Boogaard (l) en Jansen (foto: Rick de Graaff) |
Eerst het nieuws, zoals het hoort: de jaarlijkse LOT-populariseringsprijs voor taalkunde is gisteren toegekend aan de Taalcanon, de website die ook als boek in de winkel ligt onder de titel Alles wat je altijd al had willen weten over taal. De prijs werd in ontvangst genomen door Marianne Boogaard en Mathilde Jansen namens de redactiecommissie, die verder uit Petra Poelmans en Astrid Wijnands bestond.
Naast de Taalcanon waren nog twee van de dertien inzendingen voor de prijs genomineerd: het meertaligheidsfestival Drongo van Maaike Verrips’ Taalstudio en de website Gebareninzicht van de Nijmeegse gebarentaalwetenschappers Onno Crasborn en Yassine Ellen Nauta. Taalkundige Mark Dingemanse was bij liefst drie inzendingen betrokken, en hield daar als blijk van waardering een eervolle vermelding aan over.
Vraag aan Dingemanse, verbonden aan het Max Planck Instituut in Nijmegen en beloond met een eervolle vermelding: waarom is hij zo’n actieve populariseerder? “Mensen hebben het gevoel dat taal van iedereen is, en dat klopt ook. Dat maakt dat taalkunde eigenlijk vrij gemakkelijk te populariseren is. Het is vooral een kwestie van geschikte invalshoeken vinden, en die ben ik nu aan het zoeken. Daarnaast is het ook een kwestie van eigenbelang: al populariserend leer ik om mijn punten helderder te formuleren én ik doe interessante onderzoeksvragen op. De leukste vragen komen vaak van leken, niet van collega’s. Wij zitten met onze neus in de boeken en dreigen te vergeten welke rol taal in het dagelijks leven heeft. Leken herinneren je daaraan.”
Mark D. zegt
Over hoe belangrijk lekenvragen zijn, en wat wetenschappers aan popularisatie hebben, gaf ik vorig jaar een praatje op een wetenschapscommunicatie-conferentie: Better science through listening to lay people.