Daar komt nog bij dat het maar de vraag dat de menselijke geest voor ons niet alleen het object van onderzoek is, maar ook het instrument van onderzoek. Het is maar de vraag of de menselijke geest slim genoeg is om de menselijke geest te kunnen bevatten. (We weten vrij zeker dat de mier waarschijnlijk nooit zal begrijpen wat de mier drijft.)
Goede geesteswetenschappen gebruikt daarom zoveel mogelijk bronnen van kennis om tot inzicht te komen. Dat is volgens mij het belangrijkste onderzoeksresultaat van de afgelopen jaren. De taalwetenschap wordt sinds een jaar of vijftien overspoeld met veel nieuwe gegevens en manieren om gegevens te verzamelen. Toen ik studeerde was, bedachten veel taalkundigen hun eigen data: om te zien of een bepaalde Nederlandse zin wel of niet grammaticaal was, gingen ze te rade bij zichzelf of bij een collega met wie ze de kamer deelde. ‘Leunstoelonderzoek’ wordt dat weleens genoemd.
Daar zijn enorm veel bronnen van informatie bij gekomen. Er zijn experimentele methoden ontwikkeld – of overgenomen uit de sociale wetenschappen – om te zien hoe proefpersonen op testvragen reageren. Het is heel goedkoop geworden om de fysieke aspecten van het geluidssignaal dat mensen produceren objectief te meten, en ook om – bijvoorbeeld via ultrasound, dat ook gebruikt wordt om de foetus bij zwangere vrouwen zichtbaar te maken – goedkoop vast te leggen hoe de tong in de mond beweegt. Dankzij computers en het internet en verfijnde algoritmes kun je gemakkelijk in tekstbestanden van miljoenen woorden en uit alle perioden zoeken.
Een moderne taalwetenschapper begrijpt wat van experimentele methodologie, wat van computerprogrammeren en wat van statistiek. De ingewikkelde opdracht waar we nu voor staan is om al die nieuwe gegevens te integreren in het bouwwerk van kennis dat wij en onze voorgangers al hadden opgebouwd – want dat leunstoelonderzoek leverde vaak zeer goede gegevens en zeer diepgravende inzichten op.
De geesteswetenschappen zijn belangrijk om precies dezelfde redenen waarom ze zo moeilijk zijn. De geest is het instrument waarmee wij mensen de wereld begrijpen – ondanks alle meetapparatuur, databases en tekstbestanden is het uiteindelijk het énige instrument. Het is daarom van groot belang voor iedereen dat we dat instrument zelf begrijpen. En dé manier om dat te doen is door de producten van de geest op alle mogelijke manieren te bestuderen.
Jacques zegt
Ik dacht "komt door twee oorzaken", of "heeft twee redenen"…?
Jacques zegt
" Daar komt nog bij dat het maar de vraag dat de menselijke geest voor ons niet alleen het object van onderzoek is, maar ook het instrument van onderzoek."
"Goede geesteswetenschappen gebruikt daarom zoveel mogelijk bronnen van kennis om tot inzicht te komen. Dat is volgens mij het belangrijkste onderzoeksresultaat van de afgelopen jaren."
Ik ben bang dat dit stukje over een zeer boeiend onderwerp iets te snel op het web gezet is? Onbegrijpelijke zinnen….
Jacques zegt
In deze zinnen:
"De geest is het instrument waarmee wij mensen de wereld begrijpen – ondanks alle meetapparatuur, databases en tekstbestanden is het uiteindelijk het énige instrument. Het is daarom van groot belang voor iedereen dat we dat instrument zelf begrijpen. En dé manier om dat te doen is door de producten van de geest op alle mogelijke manieren te bestuderen."
vervang "geest" door "microscoop" of "woordenboek" om te zien dat de logica zoek is.
De xxx is het instrument waarmee wij yyy begrijpen. Dus moeten we xxx zelf begrijpen.En dé manier daarvoor is: de producten van xxx op alle mogelijke manieren te bestuderen.
Klopt niet, en dat komt wellicht omdat "geest" zelf een moeilijk af te bakenen (te definieren) object is. Dat bv. meta-wiskunde zelf een vorm van wiskunde is, is mogelijk omdat wiskundigen hun eigen studieobject kunnen bepalen. Die luxe hebben "geesteswetenschappers" niet.
Anoniem zegt
Argumentatie en inhoud zijn werkelijk van een beschamend niveau. Hier geldt wel het oude spreekwoord: schoenmaker, houd je zool op de grond.
janien zegt
De reacties lezend reageer ik met: to blog or not to blog. Mag het? Bloggen gaat veel en snel en het lezen ervan ook. Meestal toch. Uit de aard van de zaak. Mag het? Als ik als blogger of bloglezer de tekst met schrijven en schrappen en herschrijven en lezen en herlezen en ontleden en checken op argumentatie en spelling en grammatica, als ik die blogstukken lang of kort (heel lang of ultrakort als tweets – mag het?) volgens de oude normen en waarden van het traditionele schrijf- en leeswerk moet meten en wegen, dan (mag het?), ja wat dan, nu weet ik het niet meer. Dan stond de digitale tijd stil.
In respect voor blogger(s) én reageerders! Voor mij is bloggen en online lezen gewoon anders dan het traditionele lezen en schrijven. De bewegingsvrijheid is veel groter, de zichtbaarheid van de gedachte wereldwijd, de onderwerpen kunnen van stuk tot stuk wisselen, en hun aanpak evenzeer, en de 'sociale controle' is open en groot: op taal en tekst, beeld en geluid. Corrigeren, aanvullen, supporteren, bijsturen, beter weten, …, staat vrij.
Jacques zegt
Janien heeft natuurlijk gelijk: als het gaat over bloggen over het algemeen. In dit medium is het volle spectrum acceptabel, van scherp naar bot, van oppervlakkig naar zeer diepgravend, van lief tot etterig, etc. etc. Maar er zal vaak toch een relatie zijn tussen vorm en inhoud? En dit was een meta-wetenschappelijk verhaaltje…geen lente-impressie of snackbar-recensie.
Marc van Oostendorp zegt
Ha Janien, je reageert geloof ik vooral als een medeblogger: iemand die het gevoel heeft dat het internet er (ook) is om iets aan bij te dragen, en dat een discussie op het internet het uitwisselen van argumenten is.
Maar natuurlijk heeft niet iedereen zo'n houding. Sommige mensen vinden het leuk om alleen maar te lezen, en andere om te lezen en dan anoniem heel hard 'boe!' te roepen of 'onbegrijpelijk!', omdat het hen even boven de pet gaat. Wat ik steeds meer ben gaan leren is: dat staat de Jacques van deze wereld natuurlijk ook weer vrij. Zo heeft iedereen zijn eigen pleziertje!
Jacques zegt
Beste Marc,
Je neemt blijkbaar aan dat "Anoniem" en ik dezelfde persoon zijn?
Meen je werkelijk dat ik anoniem heel hard "boe" roep? Omdat je betoog me even boven de pet gaat?
Niets van dit alles is het geval.
Maar blijkbaar heeft iets in mijn reacties je pijnlijk getroffen. En dat was mijn bedoeling helemaal niet. Ik hoopte je uit te lokken om hetgeen je over geesteswetenschappen te melden had nog eens te overdenken en dan wat duidelijker, scherper te formuleren.
Als iemand die zich met wetenschap bezighoudt ken je het verschil toch wel tussen zakelijke kritiek en "op de man" spelen?
Hoop ik.