De DBNL is een van de best doordachte digitale bibliotheken van Nederland. DBNL doet aan integrale opname van een grote hoeveelheid literatuur (romans, gedichtenbundels, taalkunde, almanakken, tijdschriften, handschrifrten), alle mogelijke encyclopedieën en naslagwerken op het vakgebied (van 17e tot 21e eeuws) en van mooie afbeeldingen. DBNL werkt met slimme techniek door goede metadatering en uitstekende interlinking. (Zie als voorbeeld een onderdeel als Buitengaats, over Nederlandse literatuur in en over het buitenland, van Afrika tot Zuid-Amerika, Maar ook zorgt DBNL dat stedelingen en dorpelingen meer over de geschiedenis van de literatuur in hun omgeving leren, door geografische tagging van bijna alle plaatsen in Nederland en Vlaanderen, Zie Gouda, De DBNL doet enorm veel aan gebruik binnen scholen, waarbij complete lespakketten afgestemd kunnen worden op bijvoorbeeld een spin-off onder de hoede van de DBNL: een Nederlandse online literatuurgeschiedenis,
De DBNL heeft elke maand een grote hoeveelheid nieuwe aanvullingen, en vernieuwt zichzelf voortdurend. (Februari 2013: 100 nieuwe titels, waarvan 70 voor de afdeling Limburgse literatuur,
In december werden 600 gratis e-books ter beschikking gesteld, o.a. brieven van Vincent van Gogh, Dik Trom en boeken van Multatuli. In 2012 werden 2 miljoen pagina’s gedigitaliseerd.
De Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren is een van de best bezochte digitale bibliotheken van Nederland. (2012: 5 miljoen bezoeken, 60 miljoen bekeken documenten)
Maximaal resultaat, minimumbudget: volgens het jaarverslag doet de DBNL haar werk (inclusief digitalisering) voor het luttele bedrag van jaarlijks minder dan anderhalf miljoen euro. Toen ik dat las, geloofde ik het eerst niet. Zoveel moois voor zo weinig geld! (Ter vergelijking: de Koninklijke Bibliotheek verstookt jaarlijks bijna 60 miljoen euro, en had volgens het jaarverslag in 2011 4,6 miljoen “raadplegingen” van de KB-website.
De DBNL heeft een goede bekendheid, vooral door eigenwijs een eigen lijn te kiezen, maar daaruit de dingen voor het voetlicht te halen die bij een groter publiek kunnen aanslaan.
Weer een voorbeeld: 1.000 (duizend, en dat is maar een klein deel van de website) basisteksten uit de Nederlandse literatuur digitaal beschikbaar, van Heinric van Veldeken (uit het jaar 1180) tot Geert Mak (2005) online,
Praktische en lowbudget oplossingen: toen DBNL dreigbrieven van Pictoright over copyright van illustraties kreeg, zette DBNL oorspronkelijk alle afbeeldingen op zwart en zocht direct een oplossing met Pictoright en (vooral) heel veel individuele auteurs. Boeken worden soms met OCR verwerkt, soms overgetikt voor xml-inzet, deels doorgebruik van niet-Nederlandse medewerkers. DBNL kent geen zwaredirectie, afdelingshoofden of organisatiestructuur, maar is vooral snel, slim en innovatief. En dat vanaf 1999.
Je zou denken dat het Ministerie van OCW de beste bakker op de hoek (met meer klanten dan de grote broodfabriek) van harte steunt. Helaas, het tegendeel is waar. De subsidie vanuit de Taalunie stokt. Waar aan het ligt, weet ik niet. Heeft het succes van de DBNL jaloezie opgewekt? Zette de lancering van 600 gratis e-books (Van Gogh, Multatuli) collega’s te kijk als slome duikelaars? Werkte het eigen bestuur van de DBNL niet hard genoeg, of waren er binnen het bestuur tegenstrijdige belangen? Ik weet het echt niet. Als fanatiek gebruiker weet ik alleen dat de DBNL in april 2013 verhuist van een lowbudget kantoor boven een Engelse pub in Leiden naar een afgedwongen onderkomen in de KB in Den Haag (zie een eerder bericht hierover in de NRC van 7 dec 2012). Daarmee krijgt de KB op een koopje een extra digitale bibliotheek binnen, die ze goed kan gebruiken naast haar digitale kranten en Google Books-project. Ik hoop van harte dat de DBNL in Den Haag een volwaardig podium behoudt.
DBNL naar KB: meesterbakker moet naar broodfabriek
Door Jos Damen
Anoniem zegt
Ik lees in dit bericht ‘enige twijfel’ of de DBNL binnen de KB wel goed zal landen, vooral voor de huidige gebruikers.
Het idee achter de integratie van DBNL in de KB is dat je er daarmee niet alleen voor kan zorgen dat het door DBNL gepubliceerde materiaal ook op langere termijn beschikbaar blijft, maar ook dat je hiermee het beste uit twee benaderingen kunt combineren: grootschalige digitalisering, waar de KB mee bezig is, en hoogwaardige OCR op een deelcorpus, de kern van DBNL. Voor beide aanpakken is een publiek. Door deze activiteiten te combineren, kun je beter gebruik maken van elkaars specialisatie en is het makkelijker te voorkomen dat je met het schaarse geld de dingen dubbel doet. Hoe dat precies moet gaan gebeuren zijn KB, DBNL en de Nederlandse Taalunie nu aan het uitzoeken. Uiteraard willen we de huidige gebruiker van DBNL op niveau blijven bedienen, maar we willen ook graag nieuwe toepassingen mogelijk maken. De eerste stap is dat DBNL deze maand naar het KB-gebouw verhuist. Ondertussen bekijken we zonder te overhaasten hoe de integratie het best kan worden aangepakt. Inventarisatie van de gebruikerswensen is daarbij een belangrijk aspect.
Paul Doorenbosch, KB