Bric-à-brac (Foto: Joe Flintham) |
Snuisterijen is een leuk, maar ook een eenzaam woord. Leuk, omdat het niet gemakkelijk in verband is te brengen met andere woorden (kijk maar), en volgens mij hebben taalliefhebbers een zwak voor dat soort min of meer op zichzelf staande woorden; ik hoop op die gedachte een andere keer terug te komen.
Maar dat ik snuisterijen ‘eenzaam’ noem, heeft een andere reden, namelijk dat de ons omringende talen dit begrip aanduiden met woorden die niet op het onze lijken. Tegelijkertijd lijken ze wel op elkáár. Niet als drie druppels water misschien, maar toch wel als een drie-eiige drieling.
Het Franse woord, bric-à-brac, geniet de breedste bekendheid, want het wordt ook in veel andere talen gebruikt. Of het Duitse woord in Nederland erg bekend is, betwijfel ik: Schnickschnack. Nu ik het opzoek, lees ik dat het nog een broertje heeft: Krimskrams. Dat Schnickschnacken bric-à-brac op elkaar lijken viel me eigenlijk voor het eerst op toen ik een paar dagen geleden toevallig een Engels woord met vrijwel dezelfde betekenis tegenkwam: knick-knacks, ook wel geschreven als nick-nacks.
Nu zijn dit soort ‘dubbelwoorden’ van bijna identieke, elk voor zich bijna betekenisloze woorddelen niet zeldzaam, en de klinkers i en a hebben dan nogal eens de voorkeur: rimram, liflafje, tjiftjaf, triktrak, bim bam, wirwar, zigzag, tingeltangel, wissewasje. Ook ditjes en datjes, geen betekenisloze maar wel enigszins speels-afwijkende woorden, ordenen we nooit omgekeerd. Kwik, Kwek en Kwak horen in dezelfde reeks, want de e zit zo’n beetje halverwege de i en de a. In het Engels heb je nog onder meer riffraff, mishmash en tittle-tattle, in het Duits klingklang, wischiwaschi en klippklapp, in het Frans comme ci comme ça en fric-frac.
Maar wat zou ertoe hebben geleid dat het Frans, Duits en Engels, zo te zien los van elkaar, alle drie juist voor het begrip ‘snuisterijen’ zo’n koppeltje hebben gevormd? Misschien het inzicht dat deze betekenisloze voorwerpen om een betekenisloze aanduiding vragen? Of het vermoeden dat schnickzonder schnack gewoon rommel is, en knick zonder knack ook, maar dat ze gezamenlijk, als Schnickschnack en knick-knacks, een leuke verzameling beginnen te vormen?
Ik weet het niet, maar ik zou het Nederlands ook zo’n woord gunnen. Mikmakjes?
Pieter Bal zegt
In het Fries woordenboek kom ik 'snypsnaarke' tegen, met de betekenis 'snuisterij'. Daarin zit wel een 'snaar' verwerkt, dat op zichzelf ook 'spul van geringe waarde' betekent, maar het is toch wel sterk dat daarvan weer een woord is afgeleid met het gesignaleerde i-a-patroon. (De y staat voor een gespannen i.)
Gaston Dorren zegt
Betekent 'snyp' niets? Dan zou het ook wel eens zo'n geval kunnen zijn, ja. Al zou je dan eerder snyrsnaarke verwachten, of snirsnaarke. Getuige wirwar kan het procédé immers ook met r optreden.
Taalprof zegt
Je noemt zelf al 'ditjes en datjes,' dat volgens mij ook ongeveer, of misschien zelfs beter, in die betekenisomgeving ligt van allerhande kleine voorwerpjes van weinig waarde en zonder enig verband. Het Nederlandse 'snuisterijen' heeft een betekenisaspect 'sieraden' dat volgens mij ontbreekt bij de buitenlandse voorbeelden. Ik zou die eerder vertalen met 'prullaria.'
Gaston Dorren zegt
Hmmm… Dit is fijnproeverij, zeg. Ik geloof dat ik er wel in kan meegaan dat 'prullaria' een betere vertaling is dan 'snuisterijen'. Maar 'ditjes en datjes' overtuigt me minder. Dat is in mijn beleving vaak wat abstracter (richting 'koetjes en kalfjes'), wat naar ik meen voor die vreemde woorden niet geldt. En als het om concrete ditjes en datjes gaat, hebben ze noch financiële, noch sentimentele waarde, terwijl dat voor die bric-à-brac misschien toch iets meer geldt.
Wat ben ik blij dat ik geen woordenboek hoef te maken! Al was het maar omdat je dan niet met 'misschien', 'naar ik meen' en 'in mijn beleving' aan kunt komen.
Pieter Bal zegt
Nee, bij mijn weten betekent 'snyp' niets. 't Is waar: de p is onverwacht. Maar 'snyrsnaarke' met twee tongpunt-r'en is zo moeilijk dat er geen succes van kan worden verwacht.
Taalprof zegt
Tja, je begint er zelf over 😉 Ik denk dat je gelijk hebt dat 'ditjes en datjes' ook over abstracte zaken kan gaan (allerlei dingetjes die je nog moet doen bijvoorbeeld). Aan de andere kant zou een winkel in huishoudelijke prullaria uit de vijftiger jaren niet onder de winkels in snuisterijen rekenen. Jij wel?
Misschien dat 'blingbling' een beetje aan het overlappen is met 'snuisterijen.' Daar heb ik niet genoeg intuïtie over.
Je hebt natuurlijk ook nog 'curiosa,' 'hebbedingetjes,' 'antiquiteiten,' het neutralere 'spulletjes,' en de negatievere varianten 'rommel,' 'meuk,' en '(rot)zooi.' Dus mogelijkheden genoeg in het Nederlands.
Mirjam Jochemsen zegt
'Xiy xay': dat moet van een taalkundige met een bèta-achtergrond komen.
Gaston Dorren zegt
Bèta op school, gamma op de universiteit, alfa uit roeping… A mixed βαγ!
Gaston Dorren zegt
En vergeet 'brocante' niet. Inderdaad, de verzameling is groot genoeg om een winkeltje mee te vullen. En nogmaals-inderdaad, een winkel vol beschuitbussen en poefs zou geen 'snuisterijen' verkopen. Da's een uitdragerij, een tweedehandswinkel, een kringloopcentrum… Een meukshop.