Op zondagmiddag 29 september 2013 geven prof. dr. Guy Janssens (ULG) en dr. Rik Vosters (VUB) om 16 uur in de KANTL te Gent de vierde lezing van de reeks ‘Noord en Zuid onder Willem I. 200 jaar Verenigd Koninkrijk der Nederlanden‘. Deze draagt de titel ‘Sur la langue nationale. Taal en taalpolitiek in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en het jonge België’. Dr. Janneke Weijermars zal optreden als moderator.
Praktische informatie
De toegang is gratis, gelieve u aan te melden via info@anv.nl. Na afloop is er gelegenheid tot het stellen van vragen. De middag wordt besloten met een borrel.
De lezing zal als hoorcollege op cd verschijnen, samen met een publicatie over het thema van de lezing, bestemd voor een breed publiek. U kunt deze cd en het boekje vooraf bestellen door een mail te sturen naar info@anv.nl.
Het adres van de KANTL is: Koningstraat 18 te Gent.
De lezing
In deze lezing gaan Janssens en Vosters na welke rol taal en taalconflicten speelden in de amalgaampolitiek van Willem I en zijn Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Enerzijds concentreren ze zich op de oppositie tussen het Nederlands en het Frans, en gaan ze in op de historische wortels van het Belgische taalconflict: hoe was het met de positie van het Nederlands gesteld toen Willem I aan de macht kwam, en welke acties ondernam hij om deze taal op te waarderen tot een nieuwe en volwaardige nationale taal? De sprekers geven daarbij niet alleen een overzicht van de taalpolitiek in Vlaanderen, maar gaan ook dieper in op het beleid gericht op de Franstalige gewesten: in welke mate wilde de vorst het Nederlands ook in Wallonië het Nederlands opleggen als eenheidstaal? Anderzijds buigen ze zich ook over de vorm van het Nederlands zelf: hoe zag het taalgebruik in noord en zuid er daadwerkelijk uit, en hoe pasten discussies over taalnormen in de vernederlandsingspolitiek van Willem I? Is het waar dat het zuidelijke Nederlands sinds de splitsing van het taalgebied in de zestiende eeuw vervallen was tot het niveau van lokale dialecten, en luidde de hereniging in 1815 ook de definitieve doorbraak van een op Hollandse leest geschoeide standaardtaal in Vlaanderen in?
In deze lezing gaan Janssens en Vosters na welke rol taal en taalconflicten speelden in de amalgaampolitiek van Willem I en zijn Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Enerzijds concentreren ze zich op de oppositie tussen het Nederlands en het Frans, en gaan ze in op de historische wortels van het Belgische taalconflict: hoe was het met de positie van het Nederlands gesteld toen Willem I aan de macht kwam, en welke acties ondernam hij om deze taal op te waarderen tot een nieuwe en volwaardige nationale taal? De sprekers geven daarbij niet alleen een overzicht van de taalpolitiek in Vlaanderen, maar gaan ook dieper in op het beleid gericht op de Franstalige gewesten: in welke mate wilde de vorst het Nederlands ook in Wallonië het Nederlands opleggen als eenheidstaal? Anderzijds buigen ze zich ook over de vorm van het Nederlands zelf: hoe zag het taalgebruik in noord en zuid er daadwerkelijk uit, en hoe pasten discussies over taalnormen in de vernederlandsingspolitiek van Willem I? Is het waar dat het zuidelijke Nederlands sinds de splitsing van het taalgebied in de zestiende eeuw vervallen was tot het niveau van lokale dialecten, en luidde de hereniging in 1815 ook de definitieve doorbraak van een op Hollandse leest geschoeide standaardtaal in Vlaanderen in?
De sprekersGuy Janssens is hoogleraar historische taalkunde van het Nederlands aan de Université de Liège. Hij publiceert de laatste tien jaar vooral over de geschiedenis van het onderwijs van het Nederlands in Wallonië.
Rik Vosters is postdoctoraal onderzoeker bij FWO-Vlaanderen, waar hij taalverandering en taalvariatie in de Zuidelijke Nederlanden vóór 1830 bestudeert. Hij publiceerde over diverse onderwerpen in de geschiedenis van het Nederlands, en zijn proefschrift handelde over taalgebruik, taalnormen en taalbeschouwing in Vlaanderen tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (2011). Recent doceerde hij Nederlandse en algemene taalwetenschap aan de Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool Brussel, en was hij werkzaam als gastdocent aan de Université de Liège en de University of Pennsylvania.